18 JUNI 2023. - Wet tot invoering van een overlegprocedure in het kader van de uitoefening van technische verstrekkingen door bekwame helpers bedoeld in artikel 124, 1°, zesde lid, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015
Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
Hoofdstuk 2. - Toepassingsgebied
Art. 3
Hoofdstuk 3. - Bepalingen inzake de overlegprocedure
Art. 4-6
Hoofdstuk 4. - Inwerkingtreding
Art. 7
Hoofdstuk 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. Voor de toepassing van deze wet wordt begrepen onder:
1° de wet van 10 mei 2015: de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015;
2° de wet van 5 december 1968: de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Hoofdstuk 2. - Toepassingsgebied
Art.3. Deze wet is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 vallen.
Hoofdstuk 3. - Bepalingen inzake de overlegprocedure
Art.4. § 1. In ondernemingen of instellingen waar een vakbondsafvaardiging aanwezig is en waar werknemers als bekwame helpers technische verstrekkingen uitvoeren, zoals bedoeld in artikel 124, 1°, zesde lid, van de wet van 10 mei 2015, omwille van hun tewerkstelling in die onderneming of instelling worden de nadere regels en afspraken over de implementatie van deze maatregel vastgelegd door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 5 december 1968 gesloten op het niveau van de onderneming of instelling.
Deze regels en afspraken betreffen minstens:
1° de voorafgaandelijk te krijgen instructies en/of te volgen opleiding van de betrokken werknemers;
2° de praktische implementatie van het uitoefenen van de technische verstrekkingen door de bekwame helpers;
3° de impact op de arbeidsorganisatie.
§ 2. Deze regels en afspraken kunnen ook worden bepaald bij een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het paritair comité waaronder de werkgevers, die bekwame helpers tewerkstellen, ressorteren.
In dit geval vervalt de verplichting om op het niveau van de onderneming of instelling hieromtrent een collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten.
§ 3. Werkgevers van ondernemingen of instellingen waar geen syndicale delegatie aanwezig is, informeren het paritair (sub)comité waaronder ze ressorteren, over het gebruik van deze maatregel door ten laatste één maand nadat hij het bedoelde document betreffende de procedure of het zorgplan in artikel 124, 1°, zesde lid, van de wet van 15 mei 2015 heeft ontvangen, een mededeling op elektronische wijze te verzenden naar de voorzitter van dit paritair (sub)comité en dit voor alle betrokken werknemers.
§ 4. De voormelde collectieve arbeidsovereenkomsten hebben daarbij bijzondere aandacht voor de bij artikel 124 1°, veertiende lid, van de wet van 10 mei 2015, bepaalde voorwaarden.
Art.5. De werkgever waarbij werknemers als bekwame helpers technische verstrekkingen uitoefenen zoals bedoeld in artikel 124, 1°, zesde lid, van de wet van 10 mei 2015, omwille van hun tewerkstelling bij die werkgever, informeert en raadpleegt hierover voorafgaandelijk de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging.
Hij agendeert vervolgens een raadpleging van het betrokken inspraakorgaan binnen de zes maanden na het eerste gebruik. Bij deze gelegenheid evalueert het betrokken inspraakorgaan de toepassing van deze maatregel met bijzondere aandacht voor de voorwaarden bepaald bij of krachtens:
1° artikel 124, 1°, zesde tot veertiende lid, van de wet van 10 mei 2015;
2° artikel 4.
Met het oog op deze raadpleging bezorgt de werkgever ten minste vijftien dagen voor de vergadering informatie over de uitoefening van de technische verstrekkingen door bekwame helpers als bedoeld in artikel 124, 1°, zesde lid, van de wet van 10 mei 2015. Deze informatie omvat minstens de volgende gegevens: het aantal betrokken werknemers, het aantal betrokken patiënten, de aard van de verstrekkingen, de gevolgde opleidingen en/of ontvangen instructies en de impact op de arbeidsorganisatie.
De bespreking binnen het betrokken inspraakorgaan wordt verder elk jaar geagendeerd, zolang het gebruik aanhoudt.
Art.6. Het paritair comité, bevoegd voor de werkgevers waar werknemers worden tewerkgesteld die als bekwame helpers technische verstrekkingen uitoefenen zoals bedoeld in artikel 124, 1°, zesde lid, van de wet van 10 mei 2015 omwille van hun tewerkstelling bij deze werkgevers, zet de bespreking over de toepassing van deze wet binnen de sector minstens eenmaal per jaar op de agenda van het paritair comité.
Het resultaat van de bespreking over de toepassing van deze wet wordt ter kennis gebracht van de minister die Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft en van de minister die Werk onder zijn bevoegdheid heeft.
Hoofdstuk 4. - Inwerkingtreding
Art. 7. Deze wet treedt in werking op dezelfde datum als de wet van 11 juni 2023 tot wijziging van artikel 124, 1°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, teneinde de wetgeving betreffende de uitoefening van technische verpleegkundige verstrekkingen door een mantelzorger of door een bekwame helper hierin aan te passen.