26 APRIL 2024. - Koninklijk besluit betreffende de registratie, toegang en raadpleging van de gegevens van het Centraal Register van Integriteitsonderzoeken
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Registratie in het register
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Toegang tot het register
Art. 4
HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepaling
Art. 5
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en uitvoering
Art. 6
BIJLAGEN.
Art. N1-N4.
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder:
1° de wet: de wet van 15 januari 2024 betreffende de gemeentelijke bestuurlijke handhaving, de instelling van een gemeentelijk integriteitsonderzoek en houdende oprichting van een Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen;
2° de DIOB: de Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen, bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet;
3° Centraal Register van Integriteitsonderzoeken: het Centraal Register van Integriteitsonderzoeken met het oog op de bestuurlijke handhaving van ondermijnende criminaliteit, bedoeld in artikel 10 van de wet.
HOOFDSTUK II. - Registratie in het register
Art.2. Met het oog op registratie van de gemeentelijke beslissingen tot weigering, schorsing of opheffing van een vestigings- of uitbatingsvergunning of tot sluiting van een inrichting overeenkomstig artikel 119ter, §§ 8 en 9 van de Nieuwe Gemeentewet, deelt de gemeente volgende informatie mee aan de DIOB:
1° de informatie bedoeld in artikel 14, § 1, 2°, van de wet;
2° de economische sector en/of de economische activiteit waarbinnen de beslissing bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet is genomen.
Art.3. § 1. De gemeente bezorgt de beslissing bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet aan de DIOB door middel van het door de DIOB vastgestelde elektronische formulier binnen de vijf werkdagen te rekenen vanaf de datum van de beslissing.
§ 2. Ingeval er beroep werd aangetekend tegen de beslissing bedoel in artikel 10, tweede lid van de wet, meldt de gemeente dit binnen de vijf werkdagen, te rekenen vanaf de kennisname, aan de DIOB door middel van het door de DIOB vastgestelde elektronische formulier zodat de DIOB een voorbehoud kan formuleren bij de in het Centraal Register van Integriteitsonderzoeken geregistreerde beslissing.
§ 3. De gemeente bezorgt de arresten van de Raad van State in het kader van een eventuele beroepsprocedure tegen de beslissing bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, aan de DIOB door middel van het door de DIOB elektronisch vastgestelde formulier binnen de vijf werkdagen na ontvangst van het arrest.
HOOFDSTUK III. - Toegang tot het register
Art.4. § 1. Om toegang te krijgen tot de gegevens van het Centraal Register van Integriteitsonderzoeken dient de gemeente eenmalig een toegangsaanvraag in bij de DIOB door middel van het door de DIOB vastgestelde elektronische formulier.
De gemeente vermeldt de naam, de voornaam en het identificatienummer in het Rijksregister van het personeelslid dat verantwoordelijk is voor het aanvragen van de individuele toegangen van de personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de integriteitsonderzoeken binnen de gemeente.
§ 2. Het personeelslid bedoeld in § 1 deelt aan de DIOB een lijst mee van de personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de integriteitsonderzoeken binnen de gemeente en vanuit die hoedanigheid toegang nodig hebben tot de informatie vervat in het Centraal Register van Integriteitsonderzoeken. Deze lijst omvat minstens de naam, de voornaam, de functie, het identificatienummer in het Rijksregister, het professioneel emailadres en het professioneel telefoonnummer van de betrokken personeelsleden.
De gemeente is verantwoordelijk voor het actueel karakter en de correctheid van de aan de DIOB bezorgde lijst.
Deze lijst dient ter beschikking te worden gehouden van de Gegevensbeschermingsautoriteit.
HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepaling
Art.5. In afwachting van de totstandkoming van de elektronische infrastructuur, worden de beslissingen bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, de meldingen van beroepen tegen de beslissingen bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, de arresten van de Raad van State in het kader van een eventuele beroepsprocedure tegen de beslissing bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, en de aanvragen om toegang tot het Centraal Register van Integriteitsonderzoeken per aangetekende zending aan de DIOB bezorgd via de formulieren als bijlage bij dit besluit of via een elektronisch middel dat door de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken nader wordt bepaald.
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en uitvoering
Art.6. De minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort en de minister tot wiens bevoegdheid Justitie behoort zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-05-2024, p. 62679)
Art. N2..
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-05-2024, p. 62681)
Art. N3.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-05-2024, p. 62683)
Art. N4..
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-05-2024, p. 62685)