Details





Titel:

8 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de uitvoering van het sectoraal akkoord 2020-2022



Inhoudstafel:


Art. 1-23
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2006035334 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel VII 5 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 wordt het bedrag "13.499,00 euro" vervangen door het bedrag "13.749,00 euro";
  2° in paragraaf 2 wordt het bedrag "12.727,66 euro" vervangen door het bedrag "12.977,66 euro".

Art.2. In artikel VII 6, § 2bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid en tweede lid wordt het bedrag "35.000 euro" vervangen door het bedrag "35.250 euro";
  2° in het tweede lid wordt het bedrag "37.000 euro" vervangen door het bedrag "37.250 euro".

Art.3. In artikel VII 11 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 en 27 januari 2017, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:
  " § 2. Als een personeelslid het vakantieverlof waarop hij recht heeft, niet heeft opgenomen vóór het einde van de arbeidsrelatie bij de diensten van de Vlaamse overheid, worden die vakantiedagen uitbetaald.{BRIn afwijking van het eerste lid, gebeurt bij pensionering een uitbetaling van de niet-opgenomen vakantiedagen, in volgende gevallen:
  1° op verzoek van het personeelslid, mits voorafgaandelijk akkoord van de lijnmanager.
  Voor de management- en projectleidersfuncties van N-niveau, de algemeen directeur en het hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad geeft de opdrachtgever zijn voorafgaandelijk akkoord.
  2° indien het personeelslid zijn vakantiedagen niet heeft kunnen opnemen omwille van dienstbelang;
  3° Indien het personeelslid zijn vakantiedagen niet heeft kunnen opnemen wegens ziekte of arbeidsongeval.
  In geval van overlijden van het personeelslid worden de niet-opgenomen vakantiedagen uitbetaald aan de erfgenamen".

Art.4. In artikel VII 18 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009 en 29 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, 1° en 2°, en paragraaf 2, 1° en 2°, wordt het bedrag "16.421,84 euro" vervangen door het bedrag "16.671,84 euro";
  2° in paragraaf 1, 2°, en paragraaf 2, 2° wordt het bedrag "18.695,86 euro" vervangen door het bedrag "18.945,86 euro".

Art.5. In artikel VII 19, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009, wordt het bedrag "16.421,84 euro" vervangen door het bedrag "16.671,84 euro" en wordt het bedrag "18.695,86 euro" vervangen door het bedrag "18.945,86 euro".

Art.6. In artikel VII 22, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019, wordt de tabel vervangen door wat volgt:


 tot en met 2022 % van het brutosalaris van de maand november vanaf 2023 % van het brutosalaris van de maand november  
rang A2 en hoger, A291, A292, A168, A169, A118, A119, A129, A128 en A148 64,71% 66,71%  
rang A1, B3, B2, C3 en C2 71,47% 73,97%  
rangen B1, C1, D3 en D2 77,68% 80,68%  
rang D1 84,12% 88,12%
Art.7. In artikel VII 60, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2017, wordt de tabel vervangen door wat volgt:
  "


loodstoelage in euro's groep 1 groep 2 groep 3 groep 4
  na 6 jaar na 9 jaar na 14 jaar
rivierloodsen 142,71 170,21 208,59 248,17
kanaalloodsen 142,56 170,05 208,43 248,00
Scheldemondenloodsen 55,74 79,16 95,52 143,19
kustloodsen 91,47 123,54 171,94 207,80
".

Art.8. In artikel VII 63, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009, wordt de tabel vervangen door wat volgt:
  "


<td colspan="3" valign="top">80% van de toelagen van de kapitein
 algemene toelage toelage voor extraprestaties toelage voor het effectief geven van opleiding en het afnemen van proefreizen aan de hoofdschipper - gezagvoerder van de loodsboot Tender en andere nautische functies
loods, chefloods (dagdienst) 12.954,75 euro 2.330,05 euro  
loods, chefloods (continudienst) of nautisch dienstchef 12.954,75 euro 5.418,72 euro  
loods, kapitein van de loodsboot 12.954,75 euro 13.466,52 euro 10.108,92 euro
loods, stuurman van de loodsboot
".

