Details





Titel:

11 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 124, § 3, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, vervangen bij koninklijk besluit van 26 februari 2003 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 mei 2014, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  " Ook in afwijking op het eerste lid, wordt de voorwaarde tot samenwoning verondersteld te zijn behouden tussen een gerechtigde en zijn persoon ten laste voor een periode van maximaal twee kalenderkwartalen in geval van ambtshalve schrapping uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, die zowel de gerechtigde als zijn persoon ten laste betreft, onder dezelfde schrappingscode en op dezelfde datum. De voorwaarde van samenwoning wordt echter niet verondersteld te worden behouden als de ambtshalve schrapping het gevolg is van hun vertrek naar het buitenland of het verlies van hun verblijfsvergunning. "

Art.2. Artikel 128ter van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 5 augustus 2006 en 1 juli 2008, wordt aangevuld met een lid, luidende:
  " De hoedanigheid van gerechtigde van artikel 32, eerste lid, 13°, van de gecoördineerde wet gaat niet verloren voor personen die ambtshalve zijn geschrapt uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, op voorwaarde dat de duur van de schrapping niet drie kalenderkwartalen bereikt. Deze uitzondering geldt echter niet voor personen die ambtshalve worden geschrapt als gevolg van hun vertrek naar het buitenland of als gevolg van het verlies van hun verblijfsvergunning. "

Art.3. In artikel 128quinquies van hetzelfde besluit gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 juli 2008 en 26 januari 2009, wordt paragraaf 2, opgeheven bij koninklijk besluit van 1 juli 2008, hersteld als volgt:
  " § 2. De hoedanigheid van gerechtigde van artikel 32, eerste lid, 15°, van de gecoördineerde wet gaat niet verloren voor personen die ambtshalve worden geschrapt uit het Rijksregister van de natuurlijke personen, op voorwaarde dat de duur van de schrapping niet drie kalenderkwartalen bereikt. Dezelfde uitzondering geldt voor personen die genoten van geneeskundige prestaties in een andere hoedanigheid van gerechtigde van artikel 32, eerste lid, terwijl ze voldeden aan de voorwaarden van de hoedanigheid, bedoeld in 15°. Deze uitzondering geldt echter niet voor personen die ambtshalve worden geschrapt als gevolg van hun vertrek naar het buitenland of als gevolg van het verlies van hun verblijfsvergunning. "

Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024 voor de verlenging van het recht op geneeskundige verzorging op basis van het refertejaar 2022.

Art. 5. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.