17 FEBRUARI 2022. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken
Art. 1-20
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de bepaling onder 6° wordt opgeheven;
2° de bepalingen onder 15°, 16° en 17° worden vervangen als volgt:
"15° "vaccinatiecertificaat": een digitaal EU-COVID-certificaat van vaccinatie met een vaccin tegen het virus SARS-Cov-2 dat wordt vermeld op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu of een certificaat van vaccinatie met dergelijk vaccin uitgereikt in een land dat niet behoort tot de Europese Unie dat als equivalent wordt beschouwd door de Europese Commissie op basis van de uitvoeringshandelingen of door België op basis van bilaterale akkoorden, waaruit blijkt dat sinds ten minste twee weken alle doses voorzien in de bijsluiter werden toegediend, en dat niet meer dan 270 dagen zijn verstreken sinds de datum van de laatste dosis in de primaire vaccinatiereeks, of waaruit blijkt dat een boosterdosis na voltooiing van de primaire vaccinatiereeks werd toegediend. Bij gebrek aan een equivalentiebeslissing van de Europese Commissie wordt eveneens een vaccinatiecertificaat aanvaard dat werd uitgereikt in een land dat niet behoort tot de Europese Unie en dat minimaal de volgende informatie bevat in het Nederlands, Frans, Duits of Engels:
- gegevens waaruit kan worden afgeleid wie de persoon is die is gevaccineerd (naam, geboortedatum en/of ID-nummer);
- gegevens waaruit blijkt dat een vaccin tegen het virus SARS-Cov-2 dat wordt vermeld op de website "info-coronavirus.be" van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, werd toegediend;
- gegevens waaruit blijkt dat sinds ten minste twee weken alle doses voorzien in de bijsluiter werden toegediend en dat niet meer dan 270 dagen zijn verstreken sinds de datum van de laatste dosis in de primaire vaccinatiereeks, of gegevens waaruit blijkt dat een boosterdosis na voltooiing van de primaire vaccinatiereeks werd toegediend;
- de merknaam en de naam van de fabrikant of handelsvergunningshouder van elk vaccin dat werd toegediend. Indien één van beide namen niet wordt vermeld, moet ook het lotnummer worden vermeld;
- de datum van toediening van elke dosis van het vaccin die werd toegediend of het totaal aantal dosissen en de naam van het laatste vaccin dat toegediend is, alsook de datum van de laatste toediening;
- de naam van het land, van de provincie of van de regio waar het vaccinatiecertificaat werd uitgereikt;
- de afgever van het bewijs van vaccinatie;
16° "testcertificaat": een digitaal EU-COVID-certificaat of een ander certificaat in het Nederlands, Frans, Duits of Engels, dat aangeeft ofwel dat een NAAT test (Nucleic Acid Amplification Test) met negatief resultaat niet meer dan 72 uur voor aankomst op het Belgisch grondgebied werd uitgevoerd in een officieel laboratorium, ofwel dat een RAT test (Rapid Antigen Test), die is opgenomen in de gemeenschappelijke en bijgewerkte lijst van snelle antigeentests voor COVID-19 zoals vastgesteld op basis van de Aanbeveling van de Raad van 21 januari 2021 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het gebruik en de validering van snelle antigeentests en de wederzijdse erkenning van COVID-19-testresultaten in de EU, niet meer dan 24 uur voor aankomst op het Belgisch grondgebied werd uitgevoerd door een professioneel en waarvan het resultaat negatief is;
17° "herstelcertificaat": een digitaal EU-COVID-certificaat van herstel of een certificaat van herstel uitgereikt in een land dat niet behoort tot de Europese Unie dat als equivalent wordt beschouwd door de Europese Commissie op basis van de uitvoeringshandelingen of door België op basis van bilaterale akkoorden, en waaruit blijkt dat niet meer dan 180 dagen zijn verstreken sinds de datum van het positieve NAAT-testresultaat; ".
