23 JUNI 2023. - Besluit van de Waalse Regering houdende verscheidene bepalingen inzake werken bij de overheid
Art. 1-6
Artikel 1. In het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden, wordt een hoofdstuk VII quater ingevoegd, dat artikel 12octies bevat, luidend als volgt:
"HOOFDSTUK VII quater. - Aan het werk houden van personeelsleden
Art. 12octies.Artikel 229bis van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode is van toepassing op de contractuele personeelsleden bedoeld bij dit besluit.
Om te bepalen welke bevoegde autoriteit de instandhouding van de activiteit moet toestaan, wordt rekening gehouden met de salarisschaal waaronder het contractuele personeelslid valt, de functie die hij uitoefent en de functie die hij bekleedt.
De instandhouding van de activiteit mag de duur van de lopende arbeidsovereenkomst niet overschrijden. ".
Art.2. In artikel 229bis van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 april 2014 en laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 2 september 2021, worden de woorden "de leeftijd van 65 jaar" telkens vervangen door de woorden "de wettelijke pensioenleeftijd".
Art.3. In artikel 288bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 18 oktober 2012, worden de woorden "49, 56, § 1, eerste lid, en, wat betreft het niveau A, 56, § 2" vervangen door de woorden "49 en 56".
Art.4. In artikel 445, paragraaf 2, van hetzelfde besluit, wordt een lid ingevoegd tussen het eerste lid en het tweede lid, luidend als volgt:
"De maaltijdcheques en de telewerkvergoeding van het ter beschikking gesteld personeelslid blijven ook ten laste van de begroting van de oorspronkelijke dienst. ".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de maand volgend op het verstrijken van een termijn van tien dagen die begint te lopen op de dag volgend op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
In afwijking van het eerste lid, heeft artikel 3 uitwerking op 1 juni 2019.
Art. 6. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.