Details





Titel:

30 JULI 2022. - Wet houdende instemming met de volgende internationale akten: 1) de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek India inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 16 september 2021, en 2) het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Abu Dhabi op 9 december 2021, en 3) het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake uitlevering, gedaan te Abu Dhabi op 9 december 2021, en 4) het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Islamitische Republiek Iran inzake de overbrenging van veroordeelde personen, gedaan te Brussel op 11 maart 2022, en 5) het Protocol van 22 november 2017 tot wijziging van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Straatsburg op 7 april 2022



Inhoudstafel:


Art. 1-6
BIJLAGEN.
Art. N1-N5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art.2. De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek India inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 16 september 2021, zal volkomen gevolg hebben.

Art.3. Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Abu Dhabi op 9 december 2021, zal volkomen gevolg hebben.

Art.4. Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake uitlevering, gedaan te Abu Dhabi op 9 december 2021, zal volkomen gevolg hebben.

Art.5.Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Islamitische Republiek Iran inzake de overbrenging van veroordeelde personen, gedaan te Brussel op 11 maart 2022, zal volkomen gevolg hebben.

(NOTA : bij arrest nr. 163/2022 van 08-12-2022 (2022-12-08/04, B.St. 12-12-2022, p. 93237), heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel geschorst)


Art.6. Het Protocol van 22 november 2017 tot wijziging van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Straatsburg op 7 april 2022, zal volkomen gevolg hebben.


BIJLAGEN.
Art. N1.
  De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek India inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Brussel op 16 september 2021
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 4-11-2022, Blz. 80954)

Art. N2.
  Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken, gedaan te Abu Dhabi op 9 december 2021
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 4-11-2022, Blz. 80970)

Art. N3.
  Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Arabische Emiraten inzake uitlevering, gedaan te Abu Dhabi op 9 december 2021
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 4-11-2022, Blz. 80985)

Art. N4.
   Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en de Islamitische Republiek Iran inzake de overbrenging van veroordeelde personen, gedaan te Brussel op 11 maart 2022
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 4-11-2022, Blz. 81001)

Art. N5.
   Het Protocol van 22 november 2017 tot wijziging van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Straatsburg op 7 april 2022
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 4-11-2022, Blz. 81014)