Art.2. In artikel 1bis van hetzelfde besluit worden de woorden "5bis, 5ter," opgeheven.
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
" § 1. Telethuiswerk is aanbevolen bij alle ondernemingen, verenigingen en diensten, voor alle personen bij hen werkzaam, ongeacht de aard van hun arbeidsrelatie, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening. Telethuiswerk wordt verricht in overeenstemming met de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden.";
2° paragraaf 1bis wordt opgeheven;
3° paragraaf 2bis wordt opgeheven;
4° in paragraaf 3, worden de woorden ", 1bis, 2 en 2bis" vervangen door de woorden "en 2".
Art.4. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de bepalingen onder 6°, 7°, 8° en 9° opgeheven;
2° het derde en het vierde lid worden opgeheven.
Art.5. Artikel 4bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 5. § 1. Bij het professioneel uitoefenen van horeca-activiteiten dienen de volgende minimale regels te worden nageleefd, onverminderd de op de website van de bevoegde overheidsdienst bekendgemaakte minimale algemene regels of de toepasselijke protocollen:
1° de uitbater informeert de klanten, personeelsleden en derden tijdig en duidelijk zichtbaar over de geldende preventiemaatregelen;
2° de uitbater stelt middelen voor de noodzakelijke handhygiëne ter beschikking van het personeel en de klanten;
3° de uitbater neemt de gepaste hygiënemaatregelen om de inrichting en het gebruikte materiaal regelmatig te desinfecteren;
4° de uitbater zorgt voor een goede verluchting van de binnenruimten;
5° de openbare ruimten, met inbegrip van de terrassen in de openbare ruimte, worden georganiseerd overeenkomstig de voorschriften bepaald door de lokale overheden;
6° het aantal klanten dat binnen ontvangen wordt, dient te worden beperkt tot 70 % van de totale capaciteit van de binnenruimten van de plaats waar de horeca-activiteiten worden uitgeoefend.
Het eerste lid, 6°, is niet van toepassing in de volgende gevallen:
1° wanneer het cliënteel niet-dynamisch is tijdens de professionele uitoefening van horeca-activiteiten;
2° wanneer het cliënteel of een deel daarvan rechtstaat en grotendeels niet-bewegend is tijdens de professionele uitoefening van horeca-activiteiten;
3° wanneer de streefwaarde bedoeld in artikel 9, § 2, eerste lid, kan worden nageleefd gedurende de professionele uitoefening van horeca-activiteiten;
4° wanneer de professionele uitoefening van horeca-activiteiten plaatsvindt in het kader van een huwelijk of uitvaart.
In de binnenruimten van de eet- en drankgelegenheden van de horecasector dient, indien de limietwaarde voor de binnenluchtkwaliteit bedoeld in artikel 9, § 3, eerste lid, niet kan worden nageleefd, een afstand van 1,5 meter tussen de tafels te worden voorzien of dienen andere maatregelen te worden genomen zodat de limietwaarde vanaf de volgende dienstverlening kan worden nageleefd.
Deze paragraaf is niet van toepassing in geval van dienstverlening aan huis.
§ 2. De discotheken en dancings kunnen hun activiteiten hervatten met naleving van de regels bedoeld in de eerste paragraaf, op voorwaarde dat de toegang wordt georganiseerd met naleving van de modaliteiten van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021.".
