23 NOVEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 46 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 november 2013, wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende:
" § 1/1 Voor de betaalde voetbalspelers die gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst volgens de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars wordt het enkel vertrekvakantiegeld en het dubbel vertrekvakantiegeld als volgt berekend:
1° Het enkel vertrekvakantiegeld is gelijk aan de helft van:
- Voor het vast gedeelte van de wedde: per werkelijk gepresteerde of ermee gelijkgestelde maand in de loop van het vakantiejaar bij de huidige werkgever een toeslag gelijk aan 1/12 van 100 pct. van de normaal verdiende vaste brutowedde van de maand van vertrek;
- Voor het veranderlijk gedeelte van de wedde: per gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens het vakantiejaar bij de huidige werkgever een toeslag van 1/12 van de volledige contractuele of overeengekomen bruto winstpremie van de eerste ploeg in de Belgische nationale competitie van toepassing op de eerste competitiewedstrijd van het nieuwe seizoen in het vakantiedienstjaar, ongeacht het feit of de speler effectief aan deze wedstrijd heeft deelgenomen. In geval de betaalde voetbalspeler op dat ogenblik niet in dienst was van de huidige werkgever dient de berekening te gebeuren op de eerste normale verschuldigde winstpremie.
Het enkel vertrekvakantiegeld bedraagt echter minimum 1/12 van het minimumloon voor betaalde voetbalspelers.
In geval van onvolledige prestaties tijdens een maand gebeurt de berekening pro rata de werkelijke gepresteerde of gelijkgestelde dagen in de loop van die maand.
2° Het bedrag van het dubbel vertrekvakantiegeld is gelijk aan het bedrag van het enkel vertrekvakantiegeld."
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022 en treedt buitenwerking op 1 januari 2023.
Art. 3. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.