Details





Titel:

14 MAART 2023. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, vastgesteld voor de sector pluimvee(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-03-2023 en tekstbijwerking tot 28-03-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-2
Art. 2 TOEKOMSTIG RECHT
Art. 3-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2024002855 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° "de verantwoordelijke": de eigenaar of de houder, die gewoonlijk over het pluimvee een onmiddellijk beheer en toezicht uitoefent of over de onderneming waar geen pluimvee wordt gehouden;
  2° "pluimveeslachthuis": inrichting waar pluimvee wordt geslacht;
  3° "consumptie-eieren": eieren van pluimvee, in de schaal en geschikt voor consumptie in ongewijzigde staat of voor het gebruik door de levensmiddelenindustrie;
  4° "eiproducten": consumptie-eieren ontdaan van de schaal, eigeel en ovalbumine;
  5° "loopvogels": vogels van de soorten struisvogel (Struthio camelus), emoe (Dromaius novaehollandiae), nandoe (Rhea americana) en casuaris (Casuarius);
  6° "Sanitair Fonds": het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten;
  7° "FAVV": het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
  8° "Sanitel": geautomatiseerd systeem van het FAVV voor gegevensverwerking in verband met de identificatie en registratie van dieren;
  9° "aanslagbiljet": het document waarmee de bijdrageplichtige in kennis gesteld wordt van het door hem te betalen bedrag, vastgesteld in het kader van dit besluit.

