Details





Titel:

26 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden en het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot oprichting van een Comité voor advies inzake biociden



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten.
Art. 1-10
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden.
Art. 11-14
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot oprichting van een Comité voor advies inzake biociden, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden.
Art. 15-16
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 17-18
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2011024326  2019011845  2021043586 



Uitvoeringsbesluit(en):

2024005488 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten.
Artikel 1. In artikel 6, paragraaf 2, van het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, vervangen bij koninklijk besluit van 27 februari 2019, worden de woorden "artikel 7, lid 1, artikel 13, lid 3," vervangen door de woorden "artikel 7, lid 1, artikel 13, lid 3, artikel 28,".

Art.2. In artikel 7, paragraaf 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 27 februari 2019, worden alle woorden "400 EUR" vervangen door "500 EUR".

Art.3. In artikel 7/1, paragraaf 6, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 6 september 2021, worden de woorden "artikel 6, § 2, tweede lid," vervangen door de woorden "artikel 6, § 2, eerste en tweede lid,".

Art.4. In artikel 13/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 4 augustus 2014, worden de woorden "een retributie van 250 EUR per kennisgeving" vervangen door de woorden "een retributie van 300 EUR per kennisgeving".

Art.5. In artikel 13/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 4 augustus 2014, worden de woorden "een retributie van 750 EUR" vervangen door de woorden "een retributie van 10.000 EUR".

Art.6. In artikel 13/5 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 25 december 2017, worden de woorden "een retributie van 50 EUR per FLEGT-vergunning" vervangen door de woorden "een retributie van 60 EUR per FLEGT-vergunning".

Art.7. In bijlage 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 27 februari 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° De woorden "Hernieuwing of verlenging van een toelating, verleend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 mei 2014 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden" worden vervangen door de woorden "Hernieuwing of verlenging van een toelating of aanvaarding van kennisgeving, verleend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 mei 2014 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden, of van een registratie, verleend overeenkomstig het koninklijk besluit van 4 april 2019" ;
  2° De woorden "Artikel 43, § 2" worden aangevuld met de woorden "Artikel 15/1".

Art.8. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 1, vervangen bij besluit van 25 december 2017, vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.

Art.9. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 2, vervangen bij koninklijk besluit van 25 december 2017, vervangen door de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.

Art.10. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 3, vervangen bij koninklijk besluit van 27 februari 2019, en gewijzigd door artikel 7, vervangen door de bijlage 3 gevoegd bij dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden.
Art.11. In artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden worden de woorden "artikelen 12 tot 15" vervangen door de woorden "artikelen 12 tot 15/1".

Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 15/1 ingevoegd luidende :
  "Art. 15/1. Verlenging en hernieuwing van registratie
  § 1. Indien een bestaande registratie werd toegekend voor een duur van minder dan tien jaar, kan de minister deze een onbeperkt aantal keren verlengen. De totale geldigheidsduur van de registratie mag, na zijn verlenging, echter niet meer dan tien jaar bedragen.
  § 2. Indien een bestaande registratie werd toegekend voor een duur van tien jaar of deze werd reeds verlengd tot aan de maximale totale geldigheidsduur van 10 jaar, kan de minister deze een onbeperkt aantal keren hernieuwen. De geldigheidsduur van de registratie mag, na zijn hernieuwing, echter niet meer dan tien jaar bedragen.
  § 3. Onverminderd §§ 1 en 2, worden verlengingen en hernieuwingen van een bestaande registratie slechts toegestaan indien nog steeds aan de in artikel 5 gestelde voorwaarden wordt voldaan.
  § 4. Een aanvraag voor hernieuwing of verlenging van een bestaande registratie wordt door de registratiehouder zes maanden voor de einddatum van de registratie ingediend overeenkomstig artikel 7.
  De procedure zoals bepaald in artikel 8, § 2, is van toepassing op deze aanvraag. Indien er na de administratieve ontvankelijkheid, overeenkomstig artikel 8, § 2, aanwijzingen zijn dat het betrokken biocide mogelijks niet voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 5, zal de procedure verdergezet worden overeenkomstig artikel 10. Zo niet, zal de procedure verdergezet worden overeenkomstig artikel 9.
  In afwijking van eerste lid, zal de in eerste lid bedoelde aanvraag ten laatste zes maanden voor de datum van goedkeuring van de werkzame stof of, in het geval dat een product meerdere werkzame stoffen bevat, voor de datum van goedkeuring van de laatste werkzame stof voor die productsoort ingediend worden indien deze datum van goedkeuring de einddatum van de registratie vooraf gaat.
  § 5. Indien de verlenging of hernieuwing aanleiding geeft tot wijziging van de voorwaarden van de bestaande registratie, is een gewijzigde registratie vereist waardoor de oorspronkelijke registratie vervalt. De gewijzigde registratie wordt afgeleverd overeenkomstig de modaliteiten van artikel 11.
  In dergelijk geval is er een respijtperiode voor de verwijdering, het op de markt aanbieden en het gebruik van de bestaande voorraden, behalve indien het verder op de markt aanbieden of blijven gebruiken van het biocide een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu zou inhouden.
  De respijtperiode bestaat uit een eerste termijn van honderdtachtig dagen voor het op de markt aanbieden van de bestaande voorraden van het biocide in kwestie. Hierop volgt een tweede termijn van honderdtachtig dagen voor de verwijdering, en/of het gebruik van bestaande voorraden.
  § 6. De besluiten tot verlenging of hernieuwing worden desgevallend na advies van het Comité voor advies inzake biociden genomen en hebben onmiddellijke uitwerking. Het indienen van een bezwaarschrift volgens de bepalingen van artikel 17 heeft geen schorsende werking ten aanzien van een besluit tot verlenging of hernieuwing.".

Art.13. In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen als volgt :
  "De aanvrager kan zijn verweermiddelen tegen de beslissing genomen door de minister volgens artikelen 9, 10, 12, 13, 14, 15/1 en 16 uiteenzetten in een bezwaarschrift, uitgezonderd tegen de beslissing vermeld in artikel 10, § 1, waarvoor de procedure van artikel 10, § 2, gevolgd wordt.".

Art.14. In artikel 43, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 september 2021, wordt de eerste zin vervangen als volgt:
  "Een aanvraag voor hernieuwing of verlenging van een bestaande toelating of aanvaarding van kennisgeving wordt zes maanden voor de einddatum van de respectievelijke toelating of aanvaarding van kennisgeving ingediend overeenkomstig artikel 7.".

HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot oprichting van een Comité voor advies inzake biociden, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden.
Art.15. In de titel van het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot oprichting van een Comité voor advies inzake biociden, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden, worden de woorden ", en tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 april 2019 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden" opgeheven.

Art.16. In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 6/1° ingevoegd, tussen 6° en 7° luidende :
  "6/1° Advies geven over de aanvraag tot verlenging of hernieuwing van een bestaande registratie, in geval een volledige evaluatie overeenkomstig artikel 10 van het KB Biociden vereist is, op basis van deelrapporten met betrekking tot werkzaamheid, fysisch-chemische eigenschappen, potentiële toxiciteit voor de mens en voor het milieu, blootstelling van de mens en van het milieu, gedrag in het milieu en de indeling en etikettering ;".

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.17. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
  In afwijking van eerste lid, hebben de artikelen 7, 11, 12, 13, 14, 15 en 16 uitwerking met ingang van 16 augustus 2023.
  In afwijking van eerste lid, treden de artikelen 2, 4, 5, 6, 9 en 10 in werking op 1 januari 2025.
  In afwijking van eerste lid, treden de artikelen 1, 3 en 8 in werking op 1 januari 2026.

