Artikels:
Artikel 1. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1, 2°, worden een punt 7 en een punt 8 toegevoegd, die luiden als volgt:
"7. de onderwijsinternaten;
8. de leersteuncentra.";
2° aan paragraaf 2 worden een punt 18° en een punt 19° toegevoegd, die luiden als volgt:
"18° leersteuncentrum: een leersteuncentrum als vermeld in artikel 20, § 1, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;
19° leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school: een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school voor buitengewoon basisonderwijs of voor buitengewoon secundair onderwijs als vermeld in artikel 20, § 2, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun.";
3° paragraaf 6bis wordt vervangen door wat volgt:
" § 6bis. Voor de toepassing van dit besluit mag een inrichtende macht in het basisonderwijs een personeelslid dat vastbenoemd is als administratief medewerker in een betrekking die is opgericht met punten van de puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning, niet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die punten een personeelslid aan te stellen in een betrekking in het ambt van adjunct-directeur of beleidsondersteuner, behalve als de inrichtende macht bij een daling van de puntenenveloppe paragraaf 14bis toepast.
Voor de toepassing van dit besluit mag een inrichtende macht in het basisonderwijs een personeelslid dat vastbenoemd is als adjunct-directeur in een betrekking die is opgericht met punten van de puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning, niet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die punten een personeelslid aan te stellen in een betrekking van administratief medewerker of beleidsondersteuner, behalve als de inrichtende macht bij een daling van de puntenenveloppe paragraaf 14bis toepast.
Voor de toepassing van dit besluit mag een inrichtende macht in het basisonderwijs een personeelslid dat vastbenoemd is als beleidsondersteuner in een betrekking die is opgericht met punten van de puntenenveloppe voor administratieve en beleidsondersteuning, niet ter beschikking stellen wegens ontstentenis van betrekking om met die punten een personeelslid aan te stellen in een betrekking van adjunct-directeur of administratief medewerker, behalve als de inrichtende macht bij een daling van de puntenenveloppe paragraaf 14bis toepast.";
4° paragraaf 8 wordt opgeheven;
5° er worden een paragraaf 14quater en een paragraaf 14quinquies ingevoegd, die luiden als volgt:
" § 14quater. Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht van een onderwijsinternaat bij een vermindering van het aantal omkaderingsrekeneenheden op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorie of personeelscategorieën ze die vermindering in het onderwijsinternaat zal toepassen.
§ 14quinquies. In deze paragraaf wordt verstaan onder:
1° punten voor het organiseren van leersteun: de punten voor de aanwending voor leerondersteuners in een leersteuncentrum, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 5, van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun;
2° punten voor secundaire processen: de punten voor de aanwending voor directie, administratie en coördinatie in een leersteuncentrum, vermeld in artikel 50 van het voormelde decreet.
Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht van een leersteuncentrum of van een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, bij een vermindering van het aantal punten voor het organiseren van leersteun op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welke betrekking of betrekkingen in wervingsambten van het leerondersteunend personeel ze die vermindering in het leersteuncentrum zal toepassen.
Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht van een leersteuncentrum of van een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, bij een vermindering van het aantal punten voor secundaire processen op basis van criteria waarover wordt onderhandeld in het lokaal comité, in welke personeelscategorie of personeelscategorieën en in welke ambten binnen die personeelscategorie of personeelscategorieën ze die vermindering in het leersteuncentrum zal toepassen.".
Art.2. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, 5 december 2003, 23 september 2005 en 17 oktober 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1 worden de woorden "het beleids- en ondersteunend personeel" vervangen door de zinsnede "het beleids- en ondersteunend personeel, het leerondersteunend personeel";
2° er wordt een punt 6 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"6. Voor de leden van het leerondersteunend personeel moet voor de toepassing van "hetzelfde ambt" het ambt hetzelfde puntengewicht en dezelfde salarisschaal opleveren.".
Art.3. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1 worden de woorden "ondersteunend personeel" vervangen door de zinsnede "ondersteunend personeel, leerondersteunend personeel";
2° er wordt een punt 9 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"9. Voor de leden van het leerondersteunend personeel moet voor de toepassing van "hetzelfde ambt" het ambt hetzelfde puntengewicht en dezelfde salarisschaal opleveren.".
