Details





Titel:

29 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, voor wat betreft de pensioenleeftijd



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967122203 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1, 9°, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1997, worden de woorden "zoals voorzien in de artikelen 3, § 1, en " vervangen door de woorden "zoals voorzien in artikel 3, § 1, § 1bis of § 1ter naargelang van het geval, en".

Art.2. In artikel 25 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 29 juni 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in § 2 worden de woorden "Wanneer de langstlevende echtgenoot tenminste 65 jaar oud is" vervangen door de woorden "Wanneer de langstlevende echtgenoot ten minste de pensioenleeftijd bereikt";
  2° in § 3 worden de woorden "waarin de overlevende echtgenoot de leeftijd van 65 jaar bereikt" vervangen door de woorden "waarin de overlevende echtgenoot de pensioenleeftijd bereikt.".

Art.3. In artikel 53bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2014, worden de woorden "in het kwartaal waarin hij de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt of zou bereikt hebben" vervangen door de woorden "in het kwartaal waarin hij de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt of zou bereikt hebben".

Art.4. In artikel 92 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 april 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° een § 1/1 wordt ingevoegd, luidende :
  "Voor de uit de echt gescheiden echtgenoot wiens pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaat op 1 februari 2025 en uiterlijk op 1 januari 2030, wordt de in § 1 vastgestelde leeftijd op 66 jaar gebracht."
  2° een § 1/2 wordt ingevoegd, luidende :
  "Voor de uit de echt gescheiden echtgenoot wiens pensioen daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste ingaat op 1 februari 2030, wordt de in § 1 vastgestelde leeftijd op 67 jaar gebracht."

Art.5. In artikel 107 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In § 2, A, worden de woorden "waarin hij één van de in de artikelen 3, § 1, en 16, § 1" vervangen door de woorden "waarin hij één van de in de artikelen 3, § § 1, 1bis, 1ter en 16, § 1,"
  2° In § 2, C, worden de woorden "één van de in de artikelen 3, § 1 en 16, § 1 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997" vervangen door de woorden één van de in de artikelen 3, § § 1, 1bis, 1ter en 16, § 1 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997";
  3° In § 2, D, worden de woorden " en die de leeftijd van 65 jaar niet heeft bereikt, mag tot 31 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan datgene waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt " vervangen door de woorden " en die de pensioenleeftijd niet heeft bereikt, mag tot 31 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan datgene waarin hij de pensioenleeftijd bereikt";
  4° In § 2, F, eerste lid, worden de woorden "de leeftijd van 65 jaar bereikt" vervangen door de woorden "de pensioenleeftijd bereikt";
  5° in § 2, F, tweede lid, worden de woorden "die volgt op de 65e verjaardag van de gerechtigde." vervangen door de woorden "die volgt op deze waarin de gerechtigde de pensioenleeftijd bereikt".
  6° In § 2, F, derde lid, worden de woorden " gelegen tussen de laatste dag van de maand van de 65e verjaardag en" vervangen door de woorden "gelegen tussen de laatste dag van de maand waarin de pensioenleeftijd bereikt werd en".
  7° In § 3, D, eerste lid, worden de woorden "en die, naargelang van het geval, één van de in de artikelen 3, § 1, en 16, § 1, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997" vervangen door de woorden "en die, naargelang van het geval, één van de in de artikelen 3, § § 1, 1bis, 1ter en 16, § 1, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997".
  8° In § 3, D, tweede lid, worden de woorden "en die, naargelang van het geval, één van de in de artikelen 3, § 1, en 16, § 1, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997" vervangen door de woorden "en die, naargelang van het geval, één van de in de artikelen 3, § § 1, 1bis, 1ter en 16, § 1, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997".
  9° In § 4, derde lid, a), worden de woorden "dat gelegen is vóór 1 januari van het jaar waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt" vervangen door de woorden "dat gelegen is vóór 1 januari van het jaar waarin hij de pensioenleeftijd bereikt".
  10° In § 4, derde lid, b), worden de woorden "waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt" vervangen door de woorden "waarin hij de pensioenleeftijd bereikt".

Art.6. In artikel 133quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 4 september 2002, wordt het eerste lid gewijzigd als volgt :
  "Wanneer een persoon die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, de pensioenleeftijd bedoeld in artikel 3, § 1, § 1bis of § 1ter, naargelang het geval, en in artikel 16, eerste lid van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 ten vroegste op 1 december 2003 bereikt, worden zijn rechten op een rustpensioen als zelfstandige ambtshalve onderzocht, op voorwaarde dat de beroepsbezigheid die in die hoedanigheid werd uitgeoefend, de verplichte of vrijwillige onderwerping krachtens de wetten die het pensioenstelsel der zelfstandigen geregeld hebben en krachtens het koninklijk besluit nr. 38 tot gevolg had."

Art.7. In artikel 154, 8°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 december 1998, worden de woorden "aan de loopbaanvoorwaarde gesteld in de artikelen 3, § 3, en 17 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997" gewijzigd door de woorden "aan de loopbaanvoorwaarde gesteld in de artikelen 3, § 3, artikel 16bis, artikel 16ter en in artikel 17 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997".

Art.8. In artikel 163 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in § 1 worden de woorden "de leeftijd van 65 jaar" vervangen door de woorden "de pensioenleeftijd".
  2° in § 2 worden de woorden "waarin de weduwe de leeftijd van 65 jaar bereikt" vervangen door de woorden "waarin de weduwe de pensioenleeftijd bereikt".

Art. 9. De minister bevoegd voor Zelfstandigen en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.