10 NOVEMBER 2022. - Besluit van de Regering tot oprichting van een toezichtscomité en een selectiecomité voor het Europees Sociaal Fonds Plus 2021-2027(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 02-10-2023 en tekstbijwerking tot 28-02-2025)
Hoofdstuk 1. - Toezichtscomité
Art. 1-3
Hoofdstuk 2. - Selectiecomité
Art. 4-6
Hoofdstuk 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 7
Hoofdstuk 4. - Slotbepalingen
Art. 8-11
Hoofdstuk 1. - Toezichtscomité
Artikel 1. Oprichting en taken
Er wordt een toezichtscomité opgericht dat toezicht houdt op de uitvoering van het Europees Sociaal Fonds Plus 2021-2027 in het kader van de doelstelling "investeren in werkgelegenheid en groei", hierna: "Europees Sociaal Fonds Plus 2021-2027".
Het toezichtscomité heeft tot taak:
1° de vooruitgang bij de uitvoering van het programma en bij het bereiken van de tussen- en einddoelen regelmatig te beoordelen aan de hand van de documenten die de beheerautoriteit van het ESF+-programma in de Duitstalige Gemeenschap (hierna: "beheerautoriteit") heeft voorgelegd;
2° de resultaten van de uitvoering te onderzoeken en daarbij in het bijzonder na te gaan in welke mate de doelstellingen voor elk kernpunt bereikt zijn en welke vooruitgang geboekt is met de evaluaties bedoeld in artikel 40, lid 1, van Verordening (EU) nr. 2021/1060;
3° het eindverslag over de prestaties bedoeld in artikel 40, lid 2, van Verordening (EU) nr. 2021/1060 te onderzoeken en goed te keuren;
4° kennis te nemen van het jaarlijkse controleverslag en van de eventuele opmerkingen van de Europese Commissie daaromtrent;
5° voorstellen te doen aan de beheerautoriteit, met name om de administratieve lasten voor de begunstigden te verminderen;
6° voorstellen tot wijziging van de inhoud van de beslissing van de Europese Commissie over een bijdrage van het Fonds te onderzoeken en goed te keuren;
7° de methode en de criteria voor de selectie van concrete projecten, inclusief wijzigingen daarvan, goed te keuren;
8° voor een partnerschap tussen alle actoren van het operationele programma te zorgen met het oog op de uitvoering van de integratie.
Het toezichtscomité vervult in dit kader ook alle onder zijn verantwoordelijkheid vallende taken voor de voorbereiding van de volgende fase van het programma.
Art.2.Samenstelling
§ 1 - In het toezichtscomité zetelen de volgende stemgerechtigde leden:
[1 1° één vertegenwoordiger van de Minister-President, Minister van Lokale Besturen, Ruimtelijke Ordening en Financiën;
2° één vertegenwoordiger van de Viceminister-President, Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid;
3° één vertegenwoordiger van de Minister van Cultuur, Sport, Toerisme en Media;
4° één vertegenwoordiger van de Minister van Gezin, Sociale Aangelegenheden, Huisvesting en Gezondheid;]1
5° één vertegenwoordiger van het departement Werkgelegenheid van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
6° één vertegenwoordiger van het departement Gezin en Sociale Aangelegenheden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
7° één vertegenwoordiger van het departement Vorming en Organisatie van het Onderwijs van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
8° één vertegenwoordiger van het departement Regionale Ontwikkeling van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
9° één vertegenwoordiger van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's (IAWM);
10° één vertegenwoordiger van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven (DSL);
11° één vertegenwoordiger van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap (ADG);
12° één vertegenwoordiger van de Jeugdraad van de Duitstalige Gemeenschap (RDJ);
13° één vertegenwoordiger van de adviescommissie voor integratie en samenleven in diversiteit;
14° twee vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, namelijk één vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties;
15° één vertegenwoordiger van de beheerautoriteit.
§ 2 - In het toezichtscomité zetelen de volgende leden met raadgevende stem:
1° de Europese Commissie en, in voorkomend geval, de Europese Investeringsbank;
2° de ESF-agentschappen van de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
3° de publiek- en privaatrechtelijke instelling die in de Duitstalige Gemeenschap de externe beoordeling van het programma uitvoert;
4° de INTERREG-managers van de Duitstalige Gemeenschap voor het INTERREG VI-programma voor de Grote Regio en de Euregio Maas-Rijn;
5° de publiek- of privaatrechtelijke instelling die in de Duitstalige Gemeenschap als auditautoriteit fungeert;
6° de vertegenwoordigers van de projectpromotoren.
----------
(1)<BDG 2024-07-11/10, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-07-2024>
Art.3. Werkwijze
De Minister-President of diens plaatsvervanger zit het toezichtscomité voor.
De beheerautoriteit fungeert als secretariaat van het toezichtscomité.