Art.4. Aan titel I, hoofdstuk III, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021, worden een afdeling 9, die bestaat uit artikel 10ter, en een afdeling 10, die bestaat uit artikel 10quater, toegevoegd, die luiden als volgt:
"Afdeling 9. De onderwijsinternaten
Art. 10ter. Voor de onderwijsinternaten wordt "hetzelfde ambt" als volgt gedefinieerd:
1° het ambt zoals opgenomen in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het ondersteunend personeel;
2° als het gaat om een ambt van het ondersteunend personeel, moet het ambt dezelfde omkaderingsrekeneenheid en dezelfde salarisschaal opleveren.
Afdeling 10. - De leersteuncentra
Art. 10quater. Voor de leersteuncentra wordt "hetzelfde ambt" als volgt gedefinieerd:
1° het ambt zoals opgenomen in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het leerondersteunend personeel en het ondersteunend personeel;
2° als het gaat om een ambt van het ondersteunend personeel en van het leerondersteunend personeel, moet het ambt hetzelfde aantal punten en dezelfde salarisschaal opleveren.".
Art.5. In artikel 11 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Voor de toepassing van deze paragraaf wordt voor "hetzelfde ambt" voor de leden van het leerondersteunend personeel geen onderscheid gemaakt tussen het buitengewoon basisonderwijs, het buitengewoon secundair onderwijs en de leersteuncentra.";
2° in paragraaf 2 wordt de tabel
"
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
alle personeelsleden, ter beschikking gesteld in de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel | wervingsambten van het: - bestuurs- en onderwijzend personeel - opvoedend hulppersoneel - administratief personeel - psychologisch personeel - paramedisch personeel - sociaal personeel - orthopedagogisch personeel - medisch personeel - technisch personeel |
"
vervangen door de volgende tabellen:
"
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
alle personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in de categorie van het bestuurs- en onderwijzend personeel | wervingsambten van het: - bestuurs- en onderwijzend personeel - psychologisch personeel - paramedisch personeel - sociaal personeel - orthopedagogisch personeel - medisch personeel - technisch personeel |
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter beschikking gesteld in het basisonderwijs in het ambt van directeur | het ambt van: adjunct-directeur coördinator in een leersteuncentrum |
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden, ter beschikking gesteld in de leersteuncentra in het ambt van directeur | het ambt van coördinator in een leersteuncentrum |
";
3° in paragraaf 2 wordt de volgende tabel toegevoegd:
"
TERBESCHIKKINGSTELLING | WEDERTEWERKSTELLING |
de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in de categorie van het leerondersteunend personeel | wervingsambten van het: - leerondersteunend personeel - bestuurs- en onderwijzend personeel - paramedisch personeel - medisch personeel - psychologisch personeel - sociaal personeel - orthopedagogisch personeel - technisch personeel |
".
Art.6. In artikel 12, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 5° worden de woorden "en het volwassenenonderwijs" vervangen door de zinsnede ", de onderwijsinternaten, de leersteuncentra en het volwassenenonderwijs";
2° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"9° 21 jaar voor de leden van het leerondersteunend personeel van het basisonderwijs, van het secundair onderwijs en van de leersteuncentra.".
Art.7. In artikel 12ter, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2011 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 en 17 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er worden een punt 5° bis en een punt 5° ter ingevoegd, die luiden als volgt:
"5° bis in de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor de onderwijsinternaten. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd;
5° ter in de reaffectatiecommissie van de scholengroep wordt eerst afzonderlijk gereaffecteerd voor de leersteuncentra. In tweede instantie worden de wedertewerkstellingen binnen dezelfde categorie gerealiseerd. De voormelde bepalingen gelden ook voor de leersteuncentra die deel uitmaken van een school;";
2° in punt 6° wordt de zinsnede "vermeld in 1° tot en met 5° " vervangen door de zinsnede "vermeld in punt 1° tot en met punt 5° ter".
