4 JUNI 2024. - Koninklijk besluit houdende de wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
Art. 1-3, 20/1
HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 4-6
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt
Artikel 1. In artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, wordt tussen de bepaling onder 2° en de bepaling onder 3° een bepaling onder 2/1° ingevoegd, luidende:
"2/1° de toelage voor het arts- of tandartspersoneelslid toegekend wegens de specificiteit van de functie;".
Art.2. In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", de toelage voor het arts- of een tandartspersoneelslid toegekend wegens de specificiteit van de functie" ingevoegd tussen de woorden "functie" en "of".
Art.3. In titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 2/1 ingevoegd, luidende:
"Afdeling 2/1. - Toelage voor het arts- of tandartspersoneelslid toegekend wegens de specificiteit van de functie
Art. 20/1. Er wordt een toelage van 530,65 euro per maand toegekend aan het personeelslid dat een functie uitoefent waarvoor het diploma van master in de geneeskunde of master in de tandheelkunde is vereist, wegens de specificiteit van de functie.
Er wordt een aanvullende toelage van 530,65 euro per maand toegekend aan het personeelslid bedoeld in het eerste lid wegens de specificiteit van de functie, als hij geen andere medische- of tandartspraktijk uitoefent buiten het federaal openbaar ambt.
Er wordt een aanvullende toelage van 1.061,30 euro per maand toegekend aan het personeelslid bedoeld in het eerste lid wegens de specificiteit van de functie, als het voor hem verboden is een andere medische- of tandartspraktijk uit te oefenen buiten het federaal openbaar ambt vanwege een wettelijke of reglementaire bepaling.
De toelagen bedoeld in het tweede en derde lid kunnen niet worden gecumuleerd."
HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.4. De ambtenaar die een functie uitoefent waarvoor het diploma van master in de geneeskunde is vereist, ten laatste in dienst getreden is op 31 december 2024 en zolang hij in dienst is bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, geniet niet van de toelagen bedoeld in artikel 20/1 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
Evenwel kiest hij op het ogenblik van de eerstvolgende bevordering naar de hogere klasse definitief voor ofwel de toepassing van artikel 20/1 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, ofwel de toelage die voor hem geldt overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot toekenning aan de geneesheren-ambtenaren van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, van een toelage ter compensatie van het verbod tot uitoefening van enige andere medische praktijk.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.