Art.18. De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Leefmilieu, zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 26 maart 2024
  (art. 8)
  "Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten
  Indien België optreedt als beoordelende bevoegde autoriteit voor de beoordeling van :
  1°. een aanvraag tot goedkeuring of tot verlenging van de goedkeuring van een werkzame stof in het kader van artikel 7, lid 1 of artikel 13, lid 3 van Verordening 528/2012, of
  2°. een aanvraag tot goedkeuring van een werkzame stof in het kader van artikel 17 van Verordening 1062/2014, of
  3°. een aanvraag tot opname van een werkzame stof in bijlage I van Verordening 528/2012 in het kader van artikel 3, lid 1 van Verordening 88/2014,
  gelden de retributies vermeld in onderstaande tabel.


Algemene beschrijving van de taak Retributie Referentie artikel van Verordening 528/2012 (tenzij anders vermeld)
Beoordeling van een aanvraag tot goedkeuring voor één productsoort  187.500 EUR Artikel 7, lid 3 of artikel 4, lid 4 van Verordening 1062/2014
Beoordeling van een aanvraag tot goedkeuring per bijkomende productsoort, of beoordeling van een aanvraag tot toevoeging van een bijkomende productsoort voor een reeds goedgekeurde werkzame stof  93.750 EUR Artikel 7, lid 3 of artikel 4, lid 4 van Verordening 1062/2014
Beoordeling van een aanvraag tot verlenging van een goedkeuring voor één productsoort Volledige beoordeling 187.500 EUR Artikel 14, lid 2
 Geen volledige beoordeling 93.750 EUR Artikel 14, lid 2
Beoordeling van een aanvraag tot verlenging van een goedkeuring per bijkomende productsoort Volledige beoordeling 93.750 EUR Artikel 14, lid 2
 Geen volledige beoordeling 50.000 EUR Artikel 14, lid 2
Beoordeling van een aanvraag tot opname van een werkzame stof in bijlage I van Verordening 528/2012 Cat. 1, 2, 3, 4, 5 93.750 EUR Artikel 7, lid 3 van Verordening 88/2014
 Cat. 6, 7 187.500 EUR Artikel 7, lid 3 van Verordening 88/2014
  
Aanvraag tot beoordeling van gegevens die gegenereerd werden na de goedkeuring van de werkzame stof waarvoor België optreedt als beoordelende bevoegde autoriteit  20.000 EUR Artikel 80, lid 2
Beoordeling van een aanvraag tot herziening van een werkzame stof in bijlage I van Verordening 528/2012  25.000 EUR Artikel 28
Per vergadering ter voorbereiding van het aanvraagdossier. Bedrag wordt in mindering gebracht bij indienen van een dossier  4.000 EUR Artikel 80, lid 2
"

Art. N2. Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 26 maart 2024
  (art. 9)
  "Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten
  Voor werkzaamheden die België overeenkomstig Verordening 528/2012 verricht in verband met de toelating, kennisgeving of vergunning voor parallelhandel van biociden gelden de retributies vermeld in de onderstaande twee tabellen.
  1° Basisretributies


Algemene beschrijving van de taak Referentie artikel van Verordening 528/2012 (tenzij anders vermeld) Basisretributie Basisretributie voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen Nr.
Nationale toelating waarbij België overeenkomstig artikel 29, lid 1of artikel 34, lid 1 van Verordening 528/2012 optreedt als ontvangende bevoegde autoriteit of referentielidstaat voor een biocide op basis van één werkzame stof en behorende tot één productsoort Uniek biocide Artikel 29, lid 1
  Artikel 34, lid 3
31.250 EUR 22.500 EUR 1
 Uniek biocide waarbij het biocide en het gebruik identiek zijn aan het representatief biocide dat werd beoordeeld in het kader van de goedkeuring van de werkzame stof Artikel 29, lid 1
  Artikel 34, lid 3
22.000 EUR 15.000 EUR 2
  
 Biocidefamilie Artikel 29, lid 1
  Artikel 34, lid 3
50.000 EUR
  + 625 EUR per product
37.500 EUR
  + 625 EUR per product
3
Toelating van de unie waarbij België overeenkomstig artikel 43, lid 1 van Verordening 528/2012 optreedt als beoordelende bevoegde autoriteit voor een biocide op basis van één werkzame stof en behorende tot één productsoort Uniek biocide Artikel 43, lid 3 48.000 EUR 34.000 EUR 4
 Uniek biocide waarbij het biocide en het gebruik identiek zijn aan het representatief biocide dat werd beoordeeld in het kader van de goedkeuring van de werkzame stof Artikel 43, lid 3 34.000 EUR 24.000 EUR 5
  
