17 FEBRUARI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Art. 1-7
BIJLAGEN.
Art. N1-N6
Artikel 1. In artikel 3, van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1, eerste lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2022, wordt vervangen als volgt: "De prestaties bedoeld in artikel 2, die niet specifiek getarifeerd zijn conform de bijlagen bij dit besluit of conform de besluiten genomen in uitvoering van paragraaf 2, zijn onderworpen aan het algemeen tarief van 30,98 EUR per aangevat halfuur per persoon en van 44,50 EUR indien ze reglementair moeten uitgevoerd worden door een houder van een universitair diploma of gelijkgestelde."
2° paragraaf 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2022, wordt vervangen als volgt: -
" § 4. In afwijking van paragraaf 1, kan het Agentschap aan een operator die hierom verzoekt in overeenstemming met de bepalingen van deze paragraaf, een ontheffing verlenen van de retributie op grond van de bijlagen bij dit besluit of op grond van de besluiten genomen krachtens paragraaf 2, voor een door de operator aangeduide plaats. De ontheven prestaties worden gelijkgesteld aan niet specifiek getarifeerde prestaties zoals bedoeld in paragraaf 1. Indien de beslissing betreffende het verzoek tot ontheffing gunstig is, specificeert deze beslissing de praktische modaliteiten voor de uitvoering van de ontheffing.
De in het eerste lid bedoelde ontheffing wordt verleend aan de operator indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
1° in functie van de activiteiten van de operator, worden de aan retributies onderworpen prestaties op regelmatige en ononderbroken wijze verleend op de door de operator aangeduide plaatsen;
2° het bedrag van de retributie overeenkomstig de bijlagen bij dit besluit of overeenkomstig de besluiten genomen krachtens paragraaf 2, wordt uitsluitend bepaald op basis van de aanwezigheid van door het Agentschap aangeduide agenten.
De in het eerste lid bedoelde aanvraag wordt bij aangetekende zending of via elk ander middel dat een vaste datum toekent aan de verzending ingediend. Deze is vergezeld van een formulier waarvan het Agentschap het model vaststelt en op zijn website publiceert.
Op straffe van onontvankelijkheid is het in het derde lid bedoelde formulier ondertekend, deugdelijk ingevuld en bevat het minstens de volgende elementen:
1° een voorstel van praktische modaliteiten die tenminste het volgende inhouden:
a. een realistische planning van de prestaties;
b. de periodes waarvoor de aanwezigheid van de door het Agentschap aangeduide agenten is vereist;
c. een raming van de prestaties;
d. de dienst van het Agentschap verantwoordelijk voor de verlening van de prestaties;
e. indien van toepassing, de verschillende middelen die de aanvrager van de ontheffing ter beschikking stelt van de aanwezige agenten van het Agentschap voor de uitvoering van de beoogde prestaties;
f. de frequentie waarmee de onder a, b en c vermelde gegevens worden geactualiseerd en overgemaakt aan de betrokken dienst. De termijn tussen de overmaking van de geactualiseerde planning en de betrokken prestaties bedraagt minstens 7 dagen;
g. de gewenste data van inwerkingtreding en stopzetting van de ontheffing;
1° de verbintenis van de aanvrager om de modaliteiten van de ontheffing na te leven indien deze wordt verleend. -
- Het Agentschap nodigt de aanvrager uit binnen een termijn van 10 werkdagen die aanvangt op de dag van ontvangst van de aanvraag, indien de operator vraagt om gehoord te worden
- De operator wordt in kennis gesteld indien het Agentschap van oordeel is dat er onvoldoende informatie voorhanden is om te beslissen over de aanvraag inzake de ontheffing, of indien de informatie moet worden aangepast.
Het Agentschap deelt zijn beslissing betreffende het verzoek tot ontheffing mee binnen 30 dagen na de dag van ontvangst van het volledige dossier en van het eventuele horen van de operator.
Op de vervaldatum van de geldigheid van de ontheffingsbeslissing wordt deze stilzwijgend verlengd totdat zij wordt ingetrokken met een opzeggingstermijn van 30 dagen.
Indien het verzoek tot ontheffing betrekking heeft op meerdere operatoren moet een gezamenlijk verzoek tot ontheffing door al deze operatoren worden ingediend. Indien op basis van dit verzoek een ontheffing kan worden toegekend, betreft het besluit van het Agentschap alle betrokken operatoren. -
- Het Agentschap kan de in het eerste lid bedoelde ontheffingsbeslissing schorsen of opheffen indien: -
1° de activiteiten niet meer kunnen worden georganiseerd volgens de wettelijke voorschriften of de modaliteiten vastgesteld in de ontheffingsbeslissing; -
2° de operator de bepalingen van de ontheffingsbeslissing niet respecteert. -
Art.2. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2022, vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.
Art.3. In hetzelfde besluit wordt de bijlage 2, hoofdstuk 1, punten 6., 7., 8., gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2022, vervangen als volgt:
"6. De retributies, verbonden aan het keuringstarief op slachtdieren, gevogelte en konijnen worden vermeerderd met 35,0345 EUR per dier of groep dieren wanneer de exploitant van het slachthuis aan de keurder een dier of een groep dieren aanbiedt waarvan de identificatie ongeldig is.
7. Wanneer het dagelijks bedrag van de aan het keuringstarief verbonden retributies lager is dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn in toepassing van het uurtarief van 67,41 EUR, is dit laatste bedrag van toepassing met een minimum van één uur.
8. In een slachthuis van gevogelte waar de keurder met het akkoord van het Agentschap wordt bijgestaan door medewerkers van het slachthuis, wordt het bedrag per slachtlijn als volgt vastgesteld:
- een slachtlijn:
slachttijd X 67,41 EUR X 1,1
- twee slachtlijnen gelijktijdig:
slachttijd X 67,41 EUR X 0,8".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt bijlage 2, hoofdstuk 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juni 2009 en het koninklijk besluit van 27 maart 2022, en hoofdstuk 3 vervangen door de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.
Art.5. In hetzelfde besluit wordt bijlage 3, gewijzigd door het koninklijk besluit van 17 juni 2009, bijlage 4, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 december 2012, bijlage 5, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2011 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 7 april 2017 en het koninklijk besluit van 15 januari 2014, en bijlage 6, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2012, vervangen door bijlagen 3, 4, 5 en 6 gevoegd bij dit besluit.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. -
Art.7. De minister die de Veiligheid van de Voedselketen onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-02-2023, p. 25449)
Art. N2.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-02-2023, p. 25452)
Art. N3.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-02-2023, p. 25462)
Art. N4.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-02-2023, p. 25463)
Art. N5.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-02-2023, p. 25464)
Art. N6.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 28-02-2023, p. 25469)