Details





Titel:

29 MAART 2022. - Besluit van de administrateur-generaal tot delegatie van sommige bevoegdheden over de algemene werking van het agentschap Facilitair Bedrijf



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-5
HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor uitvoering van de begroting
Art. 6-7
HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor de interne organisatie, het personeelsmanagement en het facilitair management
Art. 8-12
HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Afdeling 4.1. - Bevoegdheid tot plaatsing van overheidsopdrachten
Art. 13
Afdeling 4.2. - Bevoegdheid tot uitvoering van overheidsopdrachten
Art. 14
HOOFDSTUK 5. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 15-16
HOOFDSTUK 6. - Regeling bij vervanging
Art. 17-18
HOOFDSTUK 7. - Gebruik van delegaties en verantwoording
Art. 19-22
HOOFDSTUK 8. - Specifieke bepalingen voor de Stafdiensten
Art. 23-25
HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen
Art. 26-27



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2018200149 





Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het agentschap Facilitair Bedrijf.

Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° minister: het lid of de leden van de Vlaamse Regering bevoegd voor het agentschap Facilitair Bedrijf;
  2° administrateur-generaal: de administrateur-generaal van het agentschap Facilitair Bedrijf;
  3° afdeling: de subentiteit, vermeld in artikel 1, 1° tot en met 6° van het besluit van de administrateur-generaal van 29 maart 2022 over de organisatie van het agentschap Facilitair Bedrijf en tot vaststelling van het organogram;
  4° afdelingshoofd: het personeelslid belast door de administrateur-generaal met de leiding van de afdeling;
  5° teamhoofd: het personeelslid belast door het afdelingshoofd met de leiding van een team;
  6° regioverantwoordelijke facilities: het personeelslid belast door het afdelingshoofd met de facilitaire dienstverlening van een gebouw of een groep van gebouwen in een regio.
  7° categoriemanager: het personeelslid belast door het afdelingshoofd met de strategische aankoopactiviteiten van een categorie van producten en diensten;
  8° Wet Overheidsopdrachten: Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016;
  9° KB Plaatsing: Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017;
  10° KB Uitvoering: Koninklijk besluit van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten van 14 januari 2013, gewijzigd bij het Koninklijk besluit van 22 juni 2017.

Art.3. De afdeling is onderverdeeld in substructuren (teams, regio's, aankoopcategorieën,...) en wordt geleid door een afdelingshoofd, met uitzondering van de Stafdiensten die worden geleid door de administrateur-generaal.

Art.4. § 1. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de grenzen en met inachtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de relevante wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, en ook van de desbetreffende ondernemingsplannen.
  § 2. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden zijn van toepassing, onverminderd de bepalingen van:
  1° Het besluit van de Vlaamse Regering van 25 november 2016 betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Catering en Schoonmaak;
  2° Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014 houdende het beheer van de DAB Documentbeheer.
  § 3. De bij dit besluit gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen alleen uitgeoefend worden voor de aangelegenheden die tot de taken van de afdeling in kwestie behoren en binnen de beschikbare kredieten en middelen die onder het beheer van de betrokken afdeling ressorteren.
  § 4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, is de delegatie ook van toepassing op:
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de gedelegeerde bevoegdheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
  3° het sluiten van overeenkomsten.
  § 5. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.

Art.5. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - Delegatie voor uitvoering van de begroting
Art.6. § 1. De afdelingshoofden worden aangesteld in de hoedanigheid van budgethouder. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van het afdelingshoofd, wordt het teamhoofd, de categoriemanager of de regioverantwoordelijke facilities (elk binnen hun bevoegdheid) aangesteld in de hoedanigheid van budgethouder.
  Voor de Stafdiensten worden de teamhoofden Financiën en Begroting, Communicatie en HR aangesteld in de hoedanigheid van budgethouder. Bij hun tijdelijke afwezigheid of verhindering wordt het afdelingshoofd van de afdeling Aankoopcentrale en Overheidsopdrachten aangesteld in de hoedanigheid van budgethouder.
  § 2. De budgethouder, vermeld in paragraaf 1, heeft delegatie om in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de grenzen van de in de begroting vastgestelde kredieten te beslissen over het aangaan van verbintenissen en de daaraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de daaruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten.
  Deze delegatie kan alleen uitgeoefend worden binnen de aan de budgethouder toegekende beslissingsbevoegdheden. Voor overheidsopdrachten moet deze bepaling samen gelezen worden met de verleende delegatie voor overheidsopdrachten van Hoofdstuk 4.
  § 3. De delegatie geldt niet voor het aangaan van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen of voor het goedkeuren of betalen van uitgaven die daaraan verbonden zijn.

