1 DECEMBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode en van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden inzake verloven
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode
Art. 2-13
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden
Art. 14-16
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 17-18
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Dit besluit zet Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad gedeeltelijk om.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode
Art.2. In artikel 22, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009, worden de woorden "verlof wegens overmacht" vervangen door de woorden "uitzonderlijk verlof bedoeld in artikel 379".
Art.3. In artikel 368, § 2, van dezelfde Code, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 6° worden de woorden "voor gevallen van overmacht" opgeheven;
2° punt 10° wordt vervangen als volgt: "10° het overgedragen moederschapsverlof bedoeld in artikel 396;
3° punt 11° wordt vervangen als volgt: 11° het geboorteverlof bedoeld in artikel 397;".
Art.4. In artikel 376, tweede lid, van dezelfde Code, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 20 maart 2014 en 6 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in 4° worden de woorden "vijf werkdagen" vervangen door de woorden "tien werkdagen te kiezen door de ambtenaar binnen een jaar na de datum van overlijden;";
2° punt 4° /1 wordt vervangen als volgt: ""4° /1 het overlijden van het kind van de ambtenaar of van het kind van de echtgenoot/-genote van de ambtenaar, of van het kind dat de ambtenaar of de echtgenoot/-genote in zijn/haar gezin opvangt of heeft opgevangen in het kader van een toezichts- of plaatsingsprocedure van ten minste zes opeenvolgende maanden: tien werkdagen te kiezen binnen een jaar na de datum van overlijden;";
3° er wordt een punt 4° /3 ingevoegd, luidend als volgt :
"4° /3 het overlijden van de pleegvader of pleegmoeder bij wie de ambtenaar in langdurige pleegzorg was geplaatst: vier werkdagen;";
4° er wordt een punt 4° /4 ingevoegd, luidend als volgt :
"4° /4 het overlijden van een kind dat de ambtenaar in zijn gezin sinds minder dan zes maanden opvangt in het kader van een toezichts- of plaatsingsprocedure: één werkdag;".
Art.5. In artikel 379, § 1, van dezelfde Code, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "wegens overmacht" opgeheven;
2° punt 1° wordt vervangen als volgt: " bij ziekte, ongeval of ziekenhuisopname van één persoon die onder hetzelfde dak als hij leeft;";
3° in 2° worden de woorden "de echtgenoot/-genote" ingevoegd tussen de woorden "als hij wonen :" en de woorden "een bloed- of aanverwant";
4° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid luidend als volgt: "In de gevallen bedoeld in het eerste lid, 3° en 4°, is overmacht vereist.".
Art.6. In boek III van dezelfde Code wordt het opschrift van hoofdstuk V vervangen als volgt:
"Overgedragen moederschapsverlof en geboorteverlof".
Art.7. In artikel 396 van dezelfde Code, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "vader" wordt telkens vervangen door het woord "meeouder";
2° de woorden "vervangend vaderschapsverlof" worden telkens vervangen door de woorden "overgedragen moederschapsverlof".
Art.8. Artikel 397 van dezelfde Code, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 april 2022, wordt vervangen als volgt :
"Art. 397. Onverminderd artikel 396 wordt aan de ambtenaar op zijn verzoek 15 dagen geboorteverlof toegekend bij de geboorte van een kind waarvan de afstamming ten aanzien van wie wordt vastgesteld. Dit verlof moet worden opgenomen binnen vier maanden na de geboorte of, in voorkomend geval, na afloop van het aan de ambtenaar overgedragen moederschapsverlof.
De duur van dit verlof bedraagt twintig dagen voor geboorten die plaatsvinden vanaf 1 januari 2023.
