Details





Titel:

18 APRIL 2024. - Koninklijk besluit betreffende de oprichting van de Dienst voor de strijd tegen inbreuken op het auteursrecht en de naburige rechten op het internet en tegen de exploitatie van onwettige onlinekansspelen



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2022015053  2023048600 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De Dienst voor de strijd tegen inbreuken op het auteursrecht en de naburige rechten op het internet en tegen de exploitatie van onwettige onlinekansspelen, bedoeld in artikel XVII.34/3 van het Wetboek van economisch recht, wordt opgericht binnen de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
  De minister bevoegd voor Economie wijst de ambtenaren van de Dienst bedoeld in het eerste lid aan, hierna "Dienst" genoemd.
  De overeenkomstig het tweede lid aangestelde ambtenaren voeren hun opdrachten uit onder voorwaarden die hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen, in overeenstemming met artikel XVII.34/3, § 11, van het Wetboek van economisch recht. Ze mogen geen handelingen stellen in een dossier waarin ze reeds zijn opgetreden in een andere hoedanigheid, noch rechtstreeks of onrechtstreeks belang hebben in de ondernemingen of instellingen die betrokken zijn in de procedure.

Art.2. Op verzoek van de voorzitter van de ondernemingsrechtbank, bedoeld in artikel XVII.34/1, § 8, derde lid, van het Wetboek van economisch recht, preciseert de Dienst, in voorkomend geval, de specifieke delen van de website(s) die voor een gedeelte replica zijn van de website(s) die oorspronkelijk werd(en) bedoeld in de beschikking van de voorzitter van de ondernemingsrechtbank.
  De Dienst kan de toepassingsregels van de maatregelen bedoeld in artikel XVII.34/1, § 9, van het Wetboek van economisch recht aanpassen volgens de procedure bepaald in artikel XVII.34/3, § 2, van hetzelfde Wetboek op basis waarvan deze regels initieel werden vastgelegd.
  Een kopie van de beslissingen van de Dienst, doorgezonden aan de betrokken partijen overeenkomstig XVII.34/3, § 2, van het Wetboek van economisch recht, wordt gestuurd naar de voorzitter van de ondernemingsrechtbank die de voorlopige maatregelen heeft opgelegd.
  In zijn beslissing geeft de Dienst aan op welke manier er rekening werd gehouden met de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokken personen bij het bepalen van de toepassingsregels van de maatregelen.

Art.3. De beslissingen, die de Dienst publiceert op de website van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, bevatten geen persoonsgegevens.

Art.4. De communicatie tussen de Dienst en de personen die betrokken zijn bij de uitvoering van de voorlopige maatregelen gebeurt bij voorkeur op elektronische wijze.
  Als een partij geen elektronisch adres heeft opgegeven, stuurt de Dienst de communicatie per aangetekende zending met ontvangstbewijs.
  Tenzij het tegendeel bewezen is, worden de kennisgevingen van de Dienst verondersteld te zijn ontvangen door de geadresseerde drie werkdagen na de verzending door de Dienst.

Art.5. De partij die de bevestiging ten gronde van de voorlopige maatregelen vraagt, brengt de Dienst op de hoogte van haar actie en van het resultaat ervan zodat de Dienst de lijst bedoeld in artikel XVII.34/3, § 6, van het Wetboek van economisch recht kan bijwerken.

Art.6. De Dienst stelt, in overleg met de houders van rechten op beschermde werken en prestaties, overeenkomstig artikel XVII.34/3, § 7, van het Wetboek van economisch recht, op de website van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, een indicatieve lijst ter beschikking van de legale websites die de rechten van de houders van de beschermde werken en prestaties respecteren.
  De houders van rechten op beschermde werken en prestaties kunnen op elk moment contact opnemen met de Dienst om aan te geven dat ze een website toelaten of niet langer toelaten om hun werken en prestaties ter beschikking te stellen, zodat die website aan die lijst kan worden toegevoegd of ervan kan worden geschrapt.

Art.7. De voorzitter van de ondernemingsrechtbank en de Dienst zijn de verantwoordelijken voor de verwerking van persoonsgegevens, elk voor de hen betreffende gegevensverwerkingen.

Art.8. De artikelen 87 tot 95 van de wet van 19 juni 2022 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG treden in werking op 1 juni 2024.
  De artikelen 83 tot 86 van de programmawet van 22 december 2023 treden in werking op 1 juni 2024.

Art. 9. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.