Details





Titel:

5 MEI 2022. - Wet betreffende de wijziging van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij



Inhoudstafel:


Art. 1
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij
Art. 2-6
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002014105 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 1. - Wijziging van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij
Art.2. Artikel 3, § 1, tweede lid, van de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, gewijzigd bij de wet van 24 december 2002 en de wet van 10 januari 2010, wordt vervangen als volgt:
  "De Nationale Loterij wordt er tevens mee belast, in het algemeen belang en volgens handelsmethodes, kansspelen en weddenschappen te organiseren in de vormen en volgens de algemene regels vastgesteld door de desbetreffende bepalingen van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, met inbegrip van haar uitvoeringsbesluiten, en in overeenstemming met het beheerscontract bedoeld in artikel 14."

Art.3. In artikel 6, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1)de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt:
  "2° de organisatie, in het algemeen belang en volgens handelsmethodes, van kansspelen en weddenschappen in de vormen en volgens de algemene regels vastgesteld door de desbetreffende bepalingen van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, met inbegrip van haar uitvoeringsbesluiten, en in overeenstemming met het beheerscontract bedoeld in artikel 14;";
  2) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt:
  "4° het administratief beheer van de verrichtingen betreffende de verdeling en de bestemming van subsidies, en van de toelatingen die worden gegeven door de regering in het kader van artikel 7 van de wet van 31 december 1851 op de loterijen;".

Art.4. Artikel 6, § 2, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2010, van dezelfde wet wordt vervangen als volgt:
  " § 2/1. De Nationale Loterij kan onder de hierna bepaalde voorwaarden rechtstreeks of onrechtstreeks belangen nemen in vennootschappen, verenigingen en instellingen van publiek of privaat recht waarvan het doel verenigbaar is met haar doel, hierna "dochterondernemingen" genoemd.
  § 2/2. De raad van bestuur beslist bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen over het nemen van het in § 2/1 bedoelde belang voor zover het belang in zijn geheel:
  1° minder dan 25 % van het kapitaal van de betrokken dochteronderneming vertegenwoordigt;
  2° minder bedraagt dan een percentage van het eigen vermogen van de Nationale Loterij zoals bepaald door de Koning bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
  De Koning kan bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de in het eerste lid, 1°, bedoelde grens van 25 % verlagen.
  De raad van bestuur kan bij tweederdemeerderheid van de uitgebrachte stemmen beslissen een belang te nemen dat één of beide van de in het eerste lid bedoelde grenzen overschrijdt.
  § 2/3. De Koning kan, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de Nationale Loterij machtigen, in voorkomend geval, onder de bijzondere voorwaarden die Hij bepaalt, een dochteronderneming te betrekken bij de uitvoering van haar taken van openbare dienst voor zover het rechtstreeks of onrechtstreeks belang van de overheid in de betrokken dochteronderneming meer dan 50 % van het kapitaal vertegenwoordigt en statutair recht geeft op meer dan 75 % van de stemmen en mandaten in alle organen van de bedoelde dochteronderneming.
  Elke overdracht van aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen, waardoor het in het eerste lid bedoelde rechtstreeks of onrechtstreeks belang van de overheid in dat kapitaal niet langer meer dan 50 % bedraagt, is van rechtswege nietig indien, binnen een termijn van drie maanden na de overdracht, het belang van de overheid, door middel van een kapitaalverhoging waarop de overheid geheel of gedeeltelijk heeft ingeschreven, niet boven de 50 % wordt gebracht.
  De in het eerste en het tweede lid gestelde voorwaarden betreffende het belang van de overheid zijn niet van toepassing op projecten van internationale samenwerking waarvan het toepassingsgebied het grondgebied van het Rijk overschrijdt.
  Onder overheid in de zin van deze paragraaf dient te worden verstaan, één of meer van de overheden zoals bedoeld in artikel 42 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.
  § 2/4. De Koning kan bij een in § 2/3, eerste lid, bedoeld besluit de dochteronderneming die is opgericht naar Belgisch recht de status toekennen van naamloze vennootschap van publiek recht, in voorkomend geval, voor de duur die Hij bepaalt. In dat geval zijn de dochteronderneming en de Nationale Loterij hoofdelijk aansprakelijk ten aanzien van de Federale Staat wat de uitvoering door de dochteronderneming betreft van de taken van openbare dienst waarbij zij wordt betrokken, tot op het ogenblik dat een beheerscontract met de bedoelde dochteronderneming in werking treedt.
  Bij ontstentenis van toekenning overeenkomstig het eerste lid blijft de Nationale Loterij ten aanzien van de Staat aansprakelijk voor wat de uitvoering betreft van de taken van openbare dienst waarbij de dochtervennootschap wordt betrokken.
  Het tweede lid is niet van toepassing op projecten van internationale samenwerking waarvan het toepassingsgebied het grondgebied van het Rijk overschrijdt.
  § 2/5. De Koning kan bij een in § 2/3, eerste lid, bedoeld besluit, wettelijke alleenrechten van de Nationale Loterij overdragen of toewijzen aan een dochteronderneming van de Nationale Loterij, voor zover zulks noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de dochteronderneming. In dat geval kan de Koning de betrokken dochteronderneming de status van naamloze vennootschap van publiek recht toekennen overeenkomstig § 2/4.
  § 2/6. De paragrafen 2/1 tot en met 2/5 zijn eveneens van toepassing op de oprichting door de Nationale Loterij van vennootschappen, verenigingen, instellingen en stichtingen."

Art.5. Artikel 35 van dezelfde wet wordt als volgt gewijzigd:
  1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt:
  " § 1. De personeelsleden van de Nationale Loterij worden aangeworven bij arbeidscontract onderworpen aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.";
  2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "en het personeelsreglement" opgeheven;
  3° in paragraaf 1, tweede lid, 2°, worden de woorden ", de tuchtregeling" opgeheven;
  4° in paragraaf 1 worden het derde en het vierde lid opgeheven;
  5° in paragraaf 1, wordt het vijfde lid opgeheven;
  6° paragraaf 3, eerste lid, wordt vervangen als volgt:
  " § 3. Naast personeelsleden aangeworven op basis van een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in paragraaf 1, kan de Nationale Loterij statutaire personeelsleden van overheidsdiensten in dienst nemen die daartoe zijn aangewezen of gedetacheerd door hun dienst van oorsprong, en dit onder het regime van een arbeidscontract zoals datgene waarin § 1 voorziet.";
  7° paragraaf 3, tweede lid, wordt vervangen als volgt:
  "Deze aangewezen of gedetacheerde personeelsleden blijven onderworpen aan de regels van toepassing op hun overheidsdienst of status van oorsprong, wat betreft hun verworven rechten, de regels die hen toelaten om te werken voor de Nationale Loterij bij arbeidsovereenkomst en de regels die hun administratieve stand bepalen en hun gevolgen.".

Art.6. In hoofdstuk VIII van dezelfde wet wordt een artikel 37/2 ingevoegd, luidende:
  "Art. 37/2 Een belanghebbende derde of een derde in rechte aangewezen heeft het recht te vragen om een speler, die een spelersrekening heeft overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 november 2009 tot bepaling van de algemene deelnemingsvoorschriften aan de openbare loterijen en wedstrijden georganiseerd door de Nationale Loterij met behulp van de instrumenten van de informatiemaatschappij, de toegang te laten ontzeggen tot een deel of het geheel aan voorgestelde spelen op afstand van de Nationale Loterij. De Koning voorziet in een procedure voor de ontzegging van de toegang en voor de opheffing van de ontzegging van de toegang."

HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 7. Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.