Bij ontstentenis van een ambtenaar bedoeld in het vorige lid, komt datzelfde recht toe aan de werknemer die op het ogenblik van geboorte:
1° wettelijk samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksbeletsel waarvoor de familierechtbank geen ontheffing kan verlenen;
2° sinds een onafgebroken periode van drie jaar voorafgaand aan de geboorte op permanente en affectieve wijze samenwoont met diegene ten aanzien van wie de afstamming vaststaat en bij wie het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, en niet is verbonden door een band van bloedverwantschap die leidt tot een huwelijksbeletsel waarvoor de familierechtbank geen ontheffing kan verlenen. Het bewijs van samenwoning en hoofdverblijfplaats wordt geleverd door middel van een uittreksel uit het bevolkingsregister.
De in het derde lid, 1° en 2°, bedoelde voorwaarde betreffende de hoofdverblijfplaats van het kind is niet van toepassing wanneer het kind doodgeboren is.
Voor de geboorte van eenzelfde kind heeft slechts één ambtenaar recht op het in lid 3 bedoelde verlof. De ambtenaar die krachtens lid 3, 1° en 2°, recht op verlof krijgen, hebben voorrang.
Geboorteverlof wordt niet verleend in geval van een miskraam vóór de honderd tachtigste dag van de zwangerschap.
Het geboorteverlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Het recht op moederschapsverlof bedoeld in artikel 39 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 sluit in voorkomend geval voor dezelfde ouder het recht op het in de voorgaande leden bedoelde verlof uit.
Art.9. In artikel 399 van dezelfde Code, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2021, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.10. In artikel 416, § 3, van dezelfde Code, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 2 september 2010 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 1° /1 ingevoegd, luidend als volgt : "1° /1 een overgedragen moederschapsverlof";
2° in 2° wordt het woord "vaderschapsverlof" vervangen door het woord "geboorteverlof".
Art.11. In artikel 449bis van dezelfde Code, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het tweede lid wordt vervangen als volgt: "De perioden gedurende welke de ambtenaar zijn loopbaan volledig onderbreekt, zijn beperkt tot drie maanden per geholpen persoon en mogen in totaal niet meer bedragen dan zes maanden over de gehele loopbaan. Deze perioden van volledige onderbreking kunnen worden verdeeld in perioden van een maand of een veelvoud daarvan.";
2° er wordt een nieuw lid 3 ingevoegd, luidend als volgt : "De perioden gedurende welke de ambtenaar zijn loopbaan gedeeltelijk onderbreekt, zijn beperkt tot zes maanden per geholpen persoon en mogen in totaal niet meer bedragen dan twaalf maanden over de gehele loopbaan. Deze perioden van gedeeltelijke onderbreking kunnen worden verdeeld in perioden van twee maanden of een veelvoud daarvan.".
Art.12. In artikel 455 van dezelfde Code, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 27 maart 2009 en 6 april 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in 4° worden de woorden "vervangend vaderschapsverlof" vervangen door de woorden "overgedragen moederschapsverlof;
2° in 5° wordt het woord "vaderschapsverlof" vervangen door het woord "geboorteverlof".
Art.13. In artikel 569, tweede lid, 1°, van dezelfde Code, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, worden de woorden "vaderschapsverlof, verlof voor opvang met het oog op adoptie of pleegvoogdij" vervangen door de woorden "overgedragen moederschapsverlof, geboorteverlof, adoptieverlof en pleegverlof".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden
Art.14. In artikel 10, tweede lid, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009, worden de woorden "wegens overmacht" opgeheven.
Art.15. In artikel 12bis, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009 en gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in 5° worden de woorden "voor gevallen van overmacht" opgeheven;
2° er wordt een punt 8° /1 ingevoegd, luidend als volgt : "8° /1 het overgedragen moederschapsverlof bedoeld in artikel 396;
3° in 9° wordt het woord "vaderschapsverlof" vervangen door het woord "geboorteverlof".
Art.16. In artikel 12quater, tweede lid, 5°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 27 maart 2009, worden de woorden "wegens overmacht" opgeheven.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.17. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na afloop van een termijn van tien dagen die ingaat op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 18. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.