Details





Titel:

24 MEI 2023. - Wet houdende maatregelen inzake het loonoverleg voor de periode 2023-2024(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-05-2023 en tekstbijwerking tot 19-04-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De koopkrachtpremie
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Fiscaal stelsel van de koopkrachtpremie
Art. 6-7
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen
Art. 8
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1981001048  1996021236  2009021138  2021021520 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - De koopkrachtpremie
Art.2. In artikel 38, § 3unvicies, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, ingevoegd bij de wet van 18 juli 2021, wordt tussen het eerste en tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
  "De werkgever is een bijzondere bijdrage van 16,5 % verschuldigd op het bedrag van de koopkrachtpremie bedoeld in artikel 19quinquies, § 5, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.".

Art.3. In artikel 183 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen, gewijzigd bij de wetten van 20 juli 2015, 31 juli 2020 en 18 juli 2021, worden de woorden "de consumptiecheque en de coronapremie" vervangen door de woorden "de consumptiecheque, de coronapremie en de koopkrachtpremie".

Art.4. Artikel 185/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 18 juli 2021 wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "De koopkrachtpremies op papieren drager zoals bedoeld in artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, kunnen enkel ter beschikking worden gesteld door de uitgevers die erkend zijn voor het uitgeven van de koopkrachtpremie in elektronische vorm en deze koopkrachtpremie in elektronische vorm ter beschikking stellen.".

Art.5. In artikel 61 van de wet van 18 juli 2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, worden de woorden "bij artikelen 60 en 61" vervangen door de woorden "bij artikelen 59 en 60".

HOOFDSTUK 3. - Fiscaal stelsel van de koopkrachtpremie
Art.6.De koopkrachtpremie die overeenkomstig artikel 19quinquies, § 5, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders wordt toegekend, is tot een bedrag van 750 euro vrijgesteld van inkomstenbelastingen.
  [1 De voornoemde premie voldoet eveneens aan de voorwaarden voor de vrijstelling van inkomstenbelastingen, wanneer de beslissing om de premie toe te kennen is genomen en het recht op de premie is ontstaan op grond van een collectieve of individuele overeenkomst die uiterlijk op 31 december 2023 is gesloten, maar de premie pas in de loop van januari, februari of maart 2024 door de uitgever ervan aan de werknemer ter beschikking wordt gesteld.]1
  De werknemer kan binnen de drie maanden na de vervaldatum van de koopkrachtpremie bij de uitgever ervan een eenmalige aanvraag doen tot reactivering van de premie. De gereactiveerde koopkrachtpremie heeft een geldigheidsduur van drie maanden. Aan de voorwaarden voor de vrijstelling van inkomstenbelastingen van de koopkrachtpremie blijft in dat geval voldaan.
  Het in het eerste lid vermelde bedrag wordt niet geïndexeerd overeenkomstig artikel 178 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
  ----------
  (1)<W 2024-03-29/20, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>

Art.7. De koopkrachtpremie bedoeld in artikel 6 evenals de bijzondere bijdrage die bij toepassing van artikel 38, § 3unvicies, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers op het bedrag van die premie verschuldigd is, worden als beroepskost aangemerkt overeenkomstig artikel 49 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen
Art.8. Artikel 10 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 45 van 26 juni 2020, wordt aangevuld met een 8°, luidend als volgt:
  "8° de eenmalige koopkrachtpremie zoals bedoeld in artikel 19quinquies, § 5, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;".

HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 9. Deze wet treedt in werking op 1 mei 2023.