Details





Titel:

22 JUNI 2023. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de voorwaarden voor de aflevering van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen in het kader van thuishospitalisatie



Inhoudstafel:


Art. 1-8
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "thuishospitalisatie": de situaties zoals bedoeld in het artikel 2, w) van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, waarbij de zorg die in de leefomgeving van de patiënt wordt toegediend kadert in een behandeling die in een verzorgingsinstelling is opgestart;
  2° "behandelingsdag": de dag waarop de geneesmiddelen of de medische hulpmiddelen worden gebruikt;
  3° "de Minister": de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft;
  4° "apotheker" : elke beoefenaar van de artsenijbereidkunde, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015;
  4° "ziekenhuisapotheker" : de apotheker bedoeld in 4°, die krachtens de toepasselijke wetgeving bevoegd is om het beroep van ziekenhuisapotheker uit te oefenen en die zijn beroep daadwerkelijk uitoefent in een ziekenhuisapotheek;

Art.2. Een ziekenhuisapotheker kan geneesmiddelen en medische hulpmiddelen afleveren aan personen die worden behandeld in het kader van een thuishospitalisatie.

Art.3. § 1. De ziekenhuisapotheker kan in het kader van thuishospitalisatie enkel die geneesmiddelen afleveren dewelke de actieve bestanddelen bevatten die zijn opgenomen in de lijsten die zijn toegevoegd in de bijlage bij dit besluit.
  De geneesmiddelen bedoeld in het eerste lid mogen slechts overeenkomstig die toedieningswijzen worden afgeleverd zoals is voorzien in de lijsten die zijn toegevoegd in de bijlage bij dit besluit, voor zover hiertoe in deze lijsten zulke beperkingen zijn opgelegd.
  De Minister kan de lijsten in de bijlage bij dit besluit aanvullen of wijzigen. Hij kan actieve bestanddelen aan de lijsten toevoegen, ze van de lijsten verwijderen of bijkomende restricties voor het gebruik opleggen, met name het beperken van de aflevering tot bepaalde wijzen van toediening. Hij kan daarnaast nieuwe lijsten met bijkomende types actieve substanties aan de bijlage toevoegen.
  § 2. De Minister kan enkel een actieve substantie opnemen in de lijst indien:
  1° de bijwerkingen die het gebruik van het geneesmiddel met zich meebrengen veilig onder controle kunnen worden gehouden binnen de situatie van thuishospitalisatie;
  2° de stabiliteit van het geneesmiddel tijdens het transport en de bewaring buiten het ziekenhuis kan worden gegarandeerd;
  3° het medisch toezicht op de patiënt dat is vereist bij de toediening van het geneesmiddel of kort erna kan worden gegarandeerd;
  4° de reconstitutiestappen of bewerkingen die het geneesmiddel nog moet ondergaan veilig en correct kunnen worden uitgevoerd binnen het kader van een thuishospitalisatie;
  5° het afval dat gepaard gaat met het gebruik van het geneesmiddel veilig kan worden verwerkt.
  § 3. De medische hulpmiddelen die door de ziekenhuisapotheker in het kader van thuishospitalisatie kunnen worden afgeleverd, zijn beperkt tot de hulpmiddelen die noodzakelijk zijn om de onder paragraaf 1 bedoelde geneesmiddelen te kunnen toedienen.
  Bij elke aflevering van de geneesmiddelen bedoeld in paragraaf 1 kunnen door de ziekenhuisapotheker zoveel medische hulpmiddelen worden afgeleverd, als nodig is voor het bij de aflevering aantal voorziene behandelingsdagen.
  Onderhavig besluit geldt onverminderd enige andere geldende regelgeving met betrekking tot de distributie of het ter beschikking stellen van medische hulpmiddelen.
  De ziekenhuizen en de ziekenhuisapothekers die, onder de voorwaarden van deze paragraaf, medische hulpmiddelen afleveren, worden niet beschouwd als distributeurs van medische hulpmiddelen, in de zin van artikel 50 van de wet van 15 december 2013 betreffende medische hulpmiddelen.

Art.4. In afwijking van artikel 3, § 1, is de aflevering van geneesmiddelen die actieve bestanddelen bevatten dewelke niet zijn opgenomen in de lijsten in de bijlage bij dit besluit toegestaan, indien het gaat om geneesmiddelen die noodzakelijk zijn voor de behandeling met een geneesmiddel dat actieve substanties bevat die zijn opgenomen op deze lijsten, rekening houdend met de huidige gezondheidstoestand van de patiënt, en die zijn voorzien in het behandelingsprotocol.
  Bij elke aflevering van de geneesmiddelen bedoeld in artikel 3, § 1, kunnen zoveel geneesmiddelen zoals bedoeld in het eerste lid worden afgeleverd, als nodig is voor het bij de aflevering aantal voorziene behandelingsdagen.

Art.5. De apotheker neemt de nodige maatregelen opdat de kwalitatieve bewaring van de geneesmiddelen en medische hulpmiddelen wordt gegarandeerd tijdens het vervoer naar de plaats waar de zorg wordt verstrekt.

Art.6. De afleverende apotheker voorziet de nodige instructies en aandachtspunten voor kwalitatieve bewaring van de geneesmiddelen door de patiënt gedurende de periode tussen aflevering en toediening.

Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2023.

Art.8. De minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.
  BIJLAGE - TOEGESTANE ACTIEVE BESTANDDELEN VAN AF TE LEVEREN GENEESMIDDELEN


ATC-code ATC-benaming Actief bestanddeel Toedieningswijze
J01AA12 Tigecycline Tigecycline intraveneus
J01CA04 Amoxicillin Amoxicilline intramusculair, intraveneus
J01CA17 Temocillin Temociline intramusculair, intraveneus
J01CE01 Benzylpenicillin Benzylpenicillinenatrium intramusculair, intraveneus, intra-articulair
J01CF05 Flucloxacillin Flucloxacilline intramusculair, intraveneus
J01CR02 Amoxicillin and Enzyme Inhibitor Amoxicilline, clavulaanzuur intraveneus
J01CR05 Piperacillin and Enzyme Inhibitor Piperacilline, tazobactam intraveneus
J01DB04 Cefazolin Cefazoline intramusculair, intraveneus
J01DC02 Cefuroxime Cefuroxim intramusculair, intraveneus
J01DD01 Cefotaxime Cefotaxim intramusculair, intraveneus
J01DD04 Ceftriaxone Ceftriaxon intramusculair, intraveneus
J01DD52 Ceftazidime, Combinations Ceftazidime, avibactam intraveneus
J01DE01 Cefepime Cefepim intraveneus
J01DF01 Aztreonam Aztreonam intramusculair, intraveneus, inhalatie
J01DH02 Meropenem Meropenem intraveneus
J01EE04 Sulfamoxole and Trimethoprim Trimethoprim, sulfamethoxazol intraveneus
J01FF01 Clindamycin Clindamycine intramusculair, intraveneus
J01GB01 Tobramycin Tobramycine intramusculair, intraveneus, inhalatie
J01GB03 Gentamicin Gentamicine intraveneus
J01GB06 Amikacin Amikacine intraveneus, intramusculair
J01MA02 Ciprofloxacin Ciprofloxacine intraveneus
J01XA01 Vancomycin Vancomycine intraveneus
J01XA02 Teicoplanin Teïcoplanine intramusculair, intraveneus
J01XB01 Colistin Colistimethaatnatrium inhalatie, intraveneus
J01XD01 Metronidazole Metronidazol intraveneus
J01XX08 Linezolid Linezolid intraveneus
J02AA01 Amphotericin B Amfotericine B intraveneus
J02AC03 Voriconazole Voriconazol intraveneus
J02AC04 Posaconazole Posaconazol intraveneus
J02AX06 Anidulafungin Anidulafungine intraveneus
J04AB03 Rifamycin Rifamycine intraveneus
J05AB01 Aciclovir Aciclovir intraveneus
J05AB06 Ganciclovir Ganciclovir intraveneus
L01AA09 Bendamustine Bendamustine intraveneus
L01BA01 Methotrexate Methotrexaat intraveneus/intramusculair/subcutaan
L01BA04 Pemetrexed Pemetrexed intraveneus
L01BB05 Fludarabine Fludarabine intraveneus
L01BC01 Cytarabine Cytarabine intraveneus/subcutaan
L01BC02 Fluorouracil Fluorouracil intraveneus
L01BC05 Gemcitabine Gemcitabine intraveneus
L01BC07 Azacitidine Azacitidine subcutaan
L01BC08 Decitabine Decitabine intraveneus
L01CA01 Vinblastine Vinblastine intraveneus
L01CA02 Vincristine Vincristine intraveneus
L01CA04 Vinorelbine Vinorelbine intraveneus
L01CD02 Docetaxel Docetaxel intraveneus
L01EG01 Temsirolimus Temsirolimus intraveneus
L01FA03 Obinutuzumab Obinutuzumab intraveneus
L01FC01 Daratumumab Daratumumab intraveneus/subcutaan
L01FD01 Trastuzumab Trastuzumab intraveneus/subcutaan
L01FE01 Cetuximab Cetuximab intraveneus
L01FE02 Panitumumab Panitumumab intraveneus
L01FF01 Nivolumab Nivolumab intraveneus
L01FF02 Pembrolizumab Pembrolizumab intraveneus
L01FF03 Durvalumab Durvalumab intraveneus
L01FG01 Bevacizumab Bevacizumab intraveneus
L01FX05 Brentuximab Vedotin Brentuximab vedotine intraveneus
L01XC02 Rituximab Rituximab intraveneus/subcutaan
L01XC13 Pertuzumab Pertuzumab intraveneus
L01XC32 Atezolizumab Atezolizumab intraveneus
L01XX17 Topotecan Topotecan intraveneus
L01XX32 Bortezomib Bortezomib intraveneus/subcutaan
L01XX41 Eribulin Eribuline intraveneus
L01XX44 Aflibercept Aflibercept intraveneus
L01XX45 Carfilzomib Carfilzomib intraveneus
L02BA03 Fulvestrant Fulvestrant intramusculair
L04AA40 Cladribine Cladribine intraveneus/subcutaan
M05BA08 Zoledronic Acid Zoledroninezuur intraveneus
M05BX04 Denosumab Denosumab subcutaan