Details





Titel:

22 APRIL 2024. - Koninklijk besluit betreffende de economische sectoren en activiteiten op basis waarvan een politieverordening kan worden uitgevaardigd overeenkomstig artikel 119ter van de Nieuwe Gemeentewet



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Als economische sectoren die overeenkomstig artikel 119ter van de Nieuwe Gemeentewet kunnen worden onderworpen aan een integriteitsonderzoek, worden aangewezen, voor wat betreft de economische activiteiten bedoeld in artikel 2:
  1° de horeca;
  2° de autosector;
  3° de detailhandel;
  4° de vastgoedsector;
  5° de schoonheidssector;
  6° de kansspelsector.
  De gemeenten dienen, indien ze economische sectoren bedoeld in het eerste lid aanwijzen in de gemeentelijke politieverordening, niet alleen de door hen geviseerde economische sectoren maar ook de door hen geviseerde economische activiteiten uit artikel 2 gerelateerd aan de geviseerde economische sectoren op te nemen.

Art.2. Als ondermijningsgevoelige economische activiteiten die overeenkomstig artikel 119ter van de Nieuwe Gemeentewet kunnen worden onderworpen aan een integriteitsonderzoek, worden de volgende inrichtingen aangewezen:
  1° de eetgelegenheden om ter plaatse te eten;
  2° de eetgelegenheden waar men eten kan afhalen of vanwaar men eten kan laten leveren;
  3° de drankgelegenheden waar al dan niet lichte maaltijden of versnaperingen worden aangeboden;
  4° de clubhuizen van motorbendes;
  5° de vakantieparken;
  6° de hotels;
  7° de logies;
  8° de feestzalen;
  9° de seksuitbatingen;
  10° de seksinrichtingen;
  11° de nachtclubs;
  12° de motorvoertuigreinigingszaken;
  13° de tweedehands autoverkoopzaken;
  14° de autoverhuurbedrijven;
  15° de garages voor herstellingen;
  16° de taxibedrijven;
  17° de nachtwinkels;
  18° de CBD-shops;
  19° de vape shops;
  20° de dagbladhandelszaken;
  21° de kleding-, schoenen- en lederwarenzaken waar luxeproducten tegen uitzonderlijk lage prijzen worden aangeboden;
  22° de handelszaken in edele stoffen en diamant;
  23° de supermarkten;
  24° de bruidswinkels;
  25° de viswinkels met of zonder werkplaats;
  26° de slagerijen met of zonder werkplaats;
  27° de bakkerijen met of zonder werkplaats;
  28° de telecom, telefoonherstelling en telefoonaccessoire zaken;
  29° de meubelwinkels en interieurdecoratiezaken;
  30° de immobiliënkantoren;
  31° de massagesalons;
  32° de barbiers en kapperszaken;
  33° de nagelstudio's;
  34° de schoonheidssalons;
  35° de kansspelinrichtingen.

Art. 3. De Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid Justitie behoort, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.