27 MAART 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen
Art. 1-4
Artikel 1. Punt 2, B, b van hoofdstuk V van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en de prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, ingevoegd door het koninklijk besluit van 22 oktober 2010 en vervangen door het koninklijk besluit van 1 maart 2018, wordt vervangen door volgende bepalingen:
"hij heeft een zorgtrajectcontract voor type 2 diabetes gesloten dat geldig is op de datum van het voorschrift bedoeld in het punt 4.2., B of dat in werking treedt binnen de 3 maanden die volgen op die datum."
Art.2. Punt 4.2., C van hoofdstuk V van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgende bepalingen:
"Voor een rechthebbende voor wie het zorgtrajectcontract in werking treedt binnen de maximum 3 maanden die volgen op de datum van het voorschrift, kunnen maximum 5 educatieverstrekkingen vergoed worden vanaf de datum van het voorschrift tot de datum van inwerkingtreding van het zorgtrajectcontract. De educatieverstrekkingen die gerealiseerd worden binnen deze periode van maximum 3 maanden tellen eveneens mee voor het maximum aantal terugbetaalbare educatieverstrekkingen voorzien in dit punt C."
Art.3. Dit koninklijk besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4. De minister bevoegd voor Sociale zaken wordt met de uitvoering van dit besluit belast.