11 DECEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
Art. 1-3
Artikel 1. In titel III, hoofdstuk III, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt een afdeling VIquinquies ingevoegd die het artikel 215octiesdecies bevat, luidende:
"Afdeling VIquinquies. Responsabilisering van de arbeidsongeschikt erkende gerechtigden
Art. 215octiesdecies. § 1. Met het oog op het medisch onderzoek bedoeld in artikel 215decies, § 1, derde lid, ontvangt de gerechtigde een uitnodiging waarin vermeld wordt dat bij een afwezigheid op het voormelde medisch onderzoek zonder geldige rechtvaardiging het dagbedrag van de uitkeringen met 2,5 procent zal worden verminderd.
De gerechtigde die zich, zonder geldige rechtvaardiging, niet op het medisch onderzoek aanbiedt, ontvangt een aangetekende zending waarin binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de initieel geplande datum, een nieuwe datum voor dit medisch onderzoek wordt vastgesteld. Bovendien verwittigt deze aangetekende zending de gerechtigde dat bij een nieuwe afwezigheid op dit medisch onderzoek zonder geldige rechtvaardiging, het dagbedrag van de uitkeringen met 2,5 procent zal worden verminderd vanaf de datum van deze nieuwe afwezigheid.
Als de gerechtigde daadwerkelijk een tweede keer zonder geldige rechtvaardiging afwezig is op het medisch onderzoek, wordt het dagbedrag van de uitkeringen verminderd met 2,5 procent vanaf de voor dit onderzoek vastgestelde datum tot en met de datum waarop de gerechtigde de adviserend arts contacteert met het oog op het vastleggen van een nieuwe datum voor een medisch onderzoek.
Als de gerechtigde echter een derde keer zonder geldige rechtvaardiging afwezig is op het medisch onderzoek vastgesteld overeenkomstig het vorige lid, wordt het dagbedrag van de uitkeringen opnieuw met 2,5 procent verminderd vanaf de datum van deze nieuwe afwezigheid tot en met de dag voordat het medisch onderzoek daadwerkelijk plaatsvindt.
§ 2. Met het oog op het eerste contactmoment bedoeld in artikel 215undecies, § 2, eerste lid, ontvangt de gerechtigde een uitnodiging waarin vermeld wordt dat bij een afwezigheid op het voormelde eerste contactmoment zonder geldige rechtvaardiging het dagbedrag van de uitkeringen met 2,5 procent zal worden verminderd.
De gerechtigde die zich, zonder geldige rechtvaardiging, niet op het eerste contactmoment aanbiedt, ontvangt een aangetekende zending waarin binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de initieel geplande datum, een nieuwe datum voor dit contactmoment wordt vastgesteld. Bovendien verwittigt deze aangetekende zending de gerechtigde dat bij een nieuwe afwezigheid op dit contactmoment zonder geldige rechtvaardiging, het dagbedrag van de uitkeringen met 2,5 procent zal worden verminderd vanaf de datum van deze nieuwe afwezigheid.
Als de gerechtigde daadwerkelijk een tweede keer zonder geldige rechtvaardiging afwezig is op het eerste contactmoment, wordt het dagbedrag van de uitkeringen verminderd met 2,5 procent vanaf de voor dit contactmoment vastgestelde datum tot en met de datum waarop de gerechtigde de "Terug Naar Werk-coördinator" contacteert met het oog op het vastleggen van een nieuwe datum voor een eerste contactmoment.
Als de gerechtigde echter een derde keer zonder geldige rechtvaardiging afwezig is op het eerste contactmoment vastgesteld overeenkomstig het vorige lid, wordt het dagbedrag van de uitkeringen opnieuw met 2,5 procent verminderd vanaf de datum van deze nieuwe afwezigheid tot en met de dag voordat het eerste contactmoment daadwerkelijk plaatsvindt.
§ 3. Van de beslissing om het dagbedrag van de uitkeringen te verminderen overeenkomstig de voorgaande paragrafen, wordt de gerechtigde op de hoogte gebracht via een aangetekende zending. De kennisgeving bevat de vermeldingen bedoeld in artikel 14 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde.
§ 4. De beslissing om het dagbedrag van de uitkeringen te verminderen overeenkomstig paragraaf 1 of 2, is niet van toepassing tijdens de in de artikelen 114 en 114bis van de gecoördineerde wet bedoelde tijdvakken van moederschapsbescherming.".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023 en is van toepassing op de gerechtigden wier periode van primaire ongeschiktheid bedoeld in artikel 87 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 ten vroegste op 1 januari 2023 aanvat.
Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.