Art.7. De delegatie aan de afdelingshoofden en de teamhoofden Financiën en Begroting, Communicatie en HR geldt met behoud van de toepassing van de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en met behoud van de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers.

HOOFDSTUK 3. - Delegatie voor de interne organisatie, het personeelsmanagement en het facilitair management
Art.8. De afdelingshoofden en de teamhoofden Financiën en Begroting, Communicatie en HR hebben delegatie om de beslissingen te nemen over de organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van hun afdeling of team, met inbegrip van het procesmanagement en het communicatiemanagement.

Art.9. § 1. De afdelingshoofden hebben delegatie om de brieven of nota's aan andere afdelingen of entiteiten van de Vlaamse overheid of aan derden te ondertekenen.
  § 2. De brieven of nota's, vermeld in paragraaf 1, worden voor ze aan de geadresseerde worden verstuurd, voor visering aan de administrateur-generaal voorgelegd als ze:
  1° niet louter van informatieve aard zijn, maar een beleidsmatig karakter hebben of het niveau van individuele dossiers overstijgen;
  2° een antwoord inhouden op vragen om uitleg of schriftelijke vragen van Vlaamse volksvertegenwoordigers;
  3° een antwoord inhouden op brieven van het Rekenhof.
  § 3. De brieven of nota's, gericht aan de minister of aan de Inspectie van Financiën, worden door de administrateur-generaal ondertekend.
  In afwijking van het eerste lid worden de brieven of nota's, gericht aan de Inspectie van Financiën, die betrekking hebben op overheidsopdrachten, door de afdelingshoofden ondertekend. Tijdens hun afwezigheid of verhindering ondertekent de administrateur-generaal.

Art.10. De afdelingshoofden hebben delegatie om de verloven en dienstvrijstellingen aan de personeelsleden van hun afdeling of hun team toe te staan en toe te kennen.

Art.11. De afdelingshoofden hebben delegatie om de beslissingen te nemen over de uitrusting en de werking van hun afdeling of hun team met uitzondering van de huisvesting en de informatie- en communicatiesystemen.

Art.12. De afdelingshoofden kunnen de gedelegeerde aangelegenheden subdelegeren aan een teamhoofd, een categoriemanager, een regioverantwoordelijke facilities of een personeelslid van de afdeling dat onder hun hiërarchisch gezag staat.

HOOFDSTUK 4. - Delegatie voor overheidsopdrachten
Afdeling 4.1. - Bevoegdheid tot plaatsing van overheidsopdrachten
Art.13. § 1. De afdelingshoofden hebben delegatie om alle beslissingen te nemen met het oog op het plaatsen van overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten tot een bedrag dat de grensbedragen, vermeld in de volgende tabel, niet overschrijdt:


Bedragen in euro's Openbare of niet-openbare procedure Overige plaatsingsprocedures
werken 750.000 144.000
leveringen 221.000 144.000
diensten 221.000 144.000
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
  a) de geraamde waarde van de opdracht voor:
  1) alle voorbereidende beslissingen, waaronder de principiële plaatsing van de opdracht, de keuze van de plaatsingsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
  2) de beslissing tot niet-plaatsing;
  3) de gunningsbeslissing als de opdracht is onderverdeeld in percelen of als er geen goed te keuren offertebedrag is
  b) het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing als de opdracht niet is onderverdeeld in percelen.
  De geraamde waarde van een opdracht onderverdeeld in percelen, is overeenkomstig artikel 7, § 1 van het KB Plaatsing, de optelsom van de geraamde waarde van ieder perceel.
  § 2. De afdelingshoofden hebben delegatie om overheidsopdrachten van beperkte waarde te plaatsen, vermeld in artikel 92 van de Wet Overheidsopdrachten.
  § 3. De afdelingshoofden hebben delegatie om alle beslissingen te nemen met het oog op het plaatsen van overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten bij een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking in geval van dwingende spoed, vermeld in artikel 42, § 1, 1°, b) van de Wet Overheidsopdrachten, tot een bedrag dat de grensbedragen, vermeld in de volgende tabel, niet overschrijdt:


Bedragen in euro's Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking
werken 1.300.000
leveringen 800.000
diensten 240.000
§ 4. De afdelingshoofden hebben delegatie om een opdracht te plaatsen binnen een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen van de raamovereenkomst, als het opdrachtbedrag of als dit niet vastligt, de geraamde waarde de volgende grensbedragen niet overschrijdt:
  1° 750.000 euro voor werken;
  2° 221.000 euro voor leveringen;
  3° 221.000 euro voor diensten.
  § 5. De afdelingshoofden hebben voor overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten die de grensbedragen uit paragraaf 1 overschrijden, de bevoegdheid om de volgende beslissingen te nemen:
  1° de motivering voor de principiële plaatsing van de opdracht en de keuze van de plaatsingsprocedure;
  2° de goedkeuring van de opdrachtdocumenten;
  3° het nemen van de gemotiveerde selectiebeslissing.
  Deze delegatie geldt wanneer de geraamde waarde de grensbedragen vermeld in de volgende tabel niet overschrijdt:


