21 APRIL 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, wat betreft de diplomavoorwaarden voor tolken Gebarentaal en schrijftolken
Art. 1-2
Artikel 1. In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 januari 2016 houdende de vaststelling van overkoepelende regels voor het centraal tolkenbureau voor de beleidsdomeinen Onderwijs en Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2020, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:
" § 2. Een tolk Gebarentaal is in het bezit van een van de volgende diploma's die zijn behaald aan een onderwijsinstelling die door de Vlaamse Gemeenschap is erkend, gefinancierd of gesubsidieerd, of van een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend:
1° master in het tolken met de taalmodule Vlaamse Gebarentaal;
2° postgraduaat Tolken Vlaamse Gebarentaal;
3° graduaat Tolk Vlaamse Gebarentaal (of Tolk voor doven).
In afwijking van het eerste lid kunnen de ten laste genomen tolkuren ook uitgevoerd worden door de volgende tolken:
1° tolken die het getuigschrift tolk Vlaamse Gebarentaal voor dove tolken hebben behaald, dat is uitgereikt door de Katholieke Universiteit Leuven, nadat ze de opleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal hebben gevolgd, die liep van 10 januari 2022 tot en met 30 juni 2023;
2° tolken die op 1 januari 2004 een erkenning hadden conform artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 houdende vaststelling van de regels volgens dewelke het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap de kosten van bijstand door tolken voor doven en slechthorenden ten laste neemt, zoals van toepassing op 1 januari 2004.
De schrijftolk is in het bezit van een bachelordiploma of van een studiebewijs dat krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend.".
Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, en de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.