21 NOVEMBER 2023. - Koninklijk besluit houdende de rangschikking van de functies over de verschillende niveaus
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut
Art. 6-10
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A
Art. 11-13
HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 14-16
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel
Artikel 1. In artikel 5ter van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 november 2008 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
"Elk personeelslid oefent een functie uit die tot een graad of klasse behoort met een bijhorende functiebeschrijving.";
2° tussen het eerste en het tweede lid worden drie leden ingevoegd luidende:
"De minister van Ambtenarenzaken rangschikt elke functie in een niveau en binnen het niveau A in een klasse. De rangschikking is gebaseerd op functiefamilies en onderscheidende criteria.
Een functiefamilie omvat functies die eenzelfde werkproces volgen. De Minister van Ambtenarenzaken legt de functiefamilies vast en bepaalt voor elke functiefamilie een familiebenaming, een doel, resultaatsgebieden en onderscheidende criteria. Aan elk niveau of, voor het niveau A, aan elke klasse wordt per functiefamilie een competentieprofiel gekoppeld.
Onderscheidende criteria zijn de specifieke kenmerken van een functiefamilie die de ene functie van de andere onderscheiden binnen die familie. Ze worden gewogen overeenkomstig de methodologie bedoeld in bijlage V bij het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel."
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel
Art.2. Het opschrift van hoofdstuk I van titel II van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel wordt vervangen als volgt:
"Rangschikking van functies".
Art.3. In artikel 20bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 maart 2010, worden de woorden "classificeert de functies van het niveau A op basis van hun weging" vervangen door de woorden "rangschikt de functies van niveau A in een klasse en de functies van het niveau B, C en D op basis van hun weging".
Art.4. In artikel 20ter van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 maart 2010 houdende diverse maatregelen betreffende de loopbaan van het rijkspersoneel, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1 worden de woorden ",B, C en D" ingevoegd tussen de woorden "niveau A" en "maken het";
b) in paragraaf 3 wordt het woord "geclassificeerd" vervangen door het woord "gerangschikt";
c) paragraaf 3 wordt aangevuld met de bepalingen onder 6° tot en met 8° :
"6° het niveau B als de score gelegen is tussen 169 en 249;
7° het niveau C als de score gelegen is tussen 114 en 168;
8° het niveau D als de score gelegen is tussen 70 en 113."
Art.5. In artikel 20octies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 maart 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "de classificatie" vervangen door de woorden "de rangschikking";
2° in paragraaf 3 worden de woorden "de classificatie van alle functies alsook op de organisatie van de weging en de classificatie" vervangen door de woorden "de rangschikking van alle functies alsook op de organisatie ervan".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut
Art.6. In artikel 3, § 1, 20°, van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, hersteld bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, worden de woorden "houdende de classificatie van de functies van niveau A" vervangen door de woorden "houdende de rangschikking van functies".
Art.7. Artikel 28sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 april 1999, wordt opgeheven.
Art.8. Artikel 28septies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 april 1999, wordt opgeheven.
Art.9. Artikel 30 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 29 april 2002, wordt vervangen als volgt:
"In afwijking van artikel 4, moeten de woorden "federale overheidsdiensten" niet gelezen worden als "instellingen" voor de toepassing van artikel 20quinquies, 3°. "
Art.10. Artikel 30bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 en vervangen bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004, wordt opgeheven.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A
Art.11. In het opschrift van het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende de classificatie van de functies van niveau A worden de woorden "houdende de classificatie van de functies van niveau A" vervangen door de woorden "houdende de rangschikking van functies".
Art.12. In artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 november 2008, worden de woorden "van niveau A ingedeeld in een (klasse)" vervangen door de woorden "gerangschikt en binnen niveau A in een klasse".
Art.13. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 1 opgeheven.
HOOFDSTUK 5. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.14. De procedures inzake evaluatie, selectie, overgang naar het hogere niveau en mutaties die lopend zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden verder geregeld door de bepalingen zoals die van kracht waren op die datum.
Art.15. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.
Art. 16. De minister bevoegd voor Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.