 Biocidefamilie Artikel 43, lid 3 80.000 EUR
  + 625 EUR per product
56.000 EUR
  + 625 EUR per product
6
Wederzijdse erkenning van toelating overeenkomstig artikel 33, lid 1 en artikel 34, lid 2 van Verordening 528/2012 Uniek biocide Artikel 33, lid 1
  Artikel 34, lid 3
3.750 EUR 3.750 EUR 7
 Biocidefamilie Artikel 33, lid 1
  Artikel 34, lid 3
3.750 EUR +
  625 EUR per product
3.750 EUR +
  625 EUR per product
8
Verlenging van nationale toelating overeenkomstig artikel 31, lid 1 van Verordening 528/2012 waarbij België optreedt als ontvangende bevoegde autoriteit Volledige beoordeling - Uniek biocide Artikel 31, lid 4 22.000 EUR 16.000 EUR 9
 Volledige beoordeling - Biocidefamilie Artikel 31, lid 4 37.500 EUR
  + 625 EUR per product
27.500 EUR
  + 625 EUR per product
10
  
 Geen volledige beoordeling - Uniek biocide Artikel 31, lid 4 11.000 EUR 8.000 EUR 11
  
 Geen volledige beoordeling - Biocidefamilie Artikel 31, lid 4 18.750 EUR
  + 625 EUR per product
13.750 EUR
  + 625 EUR per product
12
Verlenging van toelating van de unie overeenkomstig artikel 45, lid 3 van Verordening 528/2012 waarbij België optreedt als beoordelende bevoegde autoriteit Volledige beoordeling - Uniek biocide Artikel 46, lid 2 34.000 EUR 24.000 EUR 13
 Volledige beoordeling - Biocidefamilie Artikel 46, lid 2 56.000 EUR
  + 625 EUR per product
40.000 EUR
  + 625 EUR per product
14
  
 Geen volledige beoordeling - Uniek biocide Artikel 46, lid 2 17.000 EUR 11.000 EUR 15
  
 Geen volledige beoordeling - Biocidefamilie Artikel 46, lid 2 28.000 EUR
  + 625 EUR per product
18.500 EUR
  + 625 EUR per product
16
Verlenging van toelating onderworpen aan wederzijdse erkenning waarbij België optreedt als referentielidstaat overeenkomstig artikel 2, lid 1(a) van Verordening 492/2014 Volledige beoordeling - Uniek biocide Artikel 3, lid 3 van Verordening 492/2014 22.000 EUR 16.000 EUR 17
 Volledige beoordeling - Biocidefamilie Artikel 3, lid 3 van Verordening 492/2014 37.500 EUR
  + 625 EUR per product
27.500 EUR
  + 625 EUR per product
18
  
 Geen volledige beoordeling - Uniek biocide Artikel 3, lid 3 van Verordening 492/2014 11.000 EUR 8.000 EUR 19
  
