20 JULI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 23bis/1, § 4, tweede lid van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 26 december 2022, worden de woorden "van de gecoördineerde wet" opgeheven.
Art.2. In titel I van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk III/I, dat het artikel 38/1 bevat, ingevoegd, luidende als volgt:
"Hoofdstuk III/I. - Toekenning van een werkhervattingspremie
Art. 38/1. De werkhervattingspremie bedoeld in artikel 110/1 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 wordt onder dezelfde voorwaarden toegekend aan de werkgever waarbij een gerechtigde die zich in het tijdvak van invaliditeit bedoeld in artikel 6, 3° bevindt, een toegelaten activiteit overeenkomstig artikel 23 of artikel 23bis hervat.
Als de werkgever evenwel voor eenzelfde gerechtigde ook een recht op een werkhervattingspremie opent wegens eenzelfde toegelaten arbeid verricht overeenkomstig de bepalingen van artikel 100, § 2 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, wordt de toekenning van de werkhervattingspremie bedoeld in het eerste lid geweigerd.
Art.3. Artikel 76, 2° van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden "en van de werkhervattingspremies".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 79quinquies ingevoegd, luidende:
"Art. 79quinquies. Van de uitgaven in verband met de werkhervattingspremies worden kwartaalstaten op naam opgemaakt. Die staten, waarvan het model wordt vastgesteld door het Beheerscomité bedoeld in artikel 39, geven een uitsplitsing van de uitgaven in die voor de zelfstandigen die een toegelaten activiteit verrichten en in die voor de meehelpende echtgenoten die een toegelaten activiteit verrichten. Deze staten bevatten minstens de volgende gegevens:
- de identificering van de gerechtigde wiens toegelaten activiteit aanleiding heeft gegeven tot de betaling van de werkhervattingspremie;
- de identificering van de werkgever die de werkhervattingspremie geniet;
- het betaalde bedrag.".
Art.5. De maatregel bepaald in artikel 38/1 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, zoals ingevoegd bij dit besluit, zal door het Beheerscomité bedoeld in artikel 39 van het voormelde koninklijk besluit van 20 juli 1971 worden geëvalueerd vóór 1 april 2025. Deze evaluatie zal minstens de volgende aspecten tot voorwerp hebben:
1° de impact op het aantal verrichte toegelaten tewerkstellingen door de invalide gerechtigden;
2° de duurtijd van deze toegelaten tewerkstellingen;
3° de verhouding tussen de kost van de toekenning van deze werkhervattingspremie en de budgettaire opbrengst van deze toegelaten tewerkstellingen.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2023, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2023.
Art. 7. De minister bevoegd voor Sociale zaken en de minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.