Details





Titel:

24 NOVEMBER 2022. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de overgang binnen dezelfde personeelscategorie of de opname in een andere hoedanigheid of personeelscategorie van de beroepsmilitair of van de militair met een loopbaan van beperkte duur



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht
Art. 2-8
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur
Art. 9-11
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007007077  2013007199 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht
Art.2. In artikel 3, 13°, van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, wordt de bepaling onder b) vervangen als volgt:
  "b) de militairen bedoeld in de artikelen 114 en 116, 1°, die aanvaard werden om een basisvorming te volgen om opgenomen te kunnen worden in een andere personeelscategorie;".

Art.3. Artikel 101, vierde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, wordt vervangen als volgt:
  "De bevoegde commissie geeft een gemotiveerd advies met betrekking tot de reclassering van de definitief mislukte kandidaat-militair bedoeld in de artikelen 106 en 106/1, aan de door de Koning aangewezen bevoegde autoriteit die de beslissing neemt.".

Art.4. In dezelfde wet wordt een artikel 106/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 106/1. Kan, op zijn verzoek, in functie van de kaderbehoeften van de Krijgsmacht, gereclasseerd worden, de kandidaat-militair bedoeld in artikel 3, 13°, b), aanvaard om een basisvorming te volgen met het oog op een sociale promotie bedoeld in artikel 114, die, tijdens de door de Koning bepaalde gedeelten van de vormingscyclus definitief mislukt wordt bevonden wegens een onvoldoende beoordeling van de professionele hoedanigheden.
  Onder de voorwaarden die de Koning bepaalt, bestaat de beslissing tot reclassering uit de toestemming krijgen om een nieuwe basisvorming aan te vatten in dezelfde hoedanigheid en in dezelfde personeelscategorie.
  De reclassering wordt toegestaan of geweigerd door de door de Koning aangewezen overheid en volgens de procedure die Hij bepaalt.
  De reclassering bedoeld in het eerste lid kan slechts eenmaal worden toegestaan per vormingscyclus in het kader van de sociale promotie bedoeld in artikel 114.".

Art.5. Artikel 116 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, wordt vervangen als volgt:
  "Onder promotie op diploma wordt begrepen de opname, naargelang het geval:
  1° van de beroepsvrijwilligers in de personeelscategorie van de beroepsonderofficieren van niveau B;
  2° van de beroepsonderofficieren van niveau C in de personeelscategorie van de beroepsonderofficieren van niveau B.".

Art.6. In artikel 117 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de inleidende zin van het eerste lid wordt vervangen als volgt:
  "Om door de door de Koning aangewezen overheid te worden aanvaard in het kader van de sociale promotie, de overgang of de promotie op diploma, en onafhankelijk van de voorwaarden die eigen zijn aan de personeelscategorie, waarvoor ze in aanmerking komen, moeten de militairen bedoeld in de artikelen 114 tot 116, aan de volgende voorwaarden voldoen:";
  2° in het eerste lid wordt de bepaling onder 1° opgeheven;
  3° in het eerste lid, 4°, worden de woorden "in voorkomend geval," ingevoegd voor de woorden "batig gerangschikt worden";
  4° in het eerste lid wordt de bepaling onder 8° vervangen als volgt:
  "8° voor de betrokken overgang, in voorkomend geval:
  a) houder zijn van een master;
  b) de cursus staftechniek, de basis stafcursus of de basis stafvorming met succes gevolgd hebben voor de afsluitingsdatum der inschrijvingen;";
  5° in het tweede lid wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt:
  "2° in voorkomend geval, de inhoud en de nadere regels van de overgangsproef bedoeld in het eerste lid, 4°. ".

Art.7. In artikel 119 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, wordt het eerste lid opgeheven.

Art.8. In artikel 119/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013 en gewijzigd bij de wet van 21 november 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 wordt het eerste lid opgeheven;
  2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt:
  "De relatieve anciënniteit van diegenen die op dezelfde datum worden benoemd, wordt bepaald door het resultaat behaald bij de overgangsproef bedoeld in artikel 117, eerste lid, 4°. ";
  3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "De kandidaten die dezelfde eindvermelding bekomen" vervangen door de woorden "Diegenen die hetzelfde resultaat bekomen";
  4° in paragraaf 2 wordt het derde lid opgeheven;
  5° paragraaf 3 wordt opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur
Art.9. In artikel 19, derde lid, van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur, wordt de bepaling onder 1° opgeheven.

Art.10. In artikel 21 van dezelfde wet wordt het woord "ancienniteit" vervangen door het woord "anciënniteit".

Art.11. In artikel 23 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder 2° worden de woorden "of van beroepsonderofficier van niveau B" opgeheven;
  2° er wordt een bepaling onder 2° /1 ingevoegd, luidende:
  "2° /1 de onderofficier BDL van niveau C, teneinde de hoedanigheid van beroepsonderofficier van niveau B te verwerven;".

HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding
Art. 12.Deze wet treedt in werking op de datum bepaald door de Koning.

(NOTA : Inwerkingtreding vastgesteld op 01-04-2023 door KB 2023-07-31/12, art. 37,1°)