24 MAART 2022. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42, eerste lid, van de wet van 13 juni 2021 houdende maatregelen ter beheersing van de COVID-19-pandemie en andere dringende maatregelen in het domein van de gezondheidzorg
Art. 1-2
Artikel 1. § 1. Dit besluit regelt de tegemoetkoming voorzien voor artsen voor het uitvoeren van lichamelijke onderzoeken in de triage- en afnamecentra bedoeld in titel 4, hoofdstuk 2 van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, voor de periode van 23 maart 2020 tot en met 26 juli 2020.
Voor de bepaling van de tegemoetkoming voor artsen wordt rekening gehouden met 80,34 euro per gepresteerd uur. Tijdens het weekend of op een feestdag bedraagt dit 119,94 euro per uur. Deze vergoeding kan maximaal 12 uur per dag worden aangerekend.
§ 2. Het bedrag van de tegemoetkoming voor de in de eerste paragraaf bedoelde periode wordt berekend op basis van het aantal uren dat gepresteerd is door de artsen in het triage- en afnamecentrum in deze periode, zoals dit zal worden meegedeeld door de triage- en afnamecentra, volgens de modaliteiten die zijn omschreven in paragraaf 5.
Het aldus berekende bedrag wordt verminderd met de verschuldigde bedragen per lichamelijk onderzoek bedoeld in artikel 46, § 1, 2° en artikel 48 van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging zoals die van toepassing waren van 23 maart 2020 tot en met 26 juli 2020, en zoals die ten laatste op 26 juli 2021 zijn doorgegeven door de centra aan het Instituut via verzamelstaten, in overeenstemming met het artikel 50, § 2 van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19 pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging zoals dit van toepassing was van 23 maart 2020 tot en met 26 juli 2020.
Het bedrag kan enkel uitbetaald worden voor dagen waarvoor via de verzamelstaten reeds lichamelijke onderzoeken werden doorgegeven via de nomenclatuurcodes 101850 en 101813.
De tegemoetkoming zoals bedoeld in § 1 kan niet gecumuleerd worden met het honorarium voor een raadpleging, een bezoek of een advies bedoeld in artikel 2 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Er kunnen uitsluitend uren voor lichamelijk onderzoek aangerekend worden voor zover die uren niet reeds zijn aangerekend.
Indien de arts uitsluitend afnames deed die niet gepaard gingen met een lichamelijk onderzoek, komt dit niet aanmerking voor de vergoeding voor lichamelijke onderzoeken.
§ 3 Voor elk centrum kan voor de dagen waarop de lichamelijke onderzoeken plaatsvonden maximaal 24 uren aan onderzoeken door artsen worden aangerekend, ongeacht het aantal artsen dat die dag in het centrum aanwezig was.
§ 4 Indien het bedrag dat volgens dit besluit betaald moet worden aan de centra voor een bepaalde dag lager ligt dan het bedrag dat volgens de informatie in de verzamelstaten voor die dag verschuldigd was, wordt hiermee geen rekening gehouden; er wordt voor die dag geen bedrag teruggevorderd van het centrum.
§ 5 De triage- en afnamecentra delen de volgende gegevens elektronisch mee aan het Instituut ten laatste dertig dagen na de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad:
a)Naam en RIZIV-nummer van het centrum;
b) Naam van de verantwoordelijke huisartsenkring van het centrum;
c) Bankrekeningnummer van de verantwoordelijke organisatie waarop de betalingen van het Instituut moeten worden gedaan, samen met de naam van de rekeninghouder, diens KBO-nummer en adres;
d) Naam en voornaam van de verantwoordelijke arts van het triage- en afnamecentrum;
e) Data in de periode van 23 maart 2020 tot 26 juli 2020 waarop het centrum geopend was en het lichamelijke onderzoeken aanbood; voor elke datum de artsen (met naam, voornaam en RIZIV-nummer) die aanwezig waren met het oog op het afnemen van de lichamelijke onderzoeken en het aantal uren dat ze op elke datum aanwezig waren in het centrum met het oog op het verrichten van die lichamelijke onderzoeken.
De technische modaliteiten voor het meedelen van deze gegevens worden uitgewerkt door het Instituut en meegedeeld aan de verantwoordelijken van de centra per email en op de webpagina van het instituut over de financiering voor triage- en afnamecentra.
§ 6. Voor elk triage- of afnamecentrum wordt een verklaring op eer ondertekend die de juistheid van de aangeleverde gegevens bedoeld in paragraaf 5 bevestigt.
Deze verklaring op eer wordt ondertekend ofwel door de voorzitter van de huisartsenkring die verantwoordelijk is voor de organisatie van het triage- of afnamecentrum, ofwel door de medische verantwoordelijke van het centrum.
Art. 2. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.