Art.8. In artikel 18 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:
" § 1. Bij het begin van het schooljaar verdeelt de inrichtende macht de betrekkingen over de vastbenoemde personeelsleden op de volgende wijze:
1° de inrichtende macht wijst per instelling en in "hetzelfde ambt" de betrekkingen toe aan de vastbenoemde personeelsleden voor hetzelfde gepondereerde volume van de opdracht waarvan de betrokken personeelsleden vastbenoemde titularis waren op het einde van het voorafgaande schooljaar of ter beschikking waren gesteld wegens ontstentenis van betrekking, rekening houdend met het begrip "hetzelfde ambt";
2° de inrichtende macht is verplicht een dreigende terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking ten laste te laten komen van de vastbenoemde titularis in "hetzelfde ambt" met de kleinste dienstanciënniteit. Als het om een personeelslid van het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 10. Als door de voormelde terbeschikkingstelling het aantal opvoeders onder de 50% van het aantal personeelsleden van het ondersteunend personeel van de instelling daalt, wordt de vastbenoemde titularis met de kleinste dienstanciënniteit in het ambt van administratief medewerker ter beschikking gesteld. Als het om een personeelslid in het volwassenenonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 12. Als het om een personeelslid van de centra gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14. Als het om een personeelslid van het beleids- en ondersteunend personeel in het basisonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14bis. Als het om een personeelslid van een scholengemeenschapsinstelling in het basisonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14ter. Als het om een personeelslid van de onderwijsinternaten gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quater. Als het gaat om een personeelslid van een leersteuncentrum of van een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quinquies;
3° als voor een van de vastbenoemde titularissen een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking dreigt, neemt de inrichtende macht voor ze de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking uitspreekt, de maatregelen, vermeld in artikel 20. Als het in het secundair onderwijs om een personeelslid gaat dat titularis is van een betrekking die is opgericht met punten van de globale puntenenveloppe, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 9. Als het om een personeelslid van het volwassenenonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 12. Als het om een personeelslid van de centra gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14. Als het om een personeelslid van het beleids- en ondersteunend personeel in het basisonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14bis. Als het om een personeelslid van een scholengemeenschapsinstelling in het basisonderwijs gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14ter. Als het om een personeelslid van een onderwijsinternaat gaat, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quater. Als het gaat om een personeelslid van een leersteuncentrum of van een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quinquies.".
Art.9. Aan artikel 20, § 1, tweede lid, 3°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober 2008 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, worden de volgende zinnen toegevoegd:
"In de onderwijsinternaten moet hierbij rekening worden gehouden met artikel 2, § 14quater. In een leersteuncentrum of in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school moet hierbij rekening worden gehouden met artikel 2, § 14quinquies.".
Art.10. In artikel 22, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan punt 2° wordt de volgende zin toegevoegd:
"Bij de terbeschikkingstelling in een ambt van het leerondersteunend personeel of van het ondersteunend personeel in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quinquies;";
2° aan punt 5° wordt de volgende zin toegevoegd:
"Bij de terbeschikkingstelling in een ambt van het leerondersteunend personeel of van het beleids- en ondersteunend personeel in een leersteuncentrum dat deel uitmaakt van een school, houdt de inrichtende macht rekening met artikel 2, § 14quinquies;";
3° er worden een punt 8° en een punt 9° toegevoegd, die luiden als volgt:
"8° In de onderwijsinternaten wordt in het onderwijsinternaat en in het ambt waar de vermindering van prestaties zich voordoet, de persoon ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit heeft, rekening houdend met artikel 2, § 14quater;
9° In de leersteuncentra wordt in het leersteuncentrum en in het ambt waar de vermindering van prestaties zich voordoet, de persoon ter beschikking gesteld die de kleinste dienstanciënniteit heeft, rekening houdend met artikel 2, § 14quinquies.".
Art.11. In artikel 25 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 wordt punt 9 opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
"9. In de leersteuncentra: voor 15 oktober.";
2° in paragraaf 2 worden in punt 10 de woorden "De internaten" vervangen door de woorden "De onderwijsinternaten";
3° in paragraaf 4 wordt de zinsnede "overeenkomstig artikel 23, § 2 of § 3," vervangen door de zinsnede "conform artikel 23, § 2,".
