8 NOVEMBER 2023. - Koninklijk besluit met betrekking tot de tijdelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet van 8 november 2023 houdende maatregelen tot ondersteuning van de gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw
Art. 1-5
Artikel 1. De werkgevers als bedoeld in artikel 4 van de wet van 8 november 2023 houdende maatregelen tot ondersteuning van de gelegenheidsarbeiders in de land- en tuinbouw moeten voor de periode waarin zij bezoldigingen hebben betaald of toegekend aan gelegenheidsarbeiders in de fruit- of groenteteelt waarvoor zij een deel van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing in toepassing van hoofdstuk 3 van de voormelde wet niet in de Schatkist moeten storten, twee afzonderlijke aangiften in de bedrijfsvoorheffing overleggen volgens het in artikel 2 vermelde onderscheid.
Art.2. § 1. De eerste aangifte in de bedrijfsvoorheffing heeft betrekking op de aan al de werknemers betaalde of toegekende bezoldigingen en bevat de volgende specifieke vermeldingen:
a) in het vak "belastbare inkomsten": de door de werkgever voor die periode betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen;
b) in het vak "verschuldigde bedrijfsvoorheffing": de ingehouden bedrijfsvoorheffing.
§ 2. De tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing heeft uitsluitend betrekking op de bezoldigingen van gelegenheidsarbeiders in de fruit- of groenteteelt waarvoor een deel of het geheel van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet in de Schatkist moet worden gestort en bevat de volgende specifieke vermeldingen:
a) in het vak "aard der inkomsten": de code 76;
b) in het vak "belastbare inkomsten": het aantal uren gepresteerd als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt in de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 waarvoor in de betrokken aangifteperiode voor het eerst bezoldigingen worden betaald of toegekend;
c) in het vak "verschuldigde bedrijfsvoorheffing": een negatief bedrag gelijk aan het aantal in het vak "belastbare inkomsten" vermelde aantal uren vermenigvuldigd met 1,23 euro per uur, desgevallend beperkt tot de beschikbare bedrijfsvoorheffing.
Wanneer de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing er overeenkomstig artikel 90 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 slechts toe gehouden is om per kwartaal een aangifte in de bedrijfsvoorheffing in te dienen, wordt het in het eerste lid, c, bedoelde bedrag bepaald door de vrijstelling per maand te berekenen en desgevallend te beperken tot de voor die maand beschikbare bedrijfsvoorheffing en vervolgens de aldus bekomen bedragen voor de drie maanden van het betrokken kwartaal op te tellen.
Art.3. Ter staving van hun aangiften in de bedrijfsvoorheffing moeten de in artikel 1 vermelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing de volgende documenten ter beschikking houden van de administratie:
1° documenten die aantonen dat de werkgever ressorteert onder paritair comité voor het tuinbouwbedrijf en zich in hoofdzaak bezighoudt met fruitteelt of groenteteelt;
2° een nominatieve lijst met daarin per maand voor elke gelegenheidsarbeider:
- de volledige identiteit van de gelegenheidsarbeider alsmede, naar gelang het geval, zijn nationaal nummer of bis-identificatienummer toegekend door de Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
- het bedrag van de aan de gelegenheidsarbeider betaalde of toegekende bruto belastbare bezoldigingen;
- het bedrag van de op die bezoldigingen ingehouden bedrijfsvoorheffing;
- het totaal aantal uren gepresteerd als gelegenheidsarbeider in de fruit- of groenteteelt waarvoor in de betrokken maand voor het eerst bezoldigingen worden betaald of toegekend.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en is van toepassing op de vanaf 1 juli 2023 betaalde of toegekende bezoldigingen.
Art. 5. De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.