Art.7. De artikelen 5bis en 5ter van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.8. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.9. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "vierde en vijfde lid" vervangen door de woorden "derde, vierde en vijfde lid";
2° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art.10. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de bepalingen onder 2° en 5° opgeheven;
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.11. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de bepaling onder 3° aangevuld met de woorden: ", met inbegrip van de discotheken en dancings;";
2° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden " waar wordt gedanst," ingevoegd tussen de woorden "waar wachtrijen staan," en de woorden "alsook in de kleedkamers";
3° in de Franstalige versie van paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "est un débit de 40 m3" vervangen door de woorden " est un débit d'au moins 40 m3";
4° in paragraaf 2, wordt het derde lid vervangen als volgt: "Indien de CO2-concentratie automatisch wordt geregistreerd en steeds kan worden uitgelezen en ter beschikking kan worden gesteld, dan kan de gemiddelde CO2-concentratie hetzij per uur, hetzij over de duur van de activiteit of het evenement in rekening worden gebracht voor de controle van de streefwaarde.";
5° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "25 m3" vervangen door de woorden "18 m3";
6° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "1200 ppm" vervangen door de woorden "1500 ppm".
Art.12. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "in de artikelen 5 en 5bis" vervangen door de woorden "in artikel 5";
2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.13. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de paragrafen 1, 2, 3 en 4 vervangen als volgt:
" § 1. Georganiseerde activiteiten zijn toegelaten, onverminderd de artikelen 5, 7, 9, 22 en 23 en het toepasselijke protocol.
In afwijking van het eerste lid, zijn georganiseerde activiteiten binnen enkel toegelaten voor één of meerdere groepen van maximum 200 personen, medewerkers en organisatoren niet inbegrepen.
De personen die samenkomen in een groep bedoeld in het tweede lid, moeten in dezelfde groep blijven en mogen niet samen worden gezet met de personen van een andere groep.
Tijdens de georganiseerde activiteiten bedoeld in het tweede lid, kan elke deelnemer tot en met 17 jaar en elke deelnemer die nood heeft aan begeleiding worden vergezeld door twee meerderjarige personen.
Het maximumaantal bedoeld in het tweede lid en het derde lid zijn niet van toepassing op sportieve activiteiten, met uitzondering van sportkampen.
§ 2. Private evenementen zijn toegelaten, onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 22.
Wanneer een privaat evenement plaatsvindt met meer dan 200 personen, dient het aantal personen dat ontvangen wordt, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, te worden beperkt tot 80 % van de totale capaciteit van de plaats waar het evenement plaatsvindt.
In afwijking van het tweede lid, dient, wanneer een dynamisch privaat evenement binnen plaatsvindt met meer dan 200 personen, het aantal personen dat ontvangen wordt, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, te worden beperkt tot 70 % van de totale capaciteit van de plaats waar het evenement plaatsvindt.
De beperkingen bedoeld in het tweede en derde lid zijn niet van toepassing in de volgende gevallen:
1° wanneer het een privaat evenement betreft dat buiten plaatsvindt, indien er in een compartimentering wordt voorzien, overeenkomstig artikel 12bis;
2° wanneer het een privaat evenement betreft dat buiten plaatsvindt, indien bijkomende anti-crowdingmaatregelen worden voorzien, mits positief advies van de veiligheidscel bedoeld in artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;
3° wanneer het een privaat evenement betreft dat buiten plaatsvindt, maar niet in een permanente of tijdelijke structuur bestemd om een bepaald aantal personen te ontvangen;
4° wanneer het een privaat evenement betreft dat binnen plaatsvindt, indien de streefwaarde bedoeld in artikel 9, § 2, eerste lid, kan worden nageleefd gedurende het evenement.
Onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 22, is deze paragraaf niet van toepassing op de private evenementen, wanneer deze:
1° thuis plaatsvinden;
2° plaatsvinden in een toeristisch logies;
3° plaatsvinden in het kader van een huwelijk of een uitvaart.
§ 3. Publiek toegankelijke evenementen die binnen plaatsvinden, zijn toegelaten voor een maximum van 50 personen, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 22 en het toepasselijke protocol.
Publiek toegankelijke evenementen die buiten plaatsvinden, zijn toegelaten voor een maximum van 100 personen, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 22 en het toepasselijke protocol.
Deze paragraaf is niet van toepassing indien de toegang op basis van een lokaal politiebesluit of lokale politieverordening, een decreet of een ordonnantie verplicht dient te worden georganiseerd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021.