Bedragen in euro's Openbare en niet-
  openbare procedure
Mededingingsprocedure met onderhandeling, vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking
werken 13.000.000 6.500.000 1.300.000
leveringen 8.000.000 4.000.000 800.000
diensten 2.400.000 1.200.000 240.000
Afdeling 4.2. - Bevoegdheid tot uitvoering van overheidsopdrachten

Art.14. § 1. De afdelingshoofden hebben delegatie om, binnen het wettelijk kader, de beslissingen vermeld in § 3 over de uitvoering van een overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst te nemen, als de administrateur-generaal of de afdelingshoofden bevoegd waren om de gunningsbeslissing te nemen.   § 2. De afdelingshoofden hebben delegatie om, binnen het wettelijk kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15% van het oorspronkelijke opdrachtbedrag, de beslissingen vermeld in § 3 over de uitvoering van een overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst te nemen, als de functioneel bevoegde minister of de Vlaamse Regering bevoegd was om de gunningsbeslissing te nemen.   § 3. De beslissingen over de uitvoering betreffen:   1° wijzigingen aan de opdracht, prijsvraag of raamovereenkomst:   a) aanvullende werken, leveringen of diensten onder de voorwaarden van artikel 38/1 KB Uitvoering;   b) wijziging omwille van onvoorzienbare omstandigheden in hoofde van de aanbestedende overheid onder de voorwaarden van artikel 38/2 KB Uitvoering;   c) Vervanging van de opdrachtnemer onder de voorwaarden van artikel 38/3 van het KB Uitvoering;   d) wijziging volgens de "de minimis-regel" onder de voorwaarden van artikel 38/4 van het KB Uitvoering;   e) niet-wezenlijke wijziging onder de voorwaarden van artikel 38/5 KB Uitvoering;   f) toepassing van de herzieningsclausules in de opdrachtdocumenten en onder de voorwaarden van artikel 38 KB Uitvoering;   g) toepassing van prijsherzieningen volgens de herzieningsclausule in de opdrachtdocumenten en onder de voorwaarden van artikel 38/7 KB Uitvoering;   h) toepassing van heffingen die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag onder de voorwaarden van artikel 38/8 KB Uitvoering;   i) herziening van de opdracht in het kader van de artikelen 38/9, 38/10 en 38/11 KB Uitvoering.   2° beslissingen met een mogelijke financiële weerslag:   a) al dan niet toekenning of vordering van een schadevergoeding in het kader van de artikelen 38/9, 38/10, 38/11 en 38/12 KB Uitvoering;   b) al dan niet toekenning of vordering van een inkorting of verlenging van de uitvoeringstermijnen in het kader van de artikelen 38/9, 38/10, 38/11 en 38/12 KB Uitvoering;   c) schorsing op bevel of onderbreking van de opdracht onder de voorwaarden van artikel 38/12 KB Uitvoering;   d) toepassing van sancties onder de voorwaarden van artikelen 45 tot 49, 85 tot 88, 123, 124, 154 en 155;   e) teruggave van boetes en straffen onder de voorwaarden van artikel 50 KB Uitvoering;   f) toepassing van maatregelen van ambtswege (verbreken van de overeenkomst, uitvoering door een derde, uitvoering in eigen beheer) onder de voorwaarden van artikel 47 KB Uitvoering;   g) toepassing van een korting wegens minderwaarde onder de voorwaarden van artikel 71 KB Uitvoering;   h) ambtshalve inhouding van de borgtocht onder de voorwaarden van artikel 30 KB Uitvoering;   i) verlenging van een deel of van het geheel van de opdracht onder de voorwaarden zoals voorzien in de opdrachtdocumenten;   j) niet-verlenging van een deel of van het geheel van de opdracht ingeval de opdrachtdocumenten voorzien in een stilzwijgende verlenging;   k) uitvoering van een voorwaardelijke gedeelte van de opdracht onder de voorwaarden zoals voorzien in de opdrachtdocumenten;   l) het lichten van opties.   3° Al beslissingen zonder financiële weerslag, andere dan de beslissingen vermeld onder 1° en 2° van paragraaf 3.
HOOFDSTUK 5. - Mogelijkheid tot subdelegatie

Art.15. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kunnen de afdelingshoofden een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder subdelegeren aan een teamhoofd, een categoriemanager, een regioverantwoordelijke facilities of een personeelslid van de afdeling dat onder hun hiërarchisch gezag staat, tot op het meest functionele niveau.
Art.16. De subdelegaties worden vastgelegd in een besluit van het afdelingshoofd van de afdeling in kwestie. Het besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Een afschrift van het besluit wordt aan de administrateur-generaal bezorgd.