 Geen volledige beoordeling - Biocidefamilie Artikel 3, lid 3 van Verordening 492/2014 18.750 EUR
  + 625 EUR per product
13.750 EUR
  + 625 EUR per product
20
Verlenging van toelating onderworpen aan wederzijdse erkenning waarbij België optreedt als betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 2, lid 1(b) van Verordening 492/2014 Uniek biocide Artikel 3, lid 3 van Verordening 492/2014 3.750 EUR 3.750 EUR 21
 Biocidefamilie Artikel 3, lid 3 van Verordening 492/2014 3.750 EUR
  + 625 EUR per product
3.750 EUR
  + 625 EUR per product
22
Toelating of verlenging van toelating volgens de vereenvoudigde toelatingsprocedure waarbij België optreedt als beoordelende bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 26, lid 1 van Verordening 528/2012 Uniek biocide Artikel 26, lid 2 25.000 EUR 18.000 EUR 23
 Biocidefamilie Artikel 26, lid 2 40.000 EUR
  + 625 EUR per product
30.000 EUR
  + 625 EUR per product
24
Wijziging van producttoelating overeenkomstig Verordening 354/2013 waarbij België optreedt als referentielidstaat of als beoordelende bevoegde autoriteit Belangrijke productwijziging
  uniek biocide
Artikel 8, lid 2 van Verordening 354/2013 15.000 EUR
  Per wijziging
10.000 EUR
  Per wijziging
25
 Belangrijke productwijziging
  biocidefamilie
Artikel 8, lid 2 van Verordening 354/2013 18.000 EUR
  + 625 EUR per product
  Per wijziging
12.500 EUR
  + 625 EUR per product
  Per wijziging
26
  
 Kleine productwijziging
  uniek biocide
Artikel 7, lid 2 van Verordening 354/2013 1.875 EUR
  Per wijziging
1.875 EUR
  Per wijziging
27
  
 Kleine productwijziging
  biocidefamilie
Artikel 7, lid 2 van Verordening 354/2013 1.875 EUR
  + 625 EUR per product
  Per wijziging
1.875 EUR
  + 625 EUR per product
  Per wijziging
28
  
 Administratieve productwijziging
  uniek biocide
Artikel 6, lid 1 van Verordening 354/2013 375 EUR 375 EUR 29
  
 Administratieve productwijziging
  biocidefamilie
Artikel 6, lid 1 van Verordening 354/2013 375 EUR
  + 375 EUR per product
375 EUR
  + 375 EUR per product
30
Wijziging van toelating van de unie overeenkomstig Verordening 354/2013 waarbij België optreedt als beoordelende bevoegde autoriteit Belangrijke productwijziging
  uniek biocide
Artikel 13, lid 3 van Verordening 354/2013 24.000 EUR
  Per wijziging
17.000 EUR
  Per wijziging
31
 Belangrijke productwijziging
  biocidefamilie
Artikel 13, lid 3 van Verordening 354/2013 30.000 EUR
  + 625 EUR per product
  Per wijziging
20.000 EUR
  + 625 EUR per product
  Per wijziging
32
Wijziging van producttoelating overeenkomstig Verordening 354/2013 waarbij België optreedt als betrokken lidstaat
  of waarbij België met de reeds door andere lidstaten overeengekomen wijzigingen instemt
Belangrijke productwijziging
  uniek biocide
Artikel 8, lid 2 of artikel 9bis, lid 3 van Verordening 354/2013 1.000 EUR 1.000 EUR 33
 Belangrijke productwijziging
  biocidefamilie
Artikel 8, lid 2 of artikel 9bis, lid 3 van Verordening 354/2013 1.000 EUR
  + 625 EUR per product
1.000 EUR
  + 625 EUR per product
34
  
 Kleine productwijziging
  uniek biocide
Artikel 7, lid 2 of artikel 9bis, lid 3 van Verordening 354/2013 625 EUR 625 EUR 35
  
 Kleine productwijziging
  biocidefamilie
Artikel 7, lid 2 of artikel 9bis, lid 3 van Verordening 354/2013 625 EUR
  + 625 EUR per product
625 EUR
  + 625 EUR per product
36
  
 Administratieve productwijziging
  uniek biocide
Artikel 6, lid 1 of artikel 9bis, lid 3 van Verordening 354/2013 375 EUR 375 EUR 37
  
 Administratieve productwijziging
  biocidefamilie
Artikel 6, lid 1 of artikel 9bis, lid 3 van Verordening 354/2013 375 EUR
  + 375 EUR per product
375 EUR
  + 375 EUR per product
38
Toelating of verlenging van toelating voor eenzelfde biocide of biocidefamilie overeenkomstig Verordening 414/2013 Uniek biocide Artikel 3, lid 1 van Verordening 414/2013 1.250 EUR 1.250 EUR 39
 Biocidefamilie Artikel 3, lid 1 van Verordening 414/2013 1.250 EUR
  + 625 EUR per product
1.250 EUR
  + 625 EUR per product
40
  