Art.12. In artikel 25ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "of in het deeltijds kunstonderwijs" vervangen door de zinsnede ", in het deeltijds kunstonderwijs of in de onderwijsinternaten";
2° aan paragraaf 4 worden een punt f) en een punt g) toegevoegd, die luiden als volgt:
"f) voor de onderwijsinternaten: in de periode vanaf 1 augustus en in ieder geval voor 15 september. In afwijking van de voormelde data worden de voormelde gegevens meegedeeld op de vijfde werkdag van oktober voor de onderwijsinternaten die de eerste schooldag van oktober als teldag hebben;
g) voor de leersteuncentra: in de periode vanaf 1 augustus en in ieder geval voor 15 oktober.".
Art.13. In artikel 27bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 17 oktober 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 3° wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
"3° De onderwijsinternaten: op 1 oktober;";
2° er wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"7° De leersteuncentra: op 1 oktober.".
Art.14. In artikel 34 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, A, 5° worden de zinnen "De verplichting tot reaffectatie en wedertewerkstelling geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking van directeur is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden." vervangen door de volgende zinnen:
"De verplichting tot reaffectatie en wedertewerkstelling geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.";
2° in paragraaf 1, A, 8° wordt de zinsnede "een betrekking is van directeur, van beheerder of van hoofdopvoeder in een internaat van het gemeenschapsonderwijs dat voorziet in verblijf en begeleiding tijdens schoolvrije dagen, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden." vervangen door de zinsnede "een betrekking is van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.";
3° in paragraaf 1, B, 5° wordt de zinsnede "met uitzondering van de betrekkingen van directeur die door de inrichtende macht zijn toegewezen aan één van haar personeelsleden." vervangen door de zinsnede "met uitzondering van de betrekkingen van directeur, van adjunct-directeur en van coördinator die door de inrichtende macht zijn toegewezen aan één van haar personeelsleden.";
4° in paragraaf 1, B, 7° wordt de zinsnede "een betrekking is van directeur, van beheerder of van hoofdopvoeder in een internaat van het gemeenschapsonderwijs dat voorziet in verblijf en begeleiding tijdens schoolvrije dagen, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden." vervangen door de zinsnede "een betrekking is van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.";
5° in paragraaf 1, C, 5° worden de zinnen "De verplichting tot reaffectatie en wedertewerkstelling geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van directeur is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Die verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden." vervangen door de volgende zinnen:
"De verplichting tot reaffectatie en wedertewerkstelling geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen een betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator is, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden. Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekking van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.";
5° in paragraaf 1, C, 8° wordt de zinsnede "een betrekking is van directeur, van beheerder of van hoofdopvoeder in een internaat van het gemeenschapsonderwijs dat voorziet in verblijf en begeleiding tijdens schoolvrije dagen, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden." vervangen door de zinsnede "een betrekking is van directeur, van adjunct-directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.".
Art.15. In artikel 36 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, A, 3° wordt de zinsnede "directeur, beheerder, technisch adviseur-coördinator" telkens vervangen door de zinsnede "directeur, technisch adviseur-coördinator";
2° in paragraaf 2, A, 6° wordt de zinsnede "directeur, beheerder, technisch adviseur-coördinator" vervangen door de zinsnede "directeur, technisch adviseur-coördinator";
3° in paragraaf 2, B, 3° wordt de zinsnede "directeur, beheerder, technisch adviseur-coördinator" telkens vervangen door de zinsnede "directeur, technisch adviseur-coördinator";
4° in paragraaf 2, B, 5° wordt de zinsnede "directeur, beheerder, technisch adviseur-coördinator" vervangen door de zinsnede "directeur, technisch adviseur-coördinator";
5° in paragraaf 2, C, 3° wordt de zinsnede "directeur, beheerder, technisch adviseur-coördinator" telkens vervangen door de zinsnede "directeur, technisch adviseur-coördinator";
6° in paragraaf 2, C, 6° wordt de zinsnede "directeur, beheerder, technisch adviseur-coördinator" vervangen door de zinsnede "directeur, technisch adviseur-coördinator".
