26 APRIL 2024. - Koninklijk besluit houdende de regels inzake de permanente opleiding van de notarissen, kandidaat-notarissen en stagiairs voor zover ze van toepassing zijn op derden
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor de erkenning
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Erkenningsaanvraag
Art. 3
HOOFDSTUK IV. - Erkenningsmodaliteiten
Art. 4
HOOFDSTUK V. - Erkenning
Art. 5
HOOFDSTUK VI. - Aanwezigheden
Art. 6
HOOFDSTUK VII. - Inwerkingtreding
Art. 7-8
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
- Nationale Kamer: de Nationale Kamer van notarissen bedoeld in artikel 90 en volgende van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt;
- erkenningscommissie: de erkenningscommissie als bedoeld in het reglement van 24 april 2007 van de Nationale Kamer inzake permanente opleiding zoals laatst gewijzigd op 22 juni 2023 en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 26 april 2024;
- cyclus: periode van twee kalenderjaren waarin iedere notaris en kandidaat-notaris minstens veertig erkende opleidingsuren moet volgen en waarvan de huidige periode een aanvang heeft genomen op 1 januari 2022;
- stageperiode: de periode bedoeld in artikel 36 van de wet van 16 maart 1803 op het notarisambt;
- digitaal platform: het digitaal platform aangeduid en beheerd door de Nationale Kamer als zijnde de software in het kader van permanente opleiding.
HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor de erkenning
Art.2. De opleiding dient betrekking te hebben op juridische en andere materies verbonden aan de uitoefening van het notarieel ambt. Ze moet een notariële inhoudelijke meerwaarde bieden.
HOOFDSTUK III. - Erkenningsaanvraag
Art.3. Opleidingsverstrekkers kunnen een aanvraag tot erkenning richten tot de erkenningscommissie. Zij maken hiervoor gebruik van het digitaal platform volgens de daartoe voorziene modaliteiten.
De volgende categorieën van persoonsgegevens worden verzameld in het kader van het verzoek tot erkenning:
- de identificatie- en contactgegevens van de aanvrager en de sprekers;
- de professionele gegevens van de opleidingsverstrekker.
Een aanvraag tot erkenning door een opleidingsverstrekker is slechts ontvankelijk indien hij aan de Nationale Kamer een vergoeding als dossierkost heeft betaald gelijk aan eenmaal het volledige inschrijvingsgeld van een deelnemer, met een minimum van 50 euro en een maximum van 1000 euro.
Zolang de betaling niet is gebeurd, mag de opleidingsverstrekker op zijn publiciteit niet vermelden dat het een erkenning in aanvraag betreft.
HOOFDSTUK IV. - Erkenningsmodaliteiten
Art.4. Een activiteit kan retroactief worden erkend binnen één cyclus of stageperiode. Na 31 januari van het jaar na het aflopen van de cyclus of na één maand na het aflopen van de stageperiode is een retroactieve erkenning niet meer mogelijk.
De erkenning is geldig voor een periode van 2 jaar vanaf de datum van hetzij de eerste bijeenkomst, hetzij de eerste opleiding of vanaf de datum van de erkenning voor een "e-learning" of een opleiding "op aanvraag".
HOOFDSTUK V. - Erkenning
Art.5. De erkenning gebeurt via het digitaal platform.
De erkenningscommissie beslist binnen de maand volgend op de aanvraag welke opleidingen erkend worden en stelt voor elk van hen het aantal uren vast die in aanmerking worden genomen.
De afwijzing van een aanvraag tot erkenning wordt gemotiveerd.
De aanbieder van de opleiding mag melding maken van de erkenning.
Het erkende opleidingsaanbod wordt gepubliceerd op het e-Notariaat.
De persoonsgegevens die bij het verzoek tot erkenning via het digitaal platform worden verzameld, worden gedurende 10 jaar na het einde van de erkenningsperiode bewaard.
HOOFDSTUK VI. - Aanwezigheden
Art.6. De opleidingsverstrekker voert de aanwezigheid van de deelnemer, na controle ervan, in via het digitaal platform en dit binnen een termijn van twee maanden.
De volgende categorieën van persoonsgegevens worden verwerkt in het digitaal platform met het oog op het bijhouden van de aanwezigheden:
- de identificatie- en contactgegevens van de deelnemer;
- de professionele gegevens van de deelnemer.
Persoonsgegevens die op het digitaal platform zijn ingevoerd, worden tot 10 jaar na het einde van de erkenningsperiode bewaard.
De gegevens worden meegedeeld aan de kamer van notarissen en de stagecommissie in het kader van hun toezichtsfunctie bepaald in artikel 7 van het Reglement inzake de permanente opleiding. De gegevens zijn toegankelijk voor de Nationale Kamer in het kader van haar beheer.
HOOFDSTUK VII. - Inwerkingtreding
Art.7. Artikel 3, derde lid, treedt in werking op 1 juni 2024.
Art. 8. De minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.