Kennisgeving overeenkomstig artikel 17, lid 6 van Verordening 528/2012 voor toevoeging van een biocide aan een biocidefamilie  Artikel 80, lid 2 625 EUR 625 EUR 41
Kennisgeving overeenkomstig artikel 27, lid 1 van Verordening 528/2012 voor op de markt aanbieden van een biocide volgens de vereenvoudigde toelatingsprocedure Uniek biocide Artikel 80, lid 2 1.000 EUR 1.000 EUR 42
 Biocidefamilie Artikel 80, lid 2 1.000 EUR
  + 625 EUR per product
1.000 EUR
  + 625 EUR per product
43
  
Vergunning voor parallelhandel overeenkomstig artikel 53 van Verordening 528/2012  Artikel 80, lid 2 1.250 EUR 1.250 EUR 44
Kennisgeving van een experiment of proef overeenkomstig artikel 56 van Verordening 528/2012  Artikel 80, lid 2 625 EUR 625 EUR 45
Vertrouwelijkheidsclaim overeenkomstig artikel 66, lid 4 van Verordening 528/2012 Per informatieonderdeel Artikel 80, lid 2 625 EUR 625 EUR 46
Gecertifieerd kopie van een akte naar een andere landstaal   50 EUR 50 EUR 47
Vertaling van een akte naar een andere landstaal   100 EUR 100 EUR 48
Certificaat van vrije verkoop   50 EUR 50 EUR 49
Per vergadering ter voorbereiding van het aanvraagdossier.
  Bedrag wordt in mindering gebracht bij indienen van een dossier
  2.000 EUR 2.000 EUR 50
Aanvraag voor het indienen van een vraag overeenkomstig artikel 3, lid 3 van Verordening 528/2012   1.500 EUR 1.500 EUR 51
Wederzijdse erkenning van een nationale toelating waarbij België optreedt als ontvangende bevoegde autoriteit of referentielidstaat voor een biocide waarvoor België is opgetreden als betrokken lidstaat in het kader van de initiële wederzijdse erkenning overeenkomstig artikel 33, lid 1 en artikel 34, lid 2 van Verordening 528/2012 Uniek biocide Artikel 33, lid 1 7.500 EUR 5.000 EUR 52
 Biocidefamilie Artikel 33, lid 1 7.500 EUR + 625 EUR per product 5.000 EUR + 625 EUR per product 53
Wederzijdse erkenning van toelating overeenkomstig artikel 33, lid 1 van Verordening 528/2012 waarbij België is opgetreden als ontvangende bevoegde autoriteit, overeenkomstig artikel 29, lid 1 van Verordening 528/2012 Uniek biocide Artikel 80, lid 2 3.750 EUR 3.750 EUR 54
 Biocidefamilie Artikel 80, lid 2 3.750 EUR + 625 EUR per product 3.750 EUR + 625 EUR per product 55
2° Additionele retributies, toe te voegen bij de basisretributie


Algemene beschrijving van de taak Nr. van basisretributie waarbij de additionele retributie wordt toegevoegd Additionele retributie
Voorlopige toelating overeenkomstig artikel 55, lid 2 van Verordening 528/2012 Uniek biocide 1 3.750 EUR
 Uniek biocide waarbij het biocide en het gebruik identiek zijn aan het representatief biocide dat werd beoordeeld in het kader van de goedkeuring van de werkzame stof 2 1.875 EUR
  
 Biocidefamilie 3 6.250 EUR
  
 Uniek biocide
  Overeenkomstig de procedure voor een toelating van de unie
4 5.760 EUR
  
 Uniek biocide waarbij het biocide en het gebruik identiek zijn aan het representatief biocide dat werd beoordeeld in het kader van de goedkeuring van de werkzame stof
  Overeenkomstig de procedure voor een toelating van de unie
5 2.900 EUR
  