HOOFDSTUK 6. - Regeling bij vervanging

Art.17. § 1. De adjunct directeur-generaal van het agentschap Facilitair Bedrijf vervangt de administrateur-generaal bij tijdelijke afwezigheid of verhindering, met uitzondering van de gevallen, vermeld in paragraaf 2.   In geval van gelijktijdige afwezigheid van de administrateur-generaal en de adjunct directeur-generaal van het agentschap Facilitair Bedrijf, vervangt het aanwezige afdelingshoofd met de hoogste anciënniteit de administrateur-generaal, met uitzondering van de gevallen, vermeld in paragraaf 2.   In de gevallen van het eerste en het tweede lid plaatst de vervanger boven de vermelding van de graad en handtekening de formule "voor de administrateur-generaal, afwezig".   § 2. Het afdelingshoofd Aankoopcentrale en Overheidsopdrachten vervangt de administrateur-generaal bij tijdelijke afwezigheid of verhindering, voor de bevoegdheden met betrekking tot overheidsopdrachten. De gedelegeerde bevoegdheden van artikel 13 blijven tijdens deze vervanging gelden.   § 3. Bij gelijktijdige afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal en het afdelingshoofd Aankoopcentrale en Overheidsopdrachten voert het teamhoofd Ondersteuning Beleid en Aankoop de bevoegdheden, vermeld onder paragraaf 2, uit.
Art.18. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van de functie van afdelingshoofd is belast of aan het personeelslid dat het afdelingshoofd vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
  In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid boven de vermelding van de graad en handtekening, de volgende formule: "voor het afdelingshoofd, afwezig".

HOOFDSTUK 7. - Gebruik van delegaties en verantwoording

Art.19. De afdelingshoofden organiseren het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een doeltreffende en doelmatige wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.
Art.20. De afdelingshoofden of de gesubdelegeerden zijn ten aanzien van de administrateur-generaal verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties of subdelegaties.

Art.21. De administrateur-generaal kan op ieder ogenblik de afdelingshoofden om verantwoording vragen over het gebruik van de delegaties in een bepaalde aangelegenheid.

Art.22. Wie de delegaties heeft verleend, kan die tijdelijk geheel of gedeeltelijk opheffen.

HOOFDSTUK 8. - Specifieke bepalingen voor de Stafdiensten

Art.23. Binnen de Stafdiensten worden de bij dit besluit bepaalde bevoegdheden gedelegeerd aan de teamhoofden.
Art.24. De teamhoofden hebben voor de interne organisatie en het personeelsmanagement delegatie om:
  1° beslissingen te nemen over de organisatie van de werkzaamheden en het goed functioneren van hun team, met inbegrip van het procesmanagement en communicatie;
  2° de brieven of nota's aan andere entiteiten van de Vlaamse overheid of aan derden te ondertekenen;
  3° het jaarlijkse vakantieverlof aan de personeelsleden van hun team toe te staan en toe te kennen.
  Er wordt geen delegatie verleend voor:
  1° de briefwisseling die verband houdt met beleidskeuzes, ook als die past binnen de opdracht van de gedelegeerde;
  2° het vragen van adviezen aan de Inspectie van Financiën;
  3° het beantwoorden van brieven van het Rekenhof.

Art.25. § 1. De teamhoofden hebben, ieder wat hen betreft, voor de Stafdiensten delegatie om overheidsopdrachten voor leveringen en diensten van beperkte waarde te plaatsen, vermeld in artikel 92 van de Wet Overheidsopdrachten.
  § 2. De teamhoofden hebben delegatie om beslissingen te nemen over de uitvoering van de opdrachten, prijsvragen of raamovereenkomsten voor leveringen en diensten die door hen werden geplaatst. Het gaat daarbij om beslissingen zonder financiële weerslag, die binnen het voorwerp van de opdracht blijven.
  § 3. Alle vastleggings- en betalingsdocumenten worden ondertekend door de administrateur-generaal, behalve voor de overheidsopdrachten voor leveringen en diensten van beperkte waarde.

HOOFDSTUK 9. - Slotbepalingen

Art.26. Het besluit van de administrateur-generaal van 1 januari 2018 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake de algemene werking van het agentschap Facilitair Bedrijf, wordt opgeheven.
Art. 27. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2022.