Het toezichtscomité stelt zijn huishoudelijk reglement op in onderlinge overstemming met de beheerautoriteit; dat reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering.
Hoofdstuk 2. - Selectiecomité
Art.4. Oprichting en taken
Er wordt een selectiecomité opgericht om de projectaanvragen, ingediend met het oog op een medefinanciering door het Europees Sociaal Fonds Plus 2021-2027, te beoordelen.
Art.5.Samenstelling
In het selectiecomité zetelen de volgende stemgerechtigde leden:
[1 1° één vertegenwoordiger van de Minister-President, Minister van Lokale Besturen, Ruimtelijke Ordening en Financiën;
2° één vertegenwoordiger van de Viceminister-President, Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid;
3° één vertegenwoordiger van de Minister van Cultuur, Sport, Toerisme en Media;
4° één vertegenwoordiger van de Minister van Gezin, Sociale Aangelegenheden, Huisvesting en Gezondheid;]1
5° één vertegenwoordiger van het departement Werkgelegenheid van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
6° één vertegenwoordiger van het departement Gezin en Sociale Aangelegenheden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
7° één vertegenwoordiger van het departement Vorming en Organisatie van het Onderwijs van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap;
8° twee vertegenwoordigers van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, namelijk één vertegenwoordiger van de representatieve werkgeversorganisaties en één vertegenwoordiger van de representatieve werknemersorganisaties;
9° één vertegenwoordiger van de beheerautoriteit.
Het selectiecomité kan andere deskundigen ter hoorzitting uitnodigen, met name projectpromotoren om hun project voor te stellen.
----------
(1)<BDG 2024-07-11/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-07-2024>
Art.6. Werkwijze
Het selectiecomité beoordeelt de aanvragen op basis van de selectiecriteria die het toezichtscomité heeft vastgelegd. Het kan daarbij drie aanbevelingen formuleren:
1° het project aannemen;
2° het project weigeren;
3° de beslissing uitstellen, met de verplichting om de aanvraag op verscheidene punten aan te vullen of te wijzigen.
De aanbevelingen van het selectiecomité worden ter beslissing voorgelegd aan de Regering. Wordt het project aangenomen, dan sluit de Regering een overeenkomst met de projectpromotor. Wordt het project geweigerd of de beslissing uitgesteld, dan draagt de Regering de beheerautoriteit op om de aanvrager hiervan in kennis te stellen.
Het selectiecomité stelt zijn huishoudelijk reglement op in onderlinge overstemming met de beheerautoriteit; dat reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering.
Hoofdstuk 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art.7. Belangenconflicten en wrakingsgronden
§ 1 - Er is een belangenconflict wanneer een lid van het toezichtscomité of het selectiecomité tegelijkertijd als projectpromotor aan een zitting deelneemt.
Private of persoonlijke relaties met een projectpromotor die bij objectieve beschouwing de schijn van vooringenomenheid kunnen wekken, gelden als wrakingsgronden. Dat is met name het geval wanneer een lid van het toezichtscomité of het selectiecomité met een persoon die betrokken is bij het project waarop toezicht moet worden uitgeoefend, gehuwd is of is geweest, wettelijk of feitelijk samenwoont, een feitelijk gezin vormt, in rechte lijn verwant of aanverwant is of is geweest.
§ 2 - Het betrokken lid van het toezichtscomité of het selectiecomité moet het belangenconflict of de wrakingsgrond aan het begin van de zitting melden. De voorzitter van het toezichtscomité of het selectiecomité vraagt de leden daarnaar aan het begin van de zitting en ziet erop toe dat de regels worden nageleefd in geval van een belangenconflict of een wrakingsgrond.
Wanneer een ingediende of goedgekeurde aanvraag door het toezichtscomité of het selectiecomité wordt beoordeeld of besproken, mogen de leden met een belangenconflict of een wrakingsgrond, niet deelnemen aan de bespreking, noch aan de beoordeling of de stemming.
Hoofdstuk 4. - Slotbepalingen
Art.8. Overgangsbepaling
Het toezichtscomité dat werd geïnstalleerd krachtens het besluit van de Regering van 13 november 2014 tot oprichting van een toezichtscomité en een selectiecomité voor het Europees Sociaal Fonds 2014-2020, voleindigt zijn mandaat tot de definitieve afsluiting van de uitvoering van het Europees Sociaal Fonds 2014-2020 volgens de voorschriften van hetzelfde besluit.
Art.9. Opheffingsbepaling
Het besluit van de Regering van 13 november 2014 tot oprichting van een toezichtscomité en een selectiecomité voor het Europees Sociaal Fonds 2014-2020 wordt opgeheven.
Art.10. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 11. Uitvoeringsbepaling
De minister bevoegd voor de coördinatie en het beheer van Europese structuurfondsen is belast met de uitvoering van dit besluit.