23 DECEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming
Art. 1-3
Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2022, wordt een artikel 641/2 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 641/2. Het basisondersteuningsbudget wordt na 31 december 2022 verder uitbetaald aan de personen die op 31 december 2022 niet in België wonen en die op de voormelde datum aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
1° ze beschikken over een attest dat aantoont dat ze recht hebben op een zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte of op bijkomende kinderbijslag van minstens twaalf punten op de medisch-sociale schaal, samengesteld uit pijler P1, P2 en P3, en ze maken geen gebruik van niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning;
2° ze voldoen aan de volgende aanvullende cumulatieve voorwaarden:
a) beschikken over een automatische erkenning van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of de toegangspoort als persoon met een handicap met een duidelijk vast te stellen behoefte aan zorg en ondersteuning als vermeld in artikel 4, eerste lid, 2°, van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap, als die persoon beschikt over een attest als vermeld in artikel 5, § 2, van het voormelde decreet, dat aantoont dat hij in aanmerking komt voor een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning;
b) zich in een van de volgende gevallen bevinden op 30 juni 2015:
1) ingeschreven zijn op de intersectorale registratielijst, vermeld in artikel 2, § 1, 25°, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;
2) beschikken over een indicatiestellingsverslag waaruit blijkt dat de minderjarige in aanmerking komt voor een persoonlijke-assistentiebudget als vermeld in artikel 16, 2°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, zoals van toepassing op 30 juni 2015;
c) op het moment van de toekenning van het basisondersteuningsbudget niet gebruikmaken van:
1) een persoonlijke-assistentiebudget als vermeld in hoofdstuk IV/1 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
2) ondersteuning door een multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap met toepassing van artikel 7 of 9, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;
3) persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017 over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden, met een attest verhoogde kinderbijslag van minstens twaalf punten op de medisch-sociale schaal, samengesteld uit pijler P1, P2 en P3, of die niet gebruikmaken van niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning.
De tegemoetkomingen, vermeld in het eerste lid, worden na 31 december 2022 verder uitbetaald als de personen in kwestie aan al de volgende voorwaarden voldoen:
1° beschikken over een attest als vermeld in het eerste lid;
2° niet in België wonen;
3° voldoen aan alle voorwaarden voor het basisondersteuningsbudget.".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023.
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de sociale bescherming, is belast met de uitvoering van dit besluit.