28 APRIL 2022. - Ordonnantie houdende instemming met het Verdrag van de Raad van Europa inzake cinematografische coproductie (herzien), opgemaakt te Rotterdam op 30 januari 2017
Art. 1-3
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. Het Verdrag van de Raad van Europa inzake cinematografische coproductie (herzien), opgemaakt te Rotterdam op 30 januari 2017, zal volkomen gevolg hebben.
Art. 3. De wijzigingen aan de aanhangsels bij het Verdrag, die met toepassing van artikel 17 van dit Verdrag worden aangenomen, zonder dat het Brussels Hoofdstedelijk Parlement zich overeenkomstig het derde lid van dit artikel hiertegen verzet, zullen volkomen gevolg hebben.
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering deelt elke wijziging van de aanhangsels bij het Verdrag, die met toepassing van artikel 17, lid 5, van dit Verdrag is aangenomen door het Comité van Ministers, mee aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement zodra ze in kennis is gesteld van de aanneming ervan.
Binnen een termijn die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in deze mededeling aangeeft, die minimum zes maanden betreft, maar ten laatste één maand voor het verstrijken van de verzetstermijn die door de wijziging zelf wordt voorzien, kan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement zich ertegen verzetten dat deze wijziging volkomen gevolg zal hebben.