Details





Titel:

6 AUGUSTUS 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2010007203  2013007262  2013007273  2022032399 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 12 van het koninklijk besluit van 27 juni 2010 betreffende het administratief statuut van de militair die een vrijwillige militaire inzet vervult wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "De kandidaat-vrijwilliger EVMI kan evenwel vóór het begin van de stageperiode op zijn verzoek geheroriënteerd worden naar een andere specifieke vormingscyclus, in dezelfde hoedanigheid.".

Art.2. In artikel 14, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de vorming van de kandidaat-militairen van het actief kader, worden de woorden "die reeds tot de graad van onderluitenant aangesteld is en" opgeheven.

Art.3. In artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° een paragraaf 5/1 wordt ingevoegd, luidende:
  " § 5/1. De kandidaat-beroepsofficier van niveau A van de normale werving, kandidaat-lid of lid van het luchtvarend personeel, kan op zijn verzoek geheroriënteerd worden naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-hulpofficier piloot, indien hij medisch geschikt is en de beroepsbekwaamheid bezit voor de luchtdienst.";
  2° in paragraaf 13, tweede lid, worden de woorden "de heroriëntering mogelijk is zonder dat de kandidaat bijkomende proeven en examens dient af te leggen of een deel van de vorming opnieuw dient te volgen" vervangen door de woorden "zijn stageperiode nog niet begonnen is".

Art.4. In artikel 42, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "of omdat hij niet voldoet aan de voorwaarde van de taalcompetentie bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger" ingevoegd tussen de woorden "wegens de weigering of intrekking van de vereiste veiligheidsmachtiging" en de woorden "uit zijn specifieke vormingscyclus moet worden verwijderd".

Art.5. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende het administratief statuut van de militair die een dienstneming van beperkte duur aangaat worden tussen het eerste en het tweede lid vijf leden ingevoegd, luidende:
  " De kandidaat-militair BDL kan op zijn verzoek geheroriënteerd worden naar een andere specifieke vormingscyclus, in dezelfde hoedanigheid.
  De kandidaat-officier BDL van niveau A kan op zijn verzoek geheroriënteerd worden, naargelang het geval:
  1° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-officier BDL van niveau B;
  2° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier BDL van niveau B;
  3° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier BDL van niveau C;
  4° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-vrijwilliger BDL.
  De kandidaat-officier BDL van niveau B kan op zijn verzoek geheroriënteerd worden, naargelang het geval:
  1° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier BDL van niveau B;
  2° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier BDL van niveau C;
  3° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-vrijwilliger BDL.
  De kandidaat-onderofficier BDL van niveau B kan op zijn verzoek geheroriënteerd worden, naargelang het geval:
  1° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier BDL van niveau C;
  2° naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-vrijwilliger BDL.
  De kandidaat-onderofficier BDL van niveau C kan op zijn verzoek geheroriënteerd worden naar een vormingscyclus in de hoedanigheid van kandidaat-vrijwilliger BDL.".

Art.6. Treden in werking op 1 december 2022:
  1° de wet van 2 juni 2022 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht;
  2° dit besluit.

Art. 7. De minister bevoegd voor Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit.