18 MAART 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2021 over de loopbaanonderbreking voor mantelzorg, over de omzetting van lestijden in uren kinderverzorging, over de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36 en over een meelooptraject voor directeur in het basisonderwijs, deeltijds kunstonderwijs, secundair onderwijs, volwassenenonderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2021 over de loopbaanonderbreking voor mantelzorg, over de omzetting van lestijden in uren kinderverzorging, over de erkenning van beroepskwalificaties voor gereglementeerde beroepen in het onderwijs in het kader van de Europese Richtlijn 2005/36 en over een meelooptraject voor directeur in het basisonderwijs, deeltijds kunstonderwijs, secundair onderwijs, volwassenenonderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:
" § 1. Tijdens het kalenderjaar 2021 kunnen maximaal het volgende aantal meelooptrajecten worden gefinancierd of gesubsidieerd:
1° in het basisonderwijs maximaal 304 meelooptrajecten;
2° in het secundair onderwijs maximaal 166 meelooptrajecten;
3° in het deeltijds kunstonderwijs maximaal 11 meelooptrajecten;
4° in het volwassenenonderwijs (CVO + CBE) maximaal 9 meelooptrajecten;
5° in de CLB maximaal 9 meelooptrajecten.
Tijdens het kalenderjaar 2022 kunnen maximaal het volgende aantal meelooptrajecten worden gefinancierd of gesubsidieerd:
1° in het basisonderwijs maximaal 195 meelooptrajecten;
2° in het secundair onderwijs maximaal 106 meelooptrajecten;
3° in het deeltijds kunstonderwijs maximaal 9 meelooptrajecten;
4° in het volwassenenonderwijs (CVO + CBE) maximaal 7 meelooptrajecten;
5° in de CLB maximaal 7 meelooptrajecten.
Een aangevat meelooptraject wordt, ongeacht de duurtijd van het traject, altijd als een aangewend meelooptraject beschouwd.".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.