31 JULI 2023. - Wet houdende diverse fiscale bepalingen
TITEL 1. - ALGEMENE BEPALING
Art. 1
TITEL 2. - WIJZIGING VAN HET WETBOEK DIVERSE RECHTEN EN TAKSEN BETREFFENDE DE JAARLIJKSE TAKS OP DE VERZEKERINGSONDERNEMINGEN
Art. 2
TITEL 3. - WIJZIGINGEN VAN HET WETBOEK DER REGISTRATIE-, HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN
Art. 3-5
TITEL 4. - WIJZIGINGEN BETREFFENDE DE INKOMSTENBELASTINGEN
HOOFDSTUK 1. - Opheffing van de bepalingen met betrekking tot het opleidingsbudget
Art. 6-17
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie met betrekking tot de bestaansmiddelen
Art. 18-19
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van meerdere wetten met betrekking tot de netto-overuren
Art. 20-24
HOOFDSTUK 4. - Diverse wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art. 25-33
TITEL 5. - BEKRACHTIGING VAN KONINKLIJKE BESLUITEN
Art. 34-35
1927030201 1939113002 2020021216 2020044510 2021034488 2022034171 2022034340 2022041537 2022042912 2022043137
TITEL 1. - ALGEMENE BEPALING
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
TITEL 2. - WIJZIGING VAN HET WETBOEK DIVERSE RECHTEN EN TAKSEN BETREFFENDE DE JAARLIJKSE TAKS OP DE VERZEKERINGSONDERNEMINGEN
Art.2. In artikel 20129 van het Wetboek diverse rechten en taksen, ingevoegd bij de wet van 13 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de Franse tekst wordt het woord "soit" opgeheven;
2° de woorden "Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten" worden vervangen door de woorden "Nationale Bank van België".
TITEL 3. - WIJZIGINGEN VAN HET WETBOEK DER REGISTRATIE-, HYPOTHEEK- EN GRIFFIERECHTEN
Art.3. In artikel 161 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in de bepaling onder 11°, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998, worden de woorden "die verplicht bij de akten bedoeld in artikel 140bis moeten worden bijgevoegd" vervangen door de woorden "die gevoegd moeten worden bij de akten van schenking van ondernemingen";
b) in de bepaling onder 12°, d), ingevoegd bij de wet van 22 december 2009, worden de woorden "de artikelen 2 en 11bis van boek III, titel VIII, Hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek" vervangen door de woorden "wettelijke, decretale of ordonnantiële bepalingen".
Art.4. Artikel 162, 10°, van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
Art.5. In artikel 301, 1°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 juni 1951 en gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1981, worden de woorden "het Nationaal Instituut van Oorlogsinvaliden, Oud-Strijders en Oorlogsslachtoffers" vervangen door de woorden "de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie van het Ministerie van Landsverdediging".
TITEL 4. - WIJZIGINGEN BETREFFENDE DE INKOMSTENBELASTINGEN
HOOFDSTUK 1. - Opheffing van de bepalingen met betrekking tot het opleidingsbudget
Art.6. Artikel 31ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 7 april 2019, wordt opgeheven.
Art.7. Artikel 32, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 7 april 2019, wordt opgeheven.
Art.8. Artikel 38, § 1, eerste lid, 35°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 7 april 2019, wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 51, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 26 maart 2018 en gewijzigd bij de wetten van 7 april 2019 en 23 juni 2020, worden de woorden "in artikel 31ter bedoelde vergoedingen," opgeheven.
Art.10. Artikel 53, 27°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 7 april 2019, wordt opgeheven.
Art.11. In artikel 171, 5°, a), van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 7 april 2019, worden de woorden "met inbegrip van de in artikel 31ter bedoelde vergoedingen" opgeheven.
Art.12. In artikel 175 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 juni 2020, worden de woorden "31ter, § 2," opgeheven.
Art.13. In artikel 243, derde lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 25 december 2017 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, worden de woorden "31ter, § 2," telkens opgeheven.
Art.14. In artikel 243/1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 november 2021, worden de woorden "31ter, § 2," telkens opgeheven.
Art.15. In artikel 245, eerste lid, 1°, eerste streepje, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet 23 juni 2020, worden de woorden "31ter, § 2," opgeheven.
Art.16. In artikel 290, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 8 mei 2014 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 juni 2020, worden de woorden "31ter, § 2," opgeheven.
Art.17. In artikel 294, tweede lid, 2°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 juni 2020, worden de woorden "31ter, § 2," telkens opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie met betrekking tot de bestaansmiddelen
Art.18. In artikel 16, § 3, tweede lid, van de wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, ingevoegd bij de wet van 20 december 2020 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 november 2022, worden de woorden "en in 2022" vervangen door de woorden ", in 2022 en in het eerste kwartaal van 2023".
Art.19. Artikel 18 is van toepassing op de bezoldigingen die vanaf 1 januari 2023 worden betaald of toegekend.
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van meerdere wetten met betrekking tot de netto-overuren
Art.20. In artikel 16, § 1, eerste lid, van de wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, worden de woorden "en uiterlijk op 31 december 2022 werden betaald of toegekend" ingevoegd tussen de woorden "die tot de kritieke sectoren behoren" en de woorden "vrijgesteld van inkomstenbelastingen".
Art.21. In artikel 15 van de wet van 20 december 2020 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juli 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het eerste lid wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden "en uiterlijk op 31 december 2022 worden betaald of toegekend";
b) in het eerste lid wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de woorden "en uiterlijk op 31 december 2023 worden betaald of toegekend";
c) in het derde lid worden de woorden "elk van de volgende belastbare tijdperken" vervangen door de woorden "elk van de twee volgende belastbare tijdperken".
Art.22. In artikel 15/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 5 juli 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1, eerste lid, worden in de bepaling onder 1° de woorden "worden toegekend" vervangen door de woorden "uiterlijk op 31 december 2022 worden betaald of toegekend";
b) in paragraaf 1, eerste lid, worden in de bepaling onder 2° de woorden "worden toegekend" vervangen door de woorden "uiterlijk op 31 december 2023 worden betaald of toegekend";
c) in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "elk van de volgende belastbare tijdperken" vervangen door de woorden "elk van de twee volgende belastbare tijdperken".
Art.23. In artikel 15 van de wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden "en die uiterlijk op 31 december 2023 worden betaald of toegekend";
b) in paragraaf 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 2° aangevuld met de woorden "en die uiterlijk op 31 december 2024 worden betaald of toegekend";
c) in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "elk van de volgende belastbare tijdperken" vervangen door de woorden "elk van de twee volgende belastbare tijdperken".
Art.24. Dit hoofdstuk is van toepassing op de bezoldigingen die vanaf 1 januari 2023 worden betaald of toegekend en inkomsten zijn van een belastbaar tijdperk dat eindigt na de tiende dag die volgt op de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.
HOOFDSTUK 4. - Diverse wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Art.25. In artikel 22, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, worden de woorden "en in artikel 17, § 1, 5°, bedoelde cessie of concessie van auteursrechten en naburige rechten" vervangen door de woorden "en in artikel 17, § 1, 5°, bedoelde overdracht of verlening van een licentie van auteursrechten en naburige rechten, alsook wettelijke en verplichte licenties die bij wet zijn geregeld".
Art.26. In artikel 143 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 april 2022, worden de volgende wijzigingen aange-bracht:
a) er wordt een bepaling onder 5° /1 ingevoegd, luidende:
"5° /1 overlevingspensioenen aan wezen in de publieke sector en wezenrenten waarvan de uitbetaling of toekenning door toedoen van de overheid of wegens het bestaan van een geschil slechts heeft plaatsgehad na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarop ze in werkelijkheid betrekking hebben;";
b) in de bepaling onder 6° worden de woorden "niet in 5° /1 bedoelde" telkens ingevoegd voor het woord "overlevingspensioenen" en voor het woord "wezenrenten".