Art.9. In artikel VII 65, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, wordt de tabel vervangen door wat volgt:
  "


graad/functie zeedienst rededienst
 dagbedrag jaarbedrag dagbedrag jaarbedrag
loods (functie chef-loods) 17,07 euro - - -
stagiair-loods 14,50 euro 2.000 euro - -
leidinggevend hoofdmedewerker (functie hoofdscheepstechnicus) 16,09 euro 2.236 euro   
hoofdscheepstechnicus 16,11 euro 2.239 euro - -
scheepstechnicus 14,56 euro 2.008 euro - -
leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdschipper) 17,14 euro -   
leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdschipper - gezagvoerder) 14,54 euro 2.005 euro   
leidinggevend hoofdassistent (functie officier werktuigkundige) 16,12 euro 2.240 euro   
leidinggevend hoofdassistent (functie motorist) 14,54 euro  5,72 euro 752 euro
hoofdschipper (functie gezagvoerder) 14,55 euro 2.007 euro - -
hoofdmotorist (functie motorist) 14,55 euro - 5,73 euro 753 euro
hoofdmotorist (functie officier werktuigkundige) 16,13 euro 2.242 euro - -
speciaal hoofdassistent (functie kok ingescheept) 14,57 euro 2.009 euro   
schipper 14,59 euro 2.012 euro 5,74 euro 755 euro
motorist 14,59 euro 2.012 euro 5,74 euro 755 euro
speciaal assistent (functie kok ingescheept en de functie matroos/stoker) 14,60 euro 2.013 euro 5,75 euro 755 euro
Art.10. In artikel VII 80, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019, wordt het bedrag "0,21 euro" vervangen door het bedrag "0,25 euro".

Art.11. In artikel VII 102, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019, wordt het bedrag "0,21 euro" vervangen door het bedrag "0,25 euro".

Art.12. In artikel VII 109, § 1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2019 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 september 2021, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "In geval van hybride werken heeft een personeelslid recht op een thuiswerkvergoeding van 20 euro per maand.".

Art.13. In artikel VII 163, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011, wordt de zinsnede "bijlage 9" vervangen door de zinsnede "bijlage 5".

Art.14. In artikel VII 175, § 2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt de zinsnede "bijlage 12" vervangen door de zinsnede "bijlage 5".

Art.15. In artikel VII 190, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019, wordt de zinsnede "bijlage 16" vervangen door de zinsnede "bijlage 5".

Art.16. In artikel X 9, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, 15 december 2017 en 26 april 2019, wordt het vierde lid vervangen door wat volgt:
  "Het personeelslid kan jaarlijks maximaal elf werkdagen verlof opsparen. Het opgespaarde verlof kan nooit meer dan 150 werkdagen bedragen. Het personeelslid wendt het opgespaarde verlof aan in de volgende kalenderjaren. Het personeelslid heeft het recht dit opgespaarde verlof op te nemen vóór zijn pensionering met behoud van de toepassing van artikel VII 11, § 2.".

Art.17. In artikel XI 7 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2017 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, wordt het derde lid opgeheven.

Art.18. Bijlage 5 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 januari 2022, wordt vervangen door bijlage 5, die als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.

Art.19. Bijlage 9 bij hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011, wordt opgeheven.

Art.20. Bijlage 10 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014, wordt vervangen door bijlage 10, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.

Art.21. In hetzelfde besluit worden de volgende bijlagen opgeheven:
  1° bijlage 12, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014;
  2° bijlage 15, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2017;
  3° bijlage 16, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019;
  4° bijlage 18, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2017.

Art.22. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023.

Art.23. De Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, is belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGE.

Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 27-10-2023, p. 100477)