2 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de personeelsleden van De Vlaamse Waterweg nv die bevoegd zijn om beslissingen over bestuurlijke vervolging te nemen en bestuurlijke sancties op te leggen
Art. 1-5
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder De Vlaamse Waterweg nv: De Vlaamse Waterweg nv, vermeld in artikel 2, 6°, van het Scheepvaartdecreet van 21 januari 2022.
Art.2. § 1. De personeelsleden van het team Sanctionering van de cel Handhaving binnen de afdeling Sturing van De Vlaamse Waterweg nv zijn de personeelsleden van de vervolgingsinstantie die bevoegd zijn om beslissingen over bestuurlijke vervolging te nemen.
De raad van bestuur van De Vlaamse Waterweg nv kan binnen het team, vermeld in het eerste lid, de personeelsleden aanwijzen die concreet met de bevoegdheid tot bestuurlijke vervolging worden belast.
§ 2. Als de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, tijdelijk afwezig zijn of betrokken partij zijn bij een welbepaalde aangelegenheid waardoor hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet langer gewaarborgd zijn, worden ze vervangen door een coördinator Gespecialiseerde Handhaving van het team Toezicht en Controle van de cel Handhaving binnen de afdeling Sturing van De Vlaamse Waterweg nv.
Art.3. § 1. De personeelsleden van het team Sanctionering van de cel Handhaving binnen de afdeling Sturing van De Vlaamse Waterweg nv zijn de personeelsleden van de beboetingsinstantie die bevoegd zijn om bestuurlijke sancties op te leggen.
De raad van bestuur van De Vlaamse Waterweg nv kan binnen het team, vermeld in het eerste lid, de personeelsleden aanwijzen die concreet met het opleggen van bestuurlijke sancties worden belast.
§ 2. Als de personeelsleden, vermeld in paragraaf 1, tijdelijk afwezig zijn of betrokken partij zijn bij een welbepaalde aangelegenheid waardoor hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet langer gewaarborgd zijn, worden ze vervangen door de senior beleidsadviseur Handhaving van de cel Handhaving binnen de afdeling Sturing van De Vlaamse Waterweg nv.
Art.4. § 1. De personeelsleden, vermeld in artikel 2 en 3, voldoen aan de volgende voorwaarden:
1° ze zijn houder van een van de volgende diploma's:
a) een diploma van bachelor in de rechten of bachelor in de rechtspraktijk;
b) een diploma van master in de rechten;
c) een diploma van master in de criminologische wetenschappen;
d) een universitair diploma van de tweede cyclus of een gelijkgesteld diploma;
2° ze hebben een opleiding als vermeld in paragraaf 2, gevolgd.
§ 2. De opleiding, vermeld in paragraaf 1, 2°, duurt mimimaal twintig uur en bestaat uit de volgende vijf delen:
1° algemene principes van het strafrecht;
2° relevante regelgeving over de waterwegen, de havens en de scheepvaart;
3° algemene kennis van bestuurlijke handhaving;
4° conflictbeheersing;
5° algemene kennis van de handhavingsapplicatie van De Vlaamse Waterweg nv.
De opleiding, vermeld in paragraaf 1, 2°, kan worden verstrekt door:
1° De Vlaamse Waterweg nv;
2° de instellingen die erkend zijn voor de opleiding van de politieambtenaren;
3° de provinciale of gewestelijke bestuursscholen.
§ 3. Overeenkomstig artikel 136, § 2, eerste lid, van het scheepvaartdecreet van 21 januari 2022, oefenen de personeelsleden van de vervolgingsinstantie en de beboetingsinstantie hun bevoegdheden op onafhankelijke en onpartijdige wijze uit. De voormelde personeelsleden beslissen autonoom en mogen daarbij geen instructies ontvangen.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.