Art.2.§ 1. [1 De jaarlijkse verplichte bijdragen aan het Sanitair Fonds in de sector pluimvee zijn vastgelegd als volgt:
   1° voor de verantwoordelijken van door het FAVV erkende pluimveeslachthuizen:
   - die jaarlijks tot en met 10.000 stuks slachten: 150 euro;
   - die jaarlijks tussen 10.001 en 100.000 stuks slachten: 250 euro;
   - die jaarlijks tussen 100.001 en 2.000.000 stuks slachten: 750 euro;
   - die jaarlijks tussen 2.000.001 en 20.000.000 stuks slachten: 1.500 euro;
   - die jaarlijks meer dan 20.000.000 stuks slachten: 1.750 euro;
   2° voor de verantwoordelijken van door het FAVV toegelaten pakstations van eieren:
   - met een technische sorteercapaciteit tot en met 5.000 eieren per uur: 150 euro;
   - met een technische sorteercapaciteit tussen 5.001 en 15.000 eieren per uur: 250 euro;
   - met een technische sorteercapaciteit tussen 15.001 en 25.000 eieren per uur: 500 euro;
   - met een technische sorteercapaciteit van meer dan 25.000 eieren per uur: 750 euro;
   3° voor de groothandelaars in eieren: 250 euro. Groothandelaars in eieren met een gemiddelde wekelijkse omzet van minder dan 1.800 eieren worden evenwel vrijgesteld van betaling van de verplichte bijdrage;
   4° voor de door het FAVV toegelaten handelaars in pluimvee: 250 euro;
   5° voor de verantwoordelijken van eiproductenbedrijven en van de bedrijven die ovoproducten in de handel brengen, erkend door het FAVV:
   - waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit tot en met 3 ton per uur: 500 euro;
   - waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van meer dan 3 ton per uur: 1.250 euro;
   6° voor de verantwoordelijken van door het FAVV toegelaten broeierijen:
   - voor het uitbroeden van loopvogeleieren:
   - met een capaciteit tot en met 1.000 eieren: 250 euro;
   - met een capaciteit van meer dan 1.000 eieren: 500 euro;
   - voor het uitbroeden van eieren van andere soorten dan loopvogels:
   - met een capaciteit tot en met 1.000 eieren of met een seizoensgebonden activiteit: 500 euro;
   - met een capaciteit van 1.001 tot en met 200.000 eieren: 1.500 euro;
   - met een capaciteit van 200.001 tot en met 500.000 eieren: 2.000 euro;
   - met een capaciteit van 500.001 tot en met 1.000.000 eieren: 2.500 euro;
   - met een capaciteit van 1.000.001 tot en met 2.000.000 eieren: 3.000 euro;
   - met een capaciteit van meer dan 2.000.000 eieren: 3.500 euro;
   7° voor de verantwoordelijken van door het FAVV toegelaten selectiebedrijven, vermeerderingsbedrijven en opfokbedrijven voor fokpluimvee:
   0,0767 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   8° voor de houders van een toelating van het FAVV voor het fabriceren van mengvoeders voor pluimvee: 250 euro. Houders van een vergunning voor de invoer, wiens enige beroepsactiviteit betrekking heeft op de invoer van producten uit andere Lidstaten, worden evenwel vrijgesteld van betaling van de verplichte bijdrage;
   9° voor de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee voor de productie van consumptie-eieren, al dan niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen:
   0,0245 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   10° voor de verantwoordelijken voor braadkippen, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0141 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   11° voor de verantwoordelijken van pluimvee, andere dan loopvogels, of deze bedoeld in de vorige punten, of in gevangenschap gehouden vogels, per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf :
   - voor kalkoenen, ganzen, eenden: 0,1335 euro
   - voor fazanten, parelhoenders, duiven, kwartels en patrijzen: 0,0134 euro
   - voor soorten andere dan bedoeld in het eerste en tweede streepje: 0,1335 euro ;
   12° voor de verantwoordelijken van loopvogels:
   0,35 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   13° voor de verantwoordelijken voor braadkippen van het ras Mechelse Koekoek, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0197 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   14° voor de verantwoordelijken voor biologische braadkippen, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0258 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   15° voor de verantwoordelijken voor braadkippen, gehouden tot op een leeftijd van 63 tot en met 80 dagen, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0212 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   16° voor de verantwoordelijken voor braadkippen, gehouden tot op de leeftijd van tenminste 81 dagen, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0243 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   17° voor de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee met systeem scharrel, voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen:
   0,0285 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   18° voor de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee met biologische productie, voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen:
   0,0513 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   19° voor de verantwoordelijken van de door het FAVV toegelaten opfokbedrijven voor fokpluimvee: 0,32 euro per vrouwelijk reproductiedier opgezet in het voorafgaande kalenderjaar, en voor zover de dieren na de opfok tot het legrijpe stadium in België blijven;
   20° voor de verantwoordelijken van de door het FAVV geregistreerde of toegelaten opfokbedrijven voor gebruikspluimvee voor de productie van consumptie-eieren: 0,09 euro per dier opgezet in het voorafgaande kalenderjaar, en voor zover de dieren in België blijven nadat zij tot het legrijpe stadium werden opgekweekt;
   21° voor de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee met systeem met vrije uitloop, voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen:
   0,0285 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf.]1
  § 2. [1 De verplichte jaarlijkse bijdragen bedoeld in paragraaf 1, onder 7°, 9° tot en met 18° en 21°, worden verhoogd met een forfait van 50 euro per inrichting.
   De verplichte jaarlijkse bijdragen bedoeld in paragraaf 1, onder 1° tot en met 18° en 21°, en paragraaf 2, eerste lid, worden voor 2024, 2025 en 2026 verdubbeld.]1
  § 3. De bijdrageplichtige wordt vrijgesteld van betaling van de verplichte bijdragen indien hij vóór de datum van het aanslagbiljet een schriftelijke verklaring van definitieve stopzetting indient of indien hij, desgevallend, kan aantonen dat de vergunning werd ingeleverd vóór de datum van het aanslagbiljet bij de instantie die deze vergunning afleverde.
  § 4. De bijdrageplichtige wordt voor het betreffende jaar vrijgesteld van betaling van de verplichte bijdragen:
  1° in geval van officiële maatregelen in het kader van de strijd tegen dierenziekten in toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, waardoor de volledige capaciteit of bedrijfsgrootte van het bedrijf onbenut moest blijven;
