6 FEBRUARI 2022. - Wet tot wijziging van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat
Art. 2-16
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 17
HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat
Art.2. In artikel 19, § 3, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat ingevoegd bij de wet van 25 december 2016, worden de woorden ", zoals bepaald in de eerste paragraaf, derde lid, 2°, a) van huidig artikel," opgeheven.
Art.3. In artikel 72 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, worden de woorden "voor 30 juni" vervangen door de woorden "uiterlijk 30 april".
Art.4. In artikel 73 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 december 2009, worden de woorden "1 juni" vervangen door de woorden "1 april".
Art.5. In artikel 75 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 december 2009, worden de woorden "Voor 31 oktober" vervangen door de woorden "Uiterlijk 15 juli".
Art.6. In artikel 76 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 23 december 2009, worden de woorden "30 november" vervangen door de woorden "15 september".
Art.7. In artikel 79/2 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016, wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "of diens gemachtigde."
Art.8. In artikