16 OKTOBER 2022. - Wet houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Definities en omzetting van het begrip zelfstandige economische activiteit
Art. 3-5
HOOFDSTUK 3. - Verwijzingen naar de Europese regelgeving
Art. 6-13
HOOFDSTUK 4. - Technische aanpassingen in verband met de correcte omzetting van Richtlijn 2006/112/EG
Art. 14-16
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de bepalingen met betrekking tot de bekrachtiging bij wet van koninklijke besluiten inzake tarieven
Art. 17-18
HOOFDSTUK 6. - Vrijstellingen in het kader van diplomatieke en consulaire betrekkingen en voor internationale instellingen
Art. 19
HOOFDSTUK 7. - Technische aanpassingen aan de vrijstelling van toepassing op de zelfstandige groepering van personen
Art. 20-22
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen inzake tarieven
Art. 23-26
HOOFDSTUK 9. - Bekrachtiging van koninklijke besluiten
Art. 27
1969070305 1970072012 2021043597 2022020620 2022020681 2022031426 2022031427
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art.2. Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
HOOFDSTUK 2. - Definities en omzetting van het begrip zelfstandige economische activiteit
Art.3.In artikel 1 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de paragrafen 2, 5, 6, 8, 9, 12, 15, 19 en 20 worden de woorden "de toepassing van dit Wetboek" telkens vervangen door de woorden "de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan";
2° in paragraaf 7, eerste lid, inleidende zin, worden de woorden "de toepassing van dit Wetboek" vervangen door de woorden "de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan";
3° in de Nederlandse tekst van paragraaf 7, tweede lid, inleidende zin, worden de woorden "de toepassing van dit Wetboek" vervangen door de woorden "de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan";
4° in de Franse tekst van paragraaf 7, tweede lid, inleidende zin, worden de woorden "l'application de ce Code" vervangen door de woorden "l'application du présent Code et de ses arrêtés d'exécution";
5° paragraaf 10 wordt vervangen als volgt:
" § 10. Voor de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan is er sprake van misbruik wanneer de verrichte handelingen resulteren in het verkrijgen van een fiscaal voordeel waarvan de toekenning in strijd is met de doelstelling beoogd in dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan en die handelingen in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel hebben.";
6° paragraaf 13 wordt vervangen als volgt:
" § 13. Voor de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder:
1° "factuur": elk document of bericht op papier of in elektronisch formaat dat voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in het Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan;
2° "elektronische factuur": een factuur die de in het Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan voorgeschreven gegevens bevat en in om het even welke elektronische vorm wordt uitgereikt en ontvangen.";
7° in de paragrafen 16 en 17 worden de woorden "of van de tot uitvoering ervan genomen besluiten" telkens vervangen door de woorden "en de uitvoeringsbesluiten ervan";
8° in paragraaf 18 worden de woorden "en van de tot uitvoering ervan genomen besluiten" vervangen door de woorden "en de uitvoeringsbesluiten ervan";
9° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 21, luidende:
" § 21. Voor de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder "economische activiteit": alle werkzaamheden van een fabrikant, leverancier van goederen of dienstverrichter, met inbegrip van de winning van delfstoffen, de landbouw en de uitoefening van vrije of daarmede gelijkgestelde beroepen. Als economische activiteit wordt in het bijzonder beschouwd de exploitatie van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen.";
10° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 22, luidende:
" § 22. Voor de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder "maakloonwerk": het vervaardigen of samenstellen van een roerend goed door een opdrachtnemer door middel van materialen en voorwerpen die daartoe door de opdrachtgever aan de opdrachtnemer zijn verstrekt, ongeacht of de opdrachtnemer al dan niet een deel van de gebruikte materialen heeft verstrekt.";
11° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 23, luidende:
" § 23. Voor de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder "telecommunicatiediensten": de diensten die betrekking hebben op de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, tekst, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard, via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische systemen, daaronder begrepen de overdracht en het verlenen van het recht om gebruik te maken van capaciteit voor een dergelijke transmissie, uitzending of ontvangst. Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder telecommunicatiediensten mede verstaan het bieden van toegang tot wereldwijde informatienetten.".
Art.4. Artikel 4, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"De in het eerste lid bedoelde voorwaarde dat de economische activiteit zelfstandig moet worden verricht, sluit loontrekkenden en andere personen van de belastingheffing uit, voor zover zij met hun werkgever een arbeidsovereenkomst hebben aangegaan of enige andere juridische band hebben waaruit een verhouding van ondergeschiktheid ontstaat ten aanzien van de arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden en de verantwoordelijkheid van de werkgever.".
Art.5. In artikel 18, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in de bepaling onder 1° wordt de zin "Onder maakloonwerk wordt verstaan het vervaardigen of samenstellen van een roerend goed door een opdrachtnemer door middel van materialen en voorwerpen die daartoe door de opdrachtgever aan de opdrachtnemer zijn verstrekt, ongeacht of de opdrachtnemer al dan niet een deel van de gebruikte materialen heeft verstrekt" opgeheven;
b) in de bepaling onder 14° worden de zinnen "Als telecommunicatiediensten worden beschouwd diensten die betrekking hebben op de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, tekst, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard, via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische systemen, daaronder begrepen de overdracht en het verlenen van het recht om gebruik te maken van capaciteit voor een dergelijke transmissie, uitzending of ontvangst. Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder telecommunicatiediensten mede verstaan het bieden van toegang tot wereldwijde informatienetten" opgeheven.
HOOFDSTUK 3. - Verwijzingen naar de Europese regelgeving
Art.6. In artikel 1, § 18, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 januari 2021, worden de woorden "van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG" opgeheven.
Art.7. In hoofdstuk 1 van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende:
"Art. 1bis. Voor de toepassing van dit Wetboek en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder:
1° "Richtlijn 86/560/EEG": de Dertiende Richtlijn 86/560/EEG van de Raad van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen;
2° "Richtlijn 2006/112/EG": de Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde;
3° "Richtlijn 2008/9/EG": de Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn;
4° "Richtlijn 2008/118/EG": de Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG;
5° "Richtlijn 2010/24/EU": de Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen;
6° "Verordening (EU) nr. 904/2010": de Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van de fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde;
7° "Verordening (EU) nr. 952/2013": de Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie;
8° "Verordening (EU) nr. 910/2014": de Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG;
9° "Verordening (EU) 2016/679": de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).".
Art.8. In artikel 53octies, § 2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en vervangen bij de wet van 26 januari 2021, worden de woorden "van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG" opgeheven.
Art.9. In artikel 55, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 2 mei 2019 en gewijzigd bij de wet van 2 april 2021, worden de woorden "richtlijn 2010/24/EU van 16 maart 2010 van de Raad betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen en die van Verordening (EU) nr. 904/2010 van 7 oktober 2010 van de Raad betreffende de administratieve samenwerking en de strijd tegen de fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "Richtlijn 2010/24/EU en die van Verordening (EU) nr. 904/2010".
Art.10. In artikel 58quinquies, § 2, eerste lid, 3°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 2 april 2021, worden de woorden "Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen en Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde" vervangen door de woorden "Richtlijn 2010/24/EU en met Verordening (EU) nr. 904/2010".
Art.11. In artikel 85, § 2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 26 november 2018, worden de woorden "van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG" opgeheven.
Art.12. In artikel 91, § 3, 2°, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 26 november 2009 en gewijzigd bij de wet van 26 november 2018, worden de woorden "van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn," opgeheven.
Art.13. In artikel 93octies, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 23 april 2020, worden de woorden "van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG," opgeheven.
HOOFDSTUK 4. - Technische aanpassingen in verband met de correcte omzetting van Richtlijn 2006/112/EG
Art.14. In artikel 12bis, tweede lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992 en vervangen bij de wet van 17 december 2012, worden de woorden "artikel 15, §§ 1 en 2" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1, 2 of 2bis".
Art.15. Artikel 14, § 5, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 november 2019, wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Deze paragraaf is niet van toepassing op de in artikel 13bis bedoelde situaties.".
Art.16. Artikel 14 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Artikel 15 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021.
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van de bepalingen met betrekking tot de bekrachtiging bij wet van koninklijke besluiten inzake tarieven
Art.17. In artikel 37, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 2 mei 2019, wordt de zin "Deze besluiten worden geacht uitwerking te hebben gehad tot 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad indien zij niet bij wet zijn bekrachtigd binnen deze termijn." vervangen door de zin "Die besluiten worden geacht nooit uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen een termijn van twaalf maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".
Art.18. In artikel 38, § 5, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 27 juni 2021, wordt de zin "Deze besluiten worden geacht uitwerking te hebben gehad tot 12 maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad indien zij niet bij wet zijn bekrachtigd binnen deze termijn." vervangen door de zin "Die besluiten worden geacht nooit uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen een termijn van twaalf maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".
HOOFDSTUK 6. - Vrijstellingen in het kader van diplomatieke en consulaire betrekkingen en voor internationale instellingen
Art.19. In artikel 42, § 3, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 20 december 2021, wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:
"De Koning legt de in het vierde lid bedoelde elementen vast bij in Ministerraad overlegd besluit. De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van het vierde lid genomen besluiten. Die besluiten worden geacht nooit uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen een termijn van twaalf maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.".
HOOFDSTUK 7. - Technische aanpassingen aan de vrijstelling van toepassing op de zelfstandige groepering van personen
Art.20. Artikel 44, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2021, wordt aangevuld met de bepaling onder 14°, luidende:
"14° de diensten en de leveringen van goederen bijkomstig bij deze diensten verleend door verrichters van postdiensten die de verplichting op zich nemen de gehele universele postdienst of een deel daarvan te verzekeren, wanneer deze diensten universele postdiensten betreffen zoals gedefinieerd in de artikelen 15 en 16 van de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten.".
Art.21. In artikel 44, § 2bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 mei 2016 en gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt:
"1° de leden van de groepering oefenen op geregelde wijze een activiteit uit die op grond van paragraaf 1, 2 of 2bis is vrijgesteld of waarvoor zij niet belastingplichtig zijn. De in paragrafen 1, 2 en 2bis bedoelde vrijgestelde handelingen of de handelingen waarvoor de leden niet belastingplichtig zijn, vertegenwoordigen een overwegend deel van de activiteit van elk van de leden";
b) in de bepaling onder 2° wordt de eerste zin vervangen als volgt:
"de activiteiten van de groepering bestaan in het verrichten van diensten aan haar leden die direct nodig zijn voor hun overeenkomstig paragraaf 1, 2 en 2bis vrijgestelde activiteit of voor hun activiteit waarvoor zij niet belastingplichtig zijn.".
Art.22. In artikel 44, § 3, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 december 1992 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2021, wordt de bepaling onder 14° opgeheven.
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen inzake tarieven
Art.23. In artikel 1quater/1 van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2022 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, 2°, worden de woorden "of fotovoltaïsche" ingevoegd tussen het woord "thermische" en de woorden "zonnepanelen en zonneboilers";
2° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Wordt eveneens beoogd, in de mate waarin het geen werk in onroerende staat betreft in de zin van het eerste lid, de handeling die tot voorwerp heeft zowel de levering als de aanhechting aan een gebouw of de plaatsing in de onmiddellijke nabijheid van een gebouw van de goederen bedoeld in het eerste lid, 1° tot 3°, als bestanddelen of het gedeelte van bestanddelen van een elektrische installatie, sanitaire installatie of installatie voor centrale verwarming.";
3° in paragraaf 2, eerste lid, 1°, worden de woorden "de rubrieken XXXI, §§ 1 en 2 en XXXVIII, §§ 1 en 2" vervangen door de woorden "rubriek XXXI, §§ 1 en 2";
4° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
"Behoudens samenspanning tussen de partijen, is de dienstverrichter ontslagen van de aansprakelijkheid ten aanzien van de in het eerste lid, 5°, bedoelde voorwaarden betreffende de vaststelling van het tarief, wanneer de afnemer de factuur niet schriftelijk betwist overeenkomstig het eerste lid, 5°. ".
Art.24. In rubriek XXXI, § 1, eerste lid, van tabel A van de bijlage bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1986 bekrachtigd bij de wet van 30 december 1988 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2021, worden de woorden "vijftien jaar" telkens vervangen door de woorden "tien jaar".
Art.25. Rubriek XXXVIII van tabel A van de bijlage bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij de wet van 4 juli 2011 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2021, wordt opgeheven.
Art.26. Artikel 23, 1°, 2° en 4° heeft uitwerking met ingang van 1 april 2022.
HOOFDSTUK 9. - Bekrachtiging van koninklijke besluiten
Art. 27. Worden bekrachtigd:
1° het koninklijk besluit van 21 december 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat mondmaskers en hydroalcoholische gels betreft;
2° het koninklijk besluit van 23 maart 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat mondmaskers en hydroalcoholische gels betreft;
3° de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 23 maart 2022 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde wat de verlaging van het tarief van de belasting over de toegevoegde waarde betreft voor de levering van elektriciteit, van aardgas en van warmte via warmtenetten in het kader van residentiële contracten;
4° het koninklijk besluit van 27 maart 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat de fotovoltaïsche zonnepanelen, de thermische zonnepanelen en de zonneboilers, de warmtepompen, en de afbraak en heropbouw van gebouwen op het hele Belgische grondgebied betreft;
5° het koninklijk besluit van 6 april 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven wat fietsen en elektrische fietsen betreft.