Details





Titel:

15 MAART 2023. - Ministerieel besluit tot het organiseren van de oproep gericht aan steden en gemeenten tot indiening van projectvoorstellen met het oog op een duurzame bereikbaarheid van de kern



Inhoudstafel:


Art. 1-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het Agentschap Innoveren en Ondernemen, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen;
  2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie.

Art.2. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen organiseert een oproep op basis waarvan de minister een subsidie kan verlenen aan een gemeente voor een project dat tot doel heeft de duurzame bereikbaarheid van de kern voor consumenten en voor belevering van handelszaken en in het kader van e-commerce te verbeteren.

Art.3. Een project, als vermeld in artikel 2, bestaat altijd uit een investering, hetzij voor werken op het openbaar domein, hetzij voor kosten voor digitale infrastructuur ten laste van de gemeente.
  Een project kan ook bestaan uit een plan om het investeringsproject, vermeld in het eerste lid, nader uit te werken of om de impact ervan te vergroten. Ook overeenkomsten met derde partijen die concreet verband houden met het investeringsproject, vermeld in het eerste lid, komen in aanmerking.

Art.4. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen beoordeelt de ontvankelijkheid en gegrondheid van een projectvoorstel en legt aan de minister een rangschikking voor van de ontvankelijke en gegrond verklaarde projecten op basis waarvan de minister subsidies kan verlenen tot het budget is uitgeput.

Art.5. Een projectvoorstel is ontvankelijk wanneer de volgende voorwaarden samen vervuld zijn:
  1° het projectvoorstel is tijdig en volledig ingediend door de burgemeester of gemeentesecretaris, met inbegrip van een projectbeschrijving en projectbegroting;
  2° de overheidsopdracht voor de uitvoering van het project is nog niet gegund;
  3° het (deel van het) investeringsproject dat voor subsidiëring in deze oproep wordt ingediend geniet niet van andere subsidies door de Vlaamse overheid.

Art.6. Een projectvoorstel is gegrond wanneer de volgende voorwaarden samen vervuld zijn:
  1° de projectbeschrijving toont aan dat het investeringsproject gebaseerd is op een visie over het functioneren van het handelsapparaat voor wat betreft het aantrekken van consumenten of de belevering van handelszaken of consumenten (voor e-commerce) of over het functioneren van de bedrijvigheid in de kern voor wat betreft bereikbaarheid, parkeren en laden en lossen;
  2° de projectbeschrijving bevat een realistische timing voor de realisatie van het investeringsproject;
  3° de projectbeschrijving toont aan dat, in voorkomend geval, het plan of de overeenkomst, vermeld in artikel 3, tweede lid, een kritieke succesfactor is voor de realisatie van het investeringsproject of voor de impact ervan op het functioneren van de kern;
  4° de projectbegroting is gebaseerd op minstens een gedetailleerde raming van het investeringsproject en, in voorkomend geval, van de kosten voor het plan of de overeenkomst en tevens duidelijk aangeeft welke kosten ten laste van de gemeente zijn als het investeringsproject, het plan of de overeenkomst, deel uitmaakt van een ruimer project of als er meer partners bij betrokken zijn.

Art.7. De rangschikking van de ontvankelijke en gegrond verklaarde projecten gebeurt met inachtneming van de volgende prioriteitscriteria, waaraan punten worden toegekend als volgt:
  1° bereikbaarheid (40 punten);
  2° economische bedrijvigheid (30 punten);
  3° duurzaamheid (30 punten).
  Om geselecteerd te worden dient een project minstens 60 punten te behalen.

Art.8. De subsidie die de minister verleent aan een gunstig gerangschikt project is een percentage van de bewezen subsidiabele kosten met een maximum van 500.000 euro (vijfhonderdduizend euro) per project en per gemeente.
  De subsidie wordt berekend als de som van 70% van de geraamde investeringskosten en van 50% van de kosten voor het plan of de overeenkomst waarbij de subsidie voor het plan of de overeenkomst niet meer bedraagt dan 15% van de totale subsidie.

Art.9. De subsidiabele kosten zijn:
  1° de kosten van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken of het leveren van diensten, met uitzondering van de btw;
  2° de kosten voor prestaties door gemeentelijke autonome bedrijven of door intercommunales, met uitzondering van btw.

Art.10. Een project, als vermeld in artikel 2, kan worden aangevraagd tot uiterlijk 15 oktober 2023.

Art.11. De indiening van een projectvoorstel gebeurt op basis van een door het Agentschap Innoveren en Ondernemen ter beschikking gesteld digitaal formulier, dat wordt ingevoerd in de daartoe voorziene applicatie.
  In het geval de applicatie niet beschikbaar is, wordt het digitaal formulier gemaild naar handelskernversterking@vlaio.be.

Art.12. Het oproepbudget bedraagt 3.800.000 euro (drie miljoen achthonderdduizend euro).
  Bij een ontoereikend budget heeft de minister de mogelijkheid de maximumsubsidie per project te verminderen en om extra budget te voorzien op basis van de eventuele restbudgetten van op het programma handelskernversterking in gemeenten 1EC352 van het begrotingsartikel ECH-1ECB5FA-WT van het Fonds voor Innoveren en Ondernemen.
  In het tweede lid wordt verstaan onder Fonds voor Innoveren en Ondernemen: het Fonds voor Innoveren en Ondernemen, opgericht bij artikel 41, § 1, van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002.

Art.13. Het ministerieel besluit dat de subsidie voor het project toekent, bepaalt de startdatum van het project en de uitbetalings- en controlemodaliteiten met inbegrip van de uiterlijke datum waarop het project moet afgerond zijn.

Art. 14. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2023.