 Biocidefamilie
  Overeenkomstig de procedure voor een toelating van de unie
6 10.000 EUR
Per bijkomende werkzame stof Uniek biocide 1,4,9,13, 17 10.000 EUR
 Biocidefamilie 3,6,10,14,18 16.000 EUR
Per bijkomende productsoort Uniek biocide 1,4,9,13,17,23 10.000 EUR
 Biocidefamilie 3,6,10,14,18,24 16.000 EUR
Per bijkomende gebruikerscategorie Uniek biocide 1,4,9,13,17 2.500 EUR
 Biocidefamilie 3,6,10,14,18 5.000 EUR
  
Per werkzame stof waarvoor een vergelijkende evaluatie vereist is overeenkomstig artikel 23 van Verordening 528/2012  1,3,4,6,9,10,11,12,13,14,15,16,
  17,18,19,20
15.000 EUR
Per tot bezorgdheid aanleiding gevende stof  1,3,4,6,9,10,13,14,17,18 9.375 EUR
Indien vaststelling van maximumresidugehalte vereist is overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening 528/2012  1,3,4,6,9,10,13,14,17,18 9.375 EUR
"

Art. N3. Bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 26 maart 2024
  (art. 10)
  "Bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 13 november 2011 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten
  Voor alle werkzaamheden in verband met biociden die vallen onder art 3, 2° van het koninklijk besluit van 4 april 2019, met name voor biociden waarvoor volgens het koninklijk besluit van 4 april 2019 een registratie vereist is voor de termijn bepaald in artikel 89, lid 2 van Verordening 528/2012, of waarvoor volgens het koninklijk besluit van 8 mei 2014 een toelating of een aanvaarding van kennisgeving werd afgeleverd die nog geldig is, gelden de retributies vermeld in onderstaande tabel.


Algemene beschrijving van de taak Referentie artikel van het koninklijk besluit van 4 april 2019 Retributie
Aanvraag voor registratie van een nieuw biocide met één of meerdere werkzame stoffen overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 april 2019 Artikel 7 1.250 EUR
Aanvraag voor registratie van een biocide dat identiek is met een biocide dat in België reeds toegelaten, kennisgegeven of geregistreerd is Artikel 16 625 EUR
Hernieuwing of verlenging van een toelating of aanvaarding van kennisgeving, verleend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 mei 2014 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden Artikel 43, § 2 625 EUR
Hernieuwing of verlenging van een registratie verleend overeenkomstig het koninklijk besluit van 4 april 2019 Artikel 15/1 625 EUR
Administratieve wijziging zoals gedefinieerd in artikel 6, § 3 van een registratie verleend overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 april 2019 of van een toelating of een aanvaarding van kennisgeving verleend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 mei 2014 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden Artikel 15, § 2 Artikel 24
  Artikel 43, § 3
200 EUR
Wetenschappelijke wijziging zoals gedefinieerd in artikel 6, § 3 uitgezonderd wijziging van samenstelling (aard werkzame stof) van een registratie verleend overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 april 2019 of van een toelating of een aanvaarding van kennisgeving verleend overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 mei 2014 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden Artikel 15, § 2
  Artikel 24
  Artikel 43, § 3
625 EUR
Wijziging van samenstelling (aard werkzame stof ) Artikel 15, § 2 1.250 EUR
Aanvraag vergunning voor parallelhandel Artikel 19 200 EUR + 75 EUR per bijkomend land van oorsprong
Kennisgeving van experiment of proef in kader van onderzoek en ontwikkeling Artikel 26 625 EUR
Gecertifieerde kopie van een akte van toelating/aanvaarding van kennisgeving/registratie naar een andere landstaal  50 EUR
Vertaling van een akte van toelating/aanvaarding van kennisgeving/registratie naar een andere landstaal  100 EUR
Certificaat van vrije verkoop  50 EUR
Bezwaar, uitgezonderd een bezwaar overeenkomstig artikel 10, § 2 Artikel 17 1.250 EUR
"