  2° in geval van door het Sanitair Fonds aanvaarde overmacht waardoor de volledige capaciteit of bedrijfsgrootte van het bedrijf onbenut bleef.
  ----------
  (1)<KB 2024-03-17/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.2 TOEKOMSTIG RECHT.    § 1. [1 De jaarlijkse verplichte bijdragen aan het Sanitair Fonds in de sector pluimvee zijn vastgelegd als volgt:
   1° voor de verantwoordelijken van door het FAVV erkende pluimveeslachthuizen:
   - die jaarlijks tot en met 10.000 stuks slachten: 150 euro;
   - die jaarlijks tussen 10.001 en 100.000 stuks slachten: 250 euro;
   - die jaarlijks tussen 100.001 en 2.000.000 stuks slachten: 750 euro;
   - die jaarlijks tussen 2.000.001 en 20.000.000 stuks slachten: 1.500 euro;
   - die jaarlijks meer dan 20.000.000 stuks slachten: 1.750 euro;
   2° voor de verantwoordelijken van door het FAVV toegelaten pakstations van eieren:
   - met een technische sorteercapaciteit tot en met 5.000 eieren per uur: 150 euro;
   - met een technische sorteercapaciteit tussen 5.001 en 15.000 eieren per uur: 250 euro;
   - met een technische sorteercapaciteit tussen 15.001 en 25.000 eieren per uur: 500 euro;
   - met een technische sorteercapaciteit van meer dan 25.000 eieren per uur: 750 euro;
   3° voor de groothandelaars in eieren: 250 euro. Groothandelaars in eieren met een gemiddelde wekelijkse omzet van minder dan 1.800 eieren worden evenwel vrijgesteld van betaling van de verplichte bijdrage;
   4° voor de door het FAVV toegelaten handelaars in pluimvee: 250 euro;
   5° voor de verantwoordelijken van eiproductenbedrijven en van de bedrijven die ovoproducten in de handel brengen, erkend door het FAVV:
   - waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit tot en met 3 ton per uur: 500 euro;
   - waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van meer dan 3 ton per uur: 1.250 euro;
   6° voor de verantwoordelijken van door het FAVV toegelaten broeierijen:
   - voor het uitbroeden van loopvogeleieren:
   - met een capaciteit tot en met 1.000 eieren: 250 euro;
   - met een capaciteit van meer dan 1.000 eieren: 500 euro;
   - voor het uitbroeden van eieren van andere soorten dan loopvogels:
   - met een capaciteit tot en met 1.000 eieren of met een seizoensgebonden activiteit: 500 euro;
   - met een capaciteit van 1.001 tot en met 200.000 eieren: 1.500 euro;
   - met een capaciteit van 200.001 tot en met 500.000 eieren: 2.000 euro;
   - met een capaciteit van 500.001 tot en met 1.000.000 eieren: 2.500 euro;
   - met een capaciteit van 1.000.001 tot en met 2.000.000 eieren: 3.000 euro;
   - met een capaciteit van meer dan 2.000.000 eieren: 3.500 euro;
   7° voor de verantwoordelijken van door het FAVV toegelaten selectiebedrijven, vermeerderingsbedrijven en opfokbedrijven voor fokpluimvee:
   0,0767 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   8° voor de houders van een toelating van het FAVV voor het fabriceren van mengvoeders voor pluimvee: 250 euro. Houders van een vergunning voor de invoer, wiens enige beroepsactiviteit betrekking heeft op de invoer van producten uit andere Lidstaten, worden evenwel vrijgesteld van betaling van de verplichte bijdrage;
   9° voor de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee voor de productie van consumptie-eieren, al dan niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen:
   0,0245 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   10° voor de verantwoordelijken voor braadkippen, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0141 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   11° voor de verantwoordelijken van pluimvee, andere dan loopvogels, of deze bedoeld in de vorige punten, of in gevangenschap gehouden vogels, per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf :
   - voor kalkoenen, ganzen, eenden: 0,1335 euro
   - voor fazanten, parelhoenders, duiven, kwartels en patrijzen: 0,0134 euro
   - voor soorten andere dan bedoeld in het eerste en tweede streepje: 0,1335 euro ;
   12° voor de verantwoordelijken van loopvogels:
   0,35 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   13° voor de verantwoordelijken voor braadkippen van het ras Mechelse Koekoek, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0197 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   14° voor de verantwoordelijken voor biologische braadkippen, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0258 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   15° voor de verantwoordelijken voor braadkippen, gehouden tot op een leeftijd van 63 tot en met 80 dagen, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0212 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   16° voor de verantwoordelijken voor braadkippen, gehouden tot op de leeftijd van tenminste 81 dagen, uitgezonderd ééndagskuikens:
   0,0243 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   17° voor de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee met systeem scharrel, voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen:
   0,0285 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   18° voor de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee met biologische productie, voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen:
   0,0513 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf;
   19° [2 ...]2
   20° [2 ...]2
   21° voor de verantwoordelijken voor gebruikspluimvee met systeem met vrije uitloop, voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen:
   0,0285 euro per dier dat gehouden kan worden op het bedrijf.]1
  § 2. [1 De verplichte jaarlijkse bijdragen bedoeld in paragraaf 1, onder 7°, 9° tot en met 18° en 21°, worden verhoogd met een forfait van 50 euro per inrichting.
   De verplichte jaarlijkse bijdragen bedoeld in paragraaf 1, onder 1° tot en met 18° en 21°, en paragraaf 2, eerste lid, worden voor 2024, 2025 en 2026 verdubbeld.]1
  § 3. De bijdrageplichtige wordt vrijgesteld van betaling van de verplichte bijdragen indien hij vóór de datum van het aanslagbiljet een schriftelijke verklaring van definitieve stopzetting indient of indien hij, desgevallend, kan aantonen dat de vergunning werd ingeleverd vóór de datum van het aanslagbiljet bij de instantie die deze vergunning afleverde.
  § 4. De bijdrageplichtige wordt voor het betreffende jaar vrijgesteld van betaling van de verplichte bijdragen:
  1° in geval van officiële maatregelen in het kader van de strijd tegen dierenziekten in toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, waardoor de volledige capaciteit of bedrijfsgrootte van het bedrijf onbenut moest blijven;
  2° in geval van door het Sanitair Fonds aanvaarde overmacht waardoor de volledige capaciteit of bedrijfsgrootte van het bedrijf onbenut bleef.

  (1)<KB 2024-03-17/05, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
  (2)<KB 2024-03-17/05, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2025>


Art.3. De verplichte bijdragen worden jaarlijks berekend op basis van de geregistreerde gegevens in Sanitel of de laatste gegevens waarover het FAVV in het kader van de identificatie en registratie van pluimvee- en loopvogelbeslagen beschikt en aanvullende verklaringen van de verantwoordelijke. Indien de verantwoordelijke het pluimvee, dat behoort tot zijn beslag, niet geregistreerd heeft volgens de op het ogenblik van de vaststelling geldende reglementering, en aldus geen of onvoldoende verplichte bijdragen betaalt, zal het werkelijk verschuldigde bedrag van de verplichte bijdrage verhoogd worden met 20 %.

Art.4. De verplichte bijdragen worden betaald aan het Sanitair Fonds binnen de dertig dagen die volgen op de datum vermeld op het aanslagbiljet.

Art.5. Indien de verantwoordelijke niet akkoord is met het bedrag van de verplichte bijdrage, dient een bezwaarschrift gericht aan het Sanitair Fonds te worden ingediend binnen de dertig dagen volgend op de datum vermeld op het aanslagbiljet. De bijzondere modaliteiten voor het indienen van een bezwaarschrift worden meegedeeld op het aanslagbiljet.

Art.6. Indien de verantwoordelijke het bedrag van de verplichte bijdrage niet betaalt, wordt minstens zestig dagen na de datum vermeld op het aanslagbiljet een eerste aanmaning verstuurd, waarbij het op het aanslagbiljet vermelde bedrag verhoogd wordt met 50 euro.

Art.7. Indien de verantwoordelijke het verhoogde bedrag van de verplichte bijdrage na de eerste aanmaning niet betaalt, wordt minstens negentig dagen na de datum vermeld op het aanslagbiljet een tweede aanmaning verstuurd, waarbij het op het initiële aanslagbiljet vermelde bedrag verhoogd wordt met 20 %, met een minimum van 50 euro.

Art.8. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing met ingang van de inning van de verplichte bijdragen voor 2023.

Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2023.

Art. 10. De minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.