23 DECEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten houdende vrijstelling van bepaalde werkgevers- en werknemersbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen in de zeesleepvaartsector en de baggersector
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de baggervaartsector
Art. 4-6
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2016 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en tot wijziging van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector en tot wijziging van artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen
Art. 7-10
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 11-12
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het woord "zeebrief" vervangen door de zinsnede "certificaat van registratie in uitvoering van artikel 91 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de Zee van 10 december 1982";
2° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
"In het eerste lid wordt verstaan onder communautaire zeelieden: alle zeelieden aan boord van de schepen, vermeld in dit artikel, die voor hun tewerkstelling onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij.";
3° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Alleen zeelieden die werken aan boord van schepen, met inbegrip van roroveerboten, die geregelde passagiersdiensten tussen havens van de Europese Economische Ruimte verzorgen, of alleen zeelieden die werken aan boord van schepen die gespecialiseerd zijn in de volgende activiteiten, komen in aanmerking voor de vrijstelling, vermeld in dit besluit:
1° kabels leggen op de voorbereide zeebodem;
2° pijpen leggen op de voorbereide zeebodem;
3° takel- en hefwerkzaamheden van infrastructuur in het kader van installatie- en onderhoudswerken op zee;
4° onderzoek van de zeebodem in het kader van installatie- en onderhoudswerken;
5° gericht storten van stenen op de zeebodem in het kader van installatie- en onderhoudswerken op zee;
6° vervoeren van onderdelen op zee in het kader van installatie- en onderhoudswerken op zee;
7° vervoeren en accommoderen van personen in het kader van installatie- en onderhoudswerken op zee.";
4° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 3. Passagiersschepen die niet meer dan 12 passagiers mogen vervoeren worden uitgesloten van dit besluit.".
Art.2. In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2017, wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° het betaalde brutoloon voor de dagen, vermeld in punt 1°, waarop de zeeman door zijn dienstbetrekking recht heeft.".
Art.3. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt de datum "31 december 2022" vervangen door de datum "31 december 2032".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de baggervaartsector
Art.4. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de baggervaartsector worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
"In het tweede lid wordt verstaan onder communautaire zeelieden: alle zeelieden die voor hun tewerkstelling onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij.";
2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
" § 2. Voor het zeevervoergedeelte van baggerspeciewerkzaamheden passen de reders met exploitatiezetel op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of met een exploitatiezetel in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte de maatregel, vermeld in artikel 2, toe op de lonen van de communautaire zeelieden, vermeld in artikel 1, die ze tewerkstellen aan boord van zeewaardige baggerschepen.";
3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "zeebrief" vervangen door de zinsnede "certificaat van registratie in uitvoering van artikel 91 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de Zee van 10 december 1982".
Art.5. In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2017, wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° het betaalde brutoloon voor de dagen, vermeld in punt 1°, waarop de zeeman door zijn dienstbetrekking recht heeft.".
Art.6. In artikel 6, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de datum "31 december 2022" vervangen door de datum "31 december 2032".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2016 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en tot wijziging van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector en tot wijziging van artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen
Art.7. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2016 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en tot wijziging van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector en tot wijziging van artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste en het tweede lid worden vervangen door wat volgt:
" § 1. Dit besluit is van toepassing op communautaire zeelieden die door reders met een exploitatiezetel op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of met een exploitatiezetel in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte worden tewerkgesteld op zeeschepen met eigen voorstuwing waarvoor een certificaat van registratie in uitvoering van artikel 91 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de Zee van 10 december 1982 wordt voorgelegd en die geregistreerd zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.
In het eerste lid wordt verstaan onder communautaire zeelieden: alle zeelieden aan boord van de schepen, vermeld in dit artikel, die voor hun tewerkstelling onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij.";
2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Alleen zeelieden die werken aan boord van schepen, met inbegrip van roroveerboten, die geregelde passagiersdiensten tussen havens van de Europese Economische Ruimte verzorgen, of alleen zeelieden die werken aan boord van schepen die gespecialiseerd zijn in de volgende activiteiten, komen in aanmerking voor de vrijstelling, vermeld in dit besluit:
1° kabels leggen op de voorbereide zeebodem;
2° pijpen leggen op de voorbereide zeebodem;
3° takel- en hefwerkzaamheden van infrastructuur in het kader van installatie- en onderhoudswerken op zee;
4° onderzoek van de zeebodem in het kader van installatie- en onderhoudswerken;
5° gericht storten van stenen op de zeebodem in het kader van installatie- en onderhoudswerken op zee;
6° vervoeren van onderdelen op zee in het kader van installatie- en onderhoudswerken op zee;
7° vervoeren en accommoderen van personen in het kader van installatie- en onderhoudswerken op zee.";
3° er wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 2. Passagiersschepen die niet meer dan 12 passagiers mogen vervoeren worden uitgesloten van dit besluit.".
Art.8. Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2017, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 2. "De reders, vermeld in artikel 2, § 1, 2°, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, worden toegelaten de zeeliedenbijdragen, berekend op basis van een dagloon van 1/360ste van het bedrag, vermeld in artikel 7, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust en overlevingspensioen voor werknemers, van toepassing gedurende het kalenderjaar dat voorafgaat aan het lopende jaar, te betalen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en ook het bedrag te behouden dat overeenstemt met de persoonlijke bijdragen, dat is berekend op basis van het verschil tussen het begrensde dagloon en het dagloon.".
Art.9. In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 2017, wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° het betaalde brutoloon voor de dagen, vermeld in punt 1°, waarop de zeeman door zijn dienstbetrekking recht heeft.".
Art.10. In artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de datum "31 december 2022" vervangen door de datum "31 december 2032".
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.11. Dit besluit treedt in werking op 31 december 2022.
Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor werk, is belast met de uitvoering van dit besluit.