7 APRIL 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat en het koninklijk besluit van 5 december 2006 betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat
Art. 1-4
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat worden de artikelen 6/1 tot 6/3 ingevoegd, luidende:
"Art. 6/1. - Wanneer de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal gedurende ten minste zes maanden afwezig zijn, of wanneer zij voorzien afwezig te zijn voor een periode van ten minste zes maanden, kan de Minister van Justitie een tijdelijke vervanger aanduiden onder:
1° de mandaathouders bij de Veiligheid van de Staat;
2° of de bij de Veiligheid van de Staat geaffecteerde Rijksambtenaren van de klasse A4 of A5.
Onder mandaathouders bij de Veiligheid van de Staat wordt begrepen de functies bedoeld in de artikelen 2 en 4 van dit besluit, de functies bedoeld in artikel 4bis van het koninklijk besluit van 5 december 2006 betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat en de functie bedoeld in artikel 102, 1° van het koninklijk besluit van 13 december 2006 houdende het statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat.
De aangestelde vervanger dient aan de voorwaarden te voldoen, vervat in artikel 3 bij een vervanging van de administrateur-generaal of in artikel 5 bij een vervanging van de adjunct-administrateur-generaal.
Wanneer meerdere personen aan de voorwaarden vastgesteld in het eerste en tweede lid voldoen, worden hun bekwaamheidsbewijzen en verdiensten vergeleken.
Wanneer geen enkele persoon de tijdelijke vervanging aanvaardt of wanneer zij niet aan de voorwaarden vastgesteld in het eerste en tweede lid voldoen, kan de Minister van Justitie een Rijksambtenaar aanstellen, die voorheen werd aangesteld in een management- of staffunctie overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten en die houder is van een veiligheidsmachtiging `ZEER GEHEIM' in de zin van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.
Art. 6/2. - De ambtenaar die als tijdelijke vervanger wordt aangesteld, ontvangt gedurende de vervangingsperiode een weddecomplement dat overeenstemt met het verschil tussen de weddeschaal van de klasse waarin hij is benoemd en de salarisband waaraan de mandaatfunctie waarin hij tijdelijk wordt aangesteld, is gekoppeld.
Art. 6/3. - De tijdelijke aanstelling eindigt van rechtswege:
a) wanneer de afwezige mandaathouder zijn werk hervat;
b) wanneer een nieuwe mandaathouder wordt aangesteld;
c) wanneer een mandaat ten einde loopt en de afwezige mandaathouder zijn werk niet heeft hervat.
In afwijking van het eerste lid, a, en artikel 6/1, wordt de tijdelijke vervanging verdergezet voor een periode van één maand om de overdracht van lopende dossiers mogelijk te maken. De voordien afwezige mandaathouder herneemt zijn functie in volheid van bevoegdheid.
In geval van een nieuwe afwezigheid van minstens één maand binnen de zes maanden van de teruggekeerde voorheen afwezige mandaathouder, kan dezelfde tijdelijke vervanger onmiddellijk worden aangesteld door de Minister van Justitie om de functie te vervullen.
In afwijking van het eerste lid, c, kan de tijdelijke vervanging worden verdergezet tot maximum 6 maanden na het aflopen van het mandaat, in afwachting van de aanstelling van een nieuwe mandaathouder. Deze periode kan omwille van legitieme redenen door de Minister van Justitie worden verlengd. "
Art.2. In titel IIbis van het koninklijk besluit van 5 december 2006 betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat wordt een artikel 4septies ingevoegd, luidende:
"Art. 4septies. - § 1. Wanneer de directeur analyse of de stafdirecteur gedurende ten minste zes maanden afwezig zijn of wanneer zij voorzien afwezig te zijn voor een periode van ten minste zes maanden en wanneer de continuïteit van de openbare dienstverlening het vereist, kan de Minister van Justitie voorzien in zijn tijdelijke vervanging, door:
1° ofwel een andere houder van een management- of staffunctie bij de Veiligheid van de Staat;
2° ofwel een ambtenaar van de Veiligheid van de Staat die beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel 4quater;
met de uitoefening van het mandaat te belasten.
Onder andere houder van een management- of staffunctie bij de Veiligheid van de Staat wordt begrepen de functies bedoeld in de artikelen 2 en 4 van het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat, de functies bedoeld in artikel 4bis van dit besluit en de functie bedoeld in artikel 102, 1° van het koninklijk besluit van 13 december 2006 houdende het statuut van de ambtenaren van de buitendiensten van de Veiligheid van de Staat.
Wanneer meerdere personen aan de voorwaarden vastgesteld in het eerste lid voldoen, worden hun bekwaamheidsbewijzen en verdiensten vergeleken.
In het geval van een tijdelijke vervanging van een directeursfunctie kan de Minister van Justitie, na advies van de administrateur-generaal, over de vervanging beslissen.
Wanneer geen enkele persoon de tijdelijke vervanging aanvaardt of wanneer geen enkele persoon aan de voorwaarden vastgesteld in het eerste lid voldoet, kan de Minister van Justitie een Rijksambtenaar aanstellen, die voorheen werd aangesteld in een management- of staffunctie overeenkomstig het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 betreffende de aanduiding en de uitoefening in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten en die houder is van een veiligheidsmachtiging `ZEER GEHEIM' in de zin van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.
§ 2. De tijdelijke vervanger ontvangt gedurende de periode van vervanging een directiepremie.
De directiepremie bedraagt 735 euro per maand.
De directiepremie wordt maandelijks uitbetaald in dezelfde mate en tegen dezelfde voorwaarden als het loon.
Het bedrag van de premie wordt gekoppeld aan spilindex 138,01.
§ 3. De tijdelijke vervanging zoals bedoeld in § 1 eindigt van ambtswege overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 6/3 eerste lid van het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat.
In afwijking van het eerste lid, a, van artikel 6/3 van hetzelfde koninklijk besluit en § 1, wordt de tijdelijke vervanging verdergezet voor een periode van één maand om de overdracht van lopende dossiers mogelijk te maken. De voordien afwezige mandaathouder herneemt zijn functie in volheid van bevoegdheid.
In geval van een nieuwe afwezigheid van minstens één maand binnen de zes maanden van de teruggekeerde voorheen afwezige mandaathouder, kan dezelfde tijdelijke vervanger onmiddellijk worden aangesteld door de Minister van Justitie om de functie te vervullen.
In afwijking van het eerste lid, c, van artikel 6/3 van hetzelfde besluit, kan de tijdelijke vervanging worden verdergezet tot maximum 6 maanden na het aflopen van het mandaat, in afwachting van de aanstelling van een nieuwe mandaathouder. Deze periode kan omwille van legitieme redenen door de Minister van Justitie worden verlengd op voorstel van de administrateur-generaal."
Art.3. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4. De Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.