§ 4. Massa-evenementen die binnen plaatsvinden, zijn toegelaten voor een minimum van 50 personen, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en met naleving van de modaliteiten van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, en onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 22 en het toepasselijke protocol.
Massa-evenementen die buiten plaatsvinden, zijn toegelaten voor een minimum van 100 personen, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, mits voorafgaande toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid en met naleving van de modaliteiten van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 en onverminderd de artikelen 5, 7, 9 en 22 en het toepasselijke protocol.
Wanneer een massa-evenement plaatsvindt met meer dan 200 personen, dient het aantal personen dat ontvangen wordt, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, te worden beperkt tot 80 % van de totale capaciteit van de plaats waar het evenement plaatsvindt. In dat geval moet het debiet aan ventilatie en/of luchtzuivering, de limietwaarde bedoeld in artikel 9, § 3, eerste lid, respecteren of mag de gemiddelde waarde van de CO2-metingen in de binnenruimten, de limietwaarde bedoeld in artikel 9, § 3, eerste lid, niet overschrijden. Indien deze limietwaarde niet kan worden nageleefd, dient het aantal personen dat ontvangen wordt, te worden verminderd of dienen andere maatregelen te worden genomen zodat de limietwaarde vanaf het volgende evenement kan worden nageleefd.
In afwijking van het derde lid, dient, wanneer een dynamisch massa-evenement binnen plaatsvindt met meer dan 200 personen, het aantal personen dat ontvangen wordt, medewerkers en organisatoren niet meegeteld, te worden beperkt tot 70 % van de totale capaciteit van de plaats waar het evenement plaatsvindt. In dat geval moet het debiet aan ventilatie en/of luchtzuivering, de limietwaarde bedoeld in artikel 9, § 3, eerste lid, respecteren of mag de gemiddelde waarde van de CO2-metingen in de binnenruimten de limietwaarde bedoeld in artikel 9, § 3, eerste lid, niet overschrijden. Indien deze limietwaarde niet kan worden nageleefd, dient het aantal personen dat ontvangen wordt, te worden verminderd of dienen andere maatregelen te worden genomen zodat de limietwaarde vanaf het volgende evenement kan worden nageleefd.
De beperkingen bedoeld in het derde en vierde lid zijn niet van toepassing in de volgende gevallen:
1° wanneer het een massa-evenement betreft dat buiten plaatsvindt, indien er in een compartimentering wordt voorzien, overeenkomstig artikel 12bis;
2° wanneer het een massa-evenement betreft dat buiten plaatsvindt, indien bijkomende anti-crowdingmaatregelen worden voorzien, mits positief advies van de veiligheidscel bedoeld in artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;
3° wanneer het een massa-evenement betreft dat buiten plaatsvindt, maar niet in een permanente of tijdelijke structuur bestemd om een bepaald aantal personen te ontvangen;
4° wanneer het een massa-evenement betreft dat binnen plaatsvindt, indien de streefwaarde bedoeld in artikel 9, § 2, eerste lid, kan worden nageleefd gedurende het evenement.
De aankomstzone tot het massa-evenement wordt zodanig georganiseerd dat de regels van de social distancing kunnen worden gerespecteerd.
De minimumaantallen bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen worden gewijzigd overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021.
In afwijking van het eerste en tweede lid, kan een massa-evenement met een publiek van minder dan 50 personen binnen of minder dan 100 personen buiten eveneens worden georganiseerd met toepassing van de modaliteiten van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, mits de organisator de bezoekers daarvan voorafgaand informeert.".
Art.14. In artikel 12bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in de bepaling onder 2° worden de woorden "en sanitaire infrastructuur" opgeheven;
2° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt:
"3° het aantal personen dat ontvangen wordt in één compartiment is niet hoger dan 2000 personen;";
3° de bepaling onder 4° wordt opgeheven.
Art.15. In artikel 14, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "vanaf de leeftijd van 6 jaar" vervangen door de woorden "vanaf de leeftijd van 12 jaar".
Art.16. In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
"In geval van een reis bedoeld in artikel 17, §§ 1, 2 en 3, dient eenieder, vanaf de leeftijd van 12 jaar, die op het Belgisch grondgebied toekomt en die geen hoofdverblijfplaats heeft in België, te beschikken over een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat. De vervoerder is ertoe gehouden te controleren dat deze personen, voorafgaand aan het instappen, een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat voorleggen. Bij gebrek aan een vaccinatie-, test- of herstelcertificaat is de vervoerder ertoe gehouden het instappen te weigeren.";
2° het tweede lid wordt opgeheven;
3° in het vroegere derde lid, dat het tweede lid wordt, worden de woorden "het vereiste certificaat overeenkomstig het eerste en het tweede lid" vervangen door de woorden "het vereiste vaccinatie-, test- of herstelcertificaat";
4° in het vroegere vierde lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden ", zoals voorzien in het eerste en het tweede lid" opgeheven.
Art.17. In artikel 20, tweede lid, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden "5 jaar" vervangen door de woorden "11 jaar".
Art.18. In artikel 22, paragraaf 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste en tweede lid worden de woorden "6 jaar" telkens vervangen door de woorden "12 jaar";
2° in de inleidende zin van het tweede lid worden de woorden "op de volgende plaatsen" vervangen door de woorden "in de volgende gevallen";
3° in het tweede lid, 7°, worden de woorden ", onder voorbehoud van de bepalingen onder 11° en 12° " opgeheven;
4° in het tweede lid, 11°, worden de woorden "in de artikelen 5, 5bis en 5ter," vervangen door de woorden "in artikel 5,";
5° in het tweede lid wordt de bepaling onder 12° opgeheven;
6° in het tweede lid wordt de bepaling onder 13° vervangen als volgt:
"13° tijdens niet-dynamische private evenementen die binnen plaatsvinden, behalve wanneer deze thuis of in een toeristisch logies plaatsvinden;";
7° in het tweede lid wordt de bepaling onder 14° vervangen als volgt:
"14° tijdens de niet-dynamische publiek toegankelijke evenementen bedoeld in artikel 12, §§ 3 en 4 die binnen plaatsvinden, voor wat betreft de deelnemers;";
8° in het tweede lid wordt de bepaling onder 15° vervangen als volgt: "15° tijdens de publiek toegankelijke evenementen bedoeld in artikel 12, §§ 3 en 4, voor wat betreft de medewerkers en organisatoren;";
9° in het tweede lid wordt de bepaling onder 17° opgeheven;
10° het derde en vierde lid worden vervangen als volgt:
"Eenieder, vanaf de leeftijd van 12 jaar, is in elk geval verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker in de binnenruimten van scholen en onderwijsinstellingen, onverminderd de toepassing van de paragrafen 2 en 3.
De verplichting bedoeld in het derde lid is:
1° niet van toepassing op de kinderen van 12 jaar of ouder die nog niet in het secundair onderwijs gestart zijn;
2° van toepassing op de kinderen die jonger zijn dan 12 jaar en al in het secundair onderwijs gestart zijn;
3° niet van toepassing onder de specifieke voorwaarden zoals bepaald overeenkomstig artikel 23.";
11° er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:
"Het tweede lid is niet van toepassing:
1° tijdens dynamische private evenementen en dynamische publiek toegankelijke evenementen bedoeld in artikel 12, §§ 3 en 4, voor wat betreft de deelnemers;
2° in het gedeelte van de inrichting waar horeca-activiteiten professioneel worden uitgeoefend, voor wat betreft de klanten.".
Art.19. Dit besluit treedt in werking op 18 februari 2022, met uitzondering van de artikelen 15, 17 en 18, 1° en 10°, die op 19 februari 2022 in werking treden.
Art. 20. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.