Art.27. Artikel 1455, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de programmawet van 26 december 2022, wordt aangevuld met de volgende zin:
"Voor de hypothecaire leningen die in 2023 zijn aangegaan, worden de voormelde data van 1 januari 2023 en 31 december 2022 gebracht op respectievelijk 1 januari 2024 en 31 december 2023.".
Art.28. Artikel 194ter, § 4, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende:
"5° de investeerder op het ogenblik van het afsluiten van de raamovereenkomst geen bevel tot terugvordering heeft uitstaan ingevolge een besluit van de Europese Commissie die een door België verleende steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt heeft verklaard.".
Art.29. In artikel 275 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, worden de woorden "volgens de aanduidingen van de schalen opgesteld" vervangen door de woorden "volgens de regels vastgelegd";
2° in paragraaf 2, worden in de eerste zin de woorden "en inkomsten" ingevoegd tussen het woord "belastingplichtigen" en het woord "onderscheiden" en wordt de tweede zin die begint met de woorden "Voor elke categorie" vervangen door de zin "Het bedrag van de bedrijfsvoorheffing wordt op forfaitaire wijze bepaald.".
Art.30. In artikel 2759/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 december 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 3, worden de woorden "die door de werkgever werden opgenomen in het in § 4 vermelde formulier, en anderzijds de" vervangen door de woorden "die door het gewest worden opgenomen in het in paragraaf 4 bedoelde attest en anderzijds de in dit attest vermelde";
2° in paragraaf 4, tweede lid, derde streepje, worden de woorden "het bedrag van de in § 3 bedoelde kosten" vervangen door de woorden "het bedrag van de kosten";
3° in paragraaf 4, tweede lid, vierde streepje, worden de woorden "het bedrag van de in § 3 bedoelde kosten" vervangen door de woorden "het bedrag van de kosten";
4° in paragraaf 4, derde lid, worden de woorden "waarin de in paragraaf 3 bedoelde kosten die de werkgever in aanmerking wil nemen bij de toepassing van de in dit artikel bedoelde vrijstelling, en de ter compensatie van deze kosten uitbetaalde of toegekende vergoedingen en steunbedragen, worden uiteengezet" vervangen door de woorden "waarin de kosten die de werkgever in aanmerking wil nemen bij de toepassing van de in dit artikel bedoelde vrijstelling, en de ter compensatie van deze kosten uitbetaalde of toegekende vergoedingen en steunbedragen worden uiteengezet, zonder hierbij de grenzen van paragraaf 3 te overschrijden".
Art.31. In artikel 27512, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 november 2022, worden in de Franse tekst de woorden "un congé de formation financé par l'Etat" vervangen door de woorden "un congé de formation subventionné par une autorité publique".
Art.32. In artikel 289ter/1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 juni 2011 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 december 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden "de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdrage van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering" vervangen door de woorden "de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus aan werknemers met lage lonen en van andere verminderingen van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid";
2° in het derde lid wordt het bedrag "540 euro" vervangen door het bedrag "550 euro";
3° in het derde lid wordt het bedrag "550 euro" vervangen door het bedrag "570 euro".
Art.33. Artikel 26 heeft uitwerking vanaf aanslagjaar 2022.
Artikel 32, 2°, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2024.
Artikel 32, 3°, is van toepassing vanaf aanslagjaar 2025.
TITEL 5. - BEKRACHTIGING VAN KONINKLIJKE BESLUITEN
Art.34. Worden bekrachtigd met ingang van hun respectieve datum van inwerkingtreding:
1° het koninklijk besluit van 6 juni 2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in het tweede kwartaal van 2022;
2° het koninklijk besluit van 13 november 2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing op inkomsten van sporters als bedoeld in artikel 90, eerste lid, 2° bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;
3° het koninklijk besluit van 27 november 2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in de zorgsector in het derde en vierde kwartaal van 2022;
4° het koninklijk besluit van 30 november 2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de uitkeringen voor tijdelijke werkloosheid betaald of toegekend in de periode van november 2022 tot en met maart 2023;
5° de artikelen 1, 3 en 4 evenals de bijlage bij het koninklijk besluit van 19 december 2022 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing.
Art. 35. Artikel 34 treedt in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.