Art.16. Aan titel IV van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021, worden een hoofdstuk Vter, dat bestaat uit artikel 40ter, en een hoofdstuk Vquater, dat bestaat uit artikel 40quater, toegevoegd, die luiden als volgt:
"Hoofdstuk Vter. De onderwijsinternaten
Art. 40ter. § 1. Elke inrichtende macht is:
A. in het gemeenschapsonderwijs, in de volgende volgorde:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een onderwijsinternaat van de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in dat onderwijsinternaat. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar onderwijsinternaten, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in een van haar onderwijsinternaten. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt. Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in dienst te nemen in het onderwijsinternaat waar ze ter beschikking gesteld zijn of in een van haar andere onderwijsinternaten. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het onderwijsinternaat waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een ander onderwijsinternaat van de inrichtende macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de voormelde volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt;
3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Die verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, met uitzondering van het schooljaar 2023-2024 tijdens het welke deze verplichting niet geldt, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een bevorderingsambt;
4° met behoud van de toepassing van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult;
5° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen. De voormelde verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking is van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
B. in het gesubsidieerd onderwijs, in de volgende volgorde:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een onderwijsinternaat van de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in dat onderwijsinternaat. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar onderwijsinternaten, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in een van haar onderwijsinternaten. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt. Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in dienst te nemen in het onderwijsinternaat waar ze ter beschikking gesteld zijn of in een van haar andere onderwijsinternaten. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het onderwijsinternaat waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een ander onderwijsinternaat van de inrichtende macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de voormelde volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een bevorderingsambt;
3° verplicht om personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, met uitzondering van het schooljaar 2023-2024 tijdens het welke deze verplichting niet geldt. De voormelde verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking is van directeur, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden;
4° met behoud van de toepassing van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult.
§ 2. Als de inrichtende macht de verplichtingen, vermeld in paragraaf 1, naleeft, kan ze een salaris of salaristoelage krijgen voor een tijdelijk personeelslid dat een betrekking bekleedt die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling, op voorwaarde dat de betrekking aangegeven is conform de procedure die daarvoor is voorgeschreven. Het tijdelijke personeelslid behoudt het voormelde salaris of de voormelde salaristoelage tot de ingangsdatum van de reaffectatie of wedertewerkstelling door de reaffectatiecommissies.
Als een ter beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen, moet de inrichtende macht het personeelslid in dienst nemen.
§ 3. Als een inrichtende macht over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, gebeurt elke reaffectatie en wedertewerkstelling eerst in vacante betrekkingen en vervolgens in niet-vacante betrekkingen. Bij vacante en bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur.
§ 4. De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, die een andere vorm van terbeschikkingstelling of een verlof hebben of die een afwezig genieten, moeten, zelfs als ze niet onmiddellijk beschikbaar zijn, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden.
Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in artikel 47quinquies.
§ 5. Een ter beschikking gesteld personeelslid dat al in drie instellingen werkt en dat ten minste vier vijfde van een volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden in een andere instelling buiten de drie voormelde instellingen.
Hoofdstuk Vquater. - De leersteuncentra
Art. 40quater. § 1. Elke inrichtende macht is:
A. in het gemeenschapsonderwijs in de volgende volgorde:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een leersteuncentrum van de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in dat leersteuncentrum. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar leersteuncentra, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in een van haar leersteuncentra. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt. Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in dienst te nemen in het leersteuncentrum waar ze ter beschikking gesteld zijn, of in een van haar andere leersteuncentra. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het leersteuncentrum waar het personeelslid ter beschikking is gesteld en, als dat niet mogelijk is, in een ander leersteuncentrum van de inrichtende macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de voormelde volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt;
4° met behoud van de toepassing van decreet rechtspositie personeelseden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult;
5° verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. De voormelde verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking is van directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden.
B. in het gesubsidieerd onderwijs in de volgende volgorde:
1° verplicht:
a) om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een leersteuncentrum van de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in dat leersteuncentrum. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
b) om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar leersteuncentra, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling is uitgesproken, in dienst te nemen in een van haar leersteuncentra. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt.
Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de volgorde vermeld in a) en b) worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt. Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang;
2° verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn, bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie in dienst te nemen in het leersteuncentrum waar ze ter beschikking gesteld zijn of in een van haar andere leersteuncentra. De wedertewerkstelling vindt in eerste instantie plaats in het leersteuncentrum waar het personeelslid ter beschikking is gesteld, en, als dat niet mogelijk is, in een ander leersteuncentrum van de inrichtende macht. Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van de voormelde volgorde worden afgeweken. De verplichting tot wedertewerkstelling geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur, en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt;
3° verplicht om personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen, bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling in dienst te nemen. De voormelde verplichting geldt ook voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur. De voormelde verplichting geldt niet als de betrekking die moet worden toegewezen, een betrekking is van directeur of van coördinator, op voorwaarde dat de inrichtende macht de betrekking toewijst aan een van haar personeelsleden;
4° onverminderd de bepalingen van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991, in de volgende volgorde:
a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;
b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;
c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;
d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden, vermeld in artikel 2, § 2, 5°, van dit besluit, vervult.
§ 2. Als de inrichtende macht de verplichtingen, vermeld in paragraaf 1, naleeft, kan ze een salaris of salaristoelage krijgen voor een tijdelijk personeelslid dat een betrekking bekleedt die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling, op voorwaarde dat de betrekking aangegeven is conform de procedure die daarvoor is voorgeschreven. Het tijdelijke personeelslid behoudt het voormelde salaris of de voormelde salaristoelage tot de ingangsdatum van de reaffectatie of wedertewerkstelling door de reaffectatiecommissies.
Als een ter beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen, moet de inrichtende macht het personeelslid in dienst nemen.
§ 3. Als een inrichtende macht over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, gebeurt elke reaffectatie en wedertewerkstelling eerst in vacante betrekkingen en vervolgens in niet-vacante betrekkingen. Bij vacante en bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur.
§ 4. De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, die een andere vorm van terbeschikkingstelling of een verlof hebben, of die een afwezigheid genieten, moeten, zelfs als ze niet onmiddellijk beschikbaar zijn, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden.
Het eerste lid is niet van toepassing op het personeelslid dat een professionaliseringstraject volgt als vermeld in artikel 47quinquies.
§ 5. Een ter beschikking gesteld personeelslid dat al in drie instellingen werkt en dat ten minste vier vijfde van een volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden in een andere instelling buiten de drie voormelde instellingen.".
Art.17. In artikel 42 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, 17 oktober 2008 en 10 september 2010, wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 5. In geval van een bezwaarschrift van een inrichtende macht van een leersteuncentrum houdt de bevoegde reaffectatiecommissie indien mogelijk rekening met de benodigde betrekkingen van het leersteuncentrum waar de bevoegde reaffectatiecommissie de toewijzing deed.".
Art.18. In artikel 43, § 1, van hetzelfde besluit, wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Als het personeelslid zonder geldige reden, vermeld in artikel 45, de betrekking, vermeld in het eerste lid, niet aanvaardt en ook niet in dienst treedt op de aangeduide datum, wordt het wachtgeld of de wachtgeldtoelage waar het personeelslid recht op heeft volgens artikel 29 of artikel 30 opgeschort voor het gepondereerde volume van voormelde opdracht. Voormelde opschorting geldt voor de duur van het lopende schooljaar of tot op het ogenblik dat het personeelslid tijdens het lopende schooljaar een nieuwe toewijzing krijgt of vrijwillig een opdracht opneemt bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling.".
Art.19. In artikel 45 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2010 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 september 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 1° wordt de zin "Met uitzondering van het volwassenenonderwijs geldt dit niet als een personeelslid wordt gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in de eigen instelling, met inbegrip van alle vestigingsplaatsen van deze instelling." vervangen door de zin "Met uitzondering van het volwassenenonderwijs en de onderwijsinternaten geldt dit niet als een personeelslid wordt gereaffecteerd of wedertewerkgesteld in de eigen instelling, met inbegrip van alle vestigingsplaatsen van deze instelling.";
2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt:
"4° als een betrekking wordt aangeboden in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het buitengewoon secundair onderwijs, in het secundair onderwijs dat georganiseerd is volgens het modulaire stelsel, in het volwassenenonderwijs, in het deeltijds kunstonderwijs, in de onderwijsinternaten of in de semi-internaten. De voormelde bepaling geldt niet voor het ondersteunend personeel en ze geldt ook niet voor het personeelslid dat in de onderwijssector in kwestie al eerder een opdracht heeft uitgeoefend;".
Art.20. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2023.
Art. 21. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.