17 FEBRUARI 2023. - Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen betreffende de bijdrageberekening voor startende zelfstandige artiesten
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen
Art. 2-3
HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 4-5
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen
Art.2. In artikel 11, § 3, zesde lid van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 december 2021, wordt de bepaling onder f) vervangen als volgt:
"f) voor de zelfstandigen die deel uitmaken van de bijdragecategorie bedoeld in artikel 12, § 1bis, voor de eerste vier kalenderkwartalen onderwerping of voor de eerste acht kalenderkwartalen onderwerping voor de zelfstandige artiesten: ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die verschuldigd is op basis van een inkomen vermeld in het eerste lid van artikel 12, § 1bis, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar waarin één of meerdere van deze eerste vier of acht kalenderkwartalen gelegen zijn dit bedrag niet zal overschrijden ofwel een bijdrage te betalen gelijk aan deze die verschuldigd is op basis van een door de zelfstandige geschat inkomen dat hoger is dan het inkomen vermeld in het eerste lid van artikel 12, § 1bis, indien ze aannemelijk maken dat hun inkomen van het bijdragejaar waarin één of meerdere van deze eerste vier of acht kalenderkwartalen gelegen zijn, het geschatte inkomen niet zal overschrijden.".
Art.3. Artikel 12, § 1bis, van hetzelfde koninklijk besluit nr. 38, hersteld bij de wet van 18 februari 2018 en gewijzigd bij de wet van 12 juli 2022, wordt aangevuld met het volgende lid:
"In afwijking van de eerste twee leden van deze paragraaf gelden deze bepalingen voor de eerste acht opeenvolgende kalenderkwartalen. voor zelfstandige artiesten, met name zelfstandigen met een artistieke beroepsactiviteit die in het bezit zijn van een geldige zelfstandigheidsverklaring afgeleverd door de Commissie Kunstenaars voor de betrokken kwartalen of een geldig kunstwerkattest afgeleverd door de Kunstwerkcommissie voor de betrokken kwartalen.".
HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art.4. Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2022.
Art. 5. Deze wet is ook van toepassing op zelfstandigen in hoofdberoep die hun activiteit zijn begonnen na 31 december 2020 en vóór 1 oktober 2022, voor de berekening van de sociale bijdragen verschuldigd voor de kalenderkwartalen vanaf het vierde kwartaal van 2022.