26 MAART 2024. - Wet tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot bekrachtiging van zes koninklijke besluiten inzake energie
Art. 1-7
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. Het koninklijk besluit van 19 maart 2023 houdende de verlenging van de uitbreiding van de maximumprijzen voor de beschermde residentiële afnemers tot personen met een recht op verhoogde verzekeringstegemoetkoming tot 1 juli 2023, wordt bekrachtigd met ingang van 31 maart 2023, dag van zijn inwerkingtreding.
Het koninklijk besluit van 19 maart 2023 houdende de verlenging van de uitbreiding van de maximumprijzen voor de beschermde residentiële afnemers tot personen met een recht op verhoogde verzekeringstegemoetkoming tot 1 juli 2023, wordt opgeheven.
De Koning kan de bepalingen van het artikel 10 van het koninklijk besluit van 28 januari 2021 tot aanvulling van de lijst beschermde residentiële afnemers bedoeld in artikel 15/10, § 2/2, eerste lid, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen en in artikel 20, § 2/1, eerste lid, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, bekrachtigd bij deze wet, wijzigen, aanvullen, vervangen en opheffen.
Art.3. De artikelen 1, 2 en 3 van het koninklijk besluit van 21 maart 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, worden bekrachtigd met ingang van 1 april 2023, dag van hun inwerkingtreding.
De Koning kan de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, bekrachtigd bij wet, wijzigen, aanvullen, vervangen en opheffen.
Art.4. Het koninklijk besluit van 23 mei 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, wordt bekrachtigd met ingang van 30 mei 2023, dag van zijn inwerkingtreding.
Art.5. Het koninklijk besluit van 26 mei 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen en de vergoeding van de houders van een offshore domeinconcessie in geval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, wordt bekrachtigd met ingang van 1 juni 2023, dag van zijn inwerkingtreding.
In artikel 7, § 1, derde lid, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, laatstelijk gewijzigd bij wet van 6 november 2023, worden de woorden "en door artikel 5 van de wet van 26 maart 2024 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot bekrachtiging van zes koninklijke besluiten inzake energie" ingevoegd tussen de woorden "bekrachtiging van vijf koninklijke besluiten inzake energie" en de woorden "wijzigen, vervangen en opheffen".
Art.6. De artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 11 juni 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, worden bekrachtigd met ingang van 25 juni 2023, dag van hun inwerkingtreding.
De Koning kan de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, en van het koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan, bekrachtigd bij wet, wijzigen, aanvullen, vervangen en opheffen.
Art. 7. Het koninklijk besluit van 27 september 2023 tot vaststelling voor het jaar 2023 van het bedrag van de repartitiebijdrage bedoeld in artikel 14, § 8, van de wet van 11 april 2003 op de repartitiebijdrage, wordt bekrachtigd met ingang van 15 december 2023, de dag van zijn inwerkingtreding.