27 OKTOBER 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van artikel 17, § 1, tweede lid, van het decreet van 4 februari 2021 houdende organisatie van de begroting, van de boekhouding en van de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen met betrekking tot de organen opgenomen in artikel 3, § 1, 1°, a), en 2°, c) en f), van hetzelfde decreet
Art. 1-4
Artikel 1. Voor de toepassing van artikel 17, § 1, eerste lid, van het decreet van 4 februari 2021 houdende de organisatie van de begroting, van de boekhouding en van de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen, wordt aan de administrateur-generaal van de in artikel 3, § 1, 1°, a), en 2°, c) en f), van hetzelfde decreet vermelde instellingen een bevoegdheidsdelegatie toegekend om verzoeken tot herverdeling van kredieten binnen een programma goed te keuren.
Art.2. De verzoeken om herverdeling van het krediet bedoeld in artikel 1 zijn onderworpen aan het voorafgaand advies van de Inspecteur van Financiën voor de instelling bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, a), van het decreet van 4 februari 2021 houdende de organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen en aan de regeringscommissaris voor de instellingen bedoeld in artikel 3, § 1, 2°, c) en f), van hetzelfde decreet.
Art.3. § 1 . In geval van een negatief advies van de Inspecteur van Financiën nemen de bevoegde minister en de minister van Begroting een consensusbeslissing, onverminderd de toepassing van artikel 2, paragraaf 2, van het decreet van 4 februari 2021 houdende de organisatie van de begroting, van de boekhouding en van de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen.
Als er geen consensus is, wordt het dossier aan de regering voorgelegd.
§ 2. Bij negatief advies van de regeringscommissaris nemen de bestuursinstelling, de toezichthoudende minister en de minister van Begroting een consensusbeslissing, onverminderd de toepassing van artikel 2, tweede paragraaf, van het decreet van 4 februari 2021 houdende de organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de openbare bestuursinstellingen.
Als er geen consensus is, wordt het dossier aan de regering voorgelegd.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Art. 5De minister van Begroting en de ministers bevoegd voor de in artikel 1 bedoelde instellingen zijn belast met de uitvoering van dit besluit.