26 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het federaal reductieplan biociden
HOOFDSTUK I. - Het federaal reductieplan biociden
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 4 september 2012 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden, met inbegrip van hun gebruik in het kader van duurzame ontwikkeling.
Art. 6-10
HOOFDSTUK III. - Uitvoeringsbepaling
Art. 11
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Het federaal reductieplan biociden
Artikel 1. Dit besluit stelt het federaal reductieplan biociden vast, gevoegd in de bijlage van dit besluit, evenals het kader voor de ontwikkeling en de herziening ervan, met het oog op de vermindering van de risico's om een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van mensen en dieren en van het milieu te waarborgen, op basis van het voorzorgsbeginsel en met bijzondere aandacht voor de bescherming van kwetsbare groepen.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° biocide: een biocide zoals gedefinieerd door artikel 3, 1, a) van de verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden;
2° kwetsbare groepen: kwetsbare groepen zoals bepaald in artikel 3, 1, ad) van de verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruiken van biociden;
3° belanghebbenden : collectieve actoren (organisaties of verenigingen) die betrokken zijn bij de maatregelen van het reductieplan, met name sectorale verenigingen betrokken bij het op de markt brengen en het gebruik van biociden, evenals milieuactoren.
Art.3. Het federaal reductieplan biociden wordt gepubliceerd op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Art.4. § 1. De dienst biociden van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu coördineert het federaal reductieplan biociden.
Er wordt een werkgroep opgericht teneinde het overleg en de opvolging van het reductieplan te verzekeren, en dit via niet-bindende adviezen of voorstellen
Deze werkgroep, voorgezeten door een vertegenwoordiger van de dienst biociden, bestaat uit vertegenwoordigers van de dienst biociden, en van de gewesten. De vertegenwoordigers van de gewesten worden op vrijwillige basis voorgedragen door de gewesten.
De werkgroep vergadert minimaal één keer per jaar.
§ 2. De belanghebbenden zullen geraadpleegd worden betreffende de voorbereiding, de inwerkingstelling en de actualisatie van het federaal reductieplan .
§ 3. De Minister bevoegd voor Leefmilieu kan specifieke maatregelen toevoegen aan het federaal reductieplan biociden.
Art.5. Het federaal reductieplan biociden beschrijft op zijn minst de volgende maatregelen:
1° bepaling van de globale of specifieke risicobeperkingsdoelstellingen voor biociden en hun werkzame stoffen naar aanleiding van de evolutie van de Europese wetgeving inzake gebruik in het kader van duurzame ontwikkeling;
2° ontwikkeling en implementatie van een of meer indicatoren van de evolutie van het op de markt aanbieden van biociden en/of die het mogelijk maken acties te prioriteren. De mogelijke gevolgen voor het milieu en/of de gezondheid zullen worden bekeken vanuit de gegevens in het bezit van de dienst biociden van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
3° het opmaken van een jaarlijks overzicht van acute biociden vergiftigingen ontvangen door het Nationaal centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties;
4° bijzondere aandacht besteden aan kwetsbare groepen voor de ontwikkeling van gerichte acties om de risico's te verminderen;
5° publicatie op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu van evenwichtige algemene informatie naar het grote publiek en/of de professionals betreffende biociden, zoals:
a) de lijst van toegelaten producten;
b) informatie over de wetgeving;
c) de toelatingsaktes en de samenvattingen van de productkenmerken;
d) het gesloten circuit en het vrije circuit
e) de folders.
6° Uitvoering van specifieke campagnes om bepaalde sectoren en het brede publiek te informeren en sensibiliseren ;
7° Ontwikkeling van opleiding voor bepaalde sectoren.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 4 september 2012 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden, met inbegrip van hun gebruik in het kader van duurzame ontwikkeling.
Art.6. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 september 2012 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden, met inbegrip van hun gebruik in het kader van duurzame ontwikkeling, wordt vervangen als volgt:
"Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Gewasbeschermingsmiddel: een gewasbeschermingsmiddel of een toevoegingsstof zoals gedefinieerd door Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad;
2° Indicator: instrument dat gebruikt wordt ter evaluatie van de toestand of evolutie van een kenmerk dat verband houdt met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen;
3° Index: het resultaat van de berekening met behulp van een indicator;
4° Federaal reductieplan: federaal deel van het nationale actieplan als bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden. Het federale reductieplan vormt het permanente kader voor actie;
5° Federaal reductieprogramma: het onderdeel gewasbeschermingsmiddelen van het reductieprogramma bedoeld in artikel 8bis van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame consumptie en duurzame methoden en ter bescherming van het milieu, de gezondheid en de werknemers, voor wat de gewasbeschermingsmiddelen betreft. Het federale reductieprogramma bevat de lijst van acties die voor een bepaalde periode moeten worden uitgevoerd;
6° Commissie: Europese Commissie.".
Art.7. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 4 worden de woorden "Op basis van dergelijke indicatoren worden, indien van toepassing rekening houdend met de beperkingsdoelstellingen die al vóór dit federaal reductieprogramma werden gerealiseerd" vervangen door de woorden "Op basis van dergelijke indicatoren en rekening houdend met eventuele reeds bereikte beperkingsdoelstellingen worden," ;
2° paragraaf 7 wordt vervangen als volgt:
" § 7. Elke ingrijpende verandering in het federaal reductieplan wordt onverwijld ter kennis van de Commissie gebracht.".
Art.8. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
" § 1. Overeenkomstig artikel 8bis, § 1, eerste lid, van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers stelt de Koning vanaf 26 november 2012 om de vijf jaar bij een in Ministerraad overlegd besluit een federaal reductieprogramma vast en publiceert het in het Belgisch Staatsblad.
Het programma van het federaal reductieplan wordt geactualiseerd na 2 en een half jaar. Deze actualisering wordt gepubliceerd op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu." ;
2° in paragraaf 3 worden de woorden "een ontwerp van herziening" vervangen door de woorden "het programma van het federaal reductieplan" ;
3° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :
" § 4. De belanghebbenden zullen geraadpleegd worden betreffende de voorbereiding, de inwerkingstelling en de herziening van het federaal reductieprogramma via een Raad bestaande uit vertegenwoordigers van:
1° de federale overheden die bevoegd zijn voor de volksgezondheid, de landbouw de gezondheid van de werknemer, de voedselveiligheid, alsook het leefmilieu;
2° indien zij dit nodig achten, de gewest- en gemeenschapsregeringen die bevoegd zijn voor de volksgezondheid, de landbouw, de gezondheid van de werknemer, de voedselveiligheid, alsook het leefmilieu;
3° de wetenschappelijke wereld betrokken bij de materies van het federaal reductieplan;
4° de beroepsverenigingen van landbouwers;
5° de biologische landbouwsector;
6° de consumentenbeschermingsorganisaties;
7° de milieubeschermingsverenigingen;
8° de sector van producenten en verdelers van gewasbeschermingsmiddelen;
9° de waterdistributiesector;
10° de vakbondsverenigingen;
11° de biologische bestrijdingssector;
12° de adviseurs inzake preventie en bescherming op het werk;
13 de park- en tuinonderhoudssector.
De Raad zal elk kwartaal onder het voorzitterschap van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu samenkomen.".
Art.9. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
" § 1. Er worden geharmoniseerde risico-indicatoren zoals bedoeld in de bijlage I gebruikt. Andere geschikte indicatoren kunnen gebruikt worden.
De Ministers of Staatsecretarissen belast met Volksgezondheid, en/of met Leefmilieu, en/of met Landbouw, en/of met Economie, en/of met Werk, kunnen de bijlage I bij dit besluit aanvullen en wijzigen om het gelijkvormig te maken met de akten van de instellingen van de Europese Unie.";
2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:
" § 2. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu :
1° berekent de risico-indexen, voornamelijk met behulp van de geharmoniseerde indicatoren bedoeld in paragraaf 1 op basis van de statistische gegevens verzameld overeenkomstig de Verordening (EG) Nr. 1185/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende statistieken over pesticiden en andere relevante gegevens;
2° signaleert trends inzake het gebruik van bepaalde werkzame stoffen;
3° wijst de prioritaire punten aan door middel van geschikte indicatoren zoals werkzame stoffen, gewassen, regio's of praktijken die extra aandacht verdienen, of goede praktijken die als voorbeeld kunnen dienen voor de realisatie van de doelstellingen bedoeld in artikel 3.";
3° in paragraaf 3 worden de woorden "Voor wat betreft de gewasbeschermingsmiddelen worden de resultaten van de overeenkomstig paragraaf 2 uitgevoerde evaluaties" vervangen door de woorden "De resultaten van de overeenkomstig paragraaf 2 uitgevoerde evaluaties worden".
Art.10. In het opschrift en in de tekst van hetzelfde besluit wordt het woord `pesticiden' telkens vervangen door het woord `gewasbeschermingsmiddelen', met uitzondering van de bepalingen van dat besluit waarin melding wordt gemaakt van het opschrift van een normatieve tekst waarin het woord `pesticiden' voorkomt.
Het woord "reductieprogramma" wordt in de titel en in de tekst van hetzelfde besluit vervangen door het woord "reductieplan", behalve op de volgende plaatsen: art. 2.5°, art. 3 § 1, 2, 5, 8; art. 4 § 1 en 4, alinea 1; art. 5, en 7."
HOOFDSTUK III. - Uitvoeringsbepaling
Art.11. De minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Landbouw en de minister bevoegd voor Leefmilieu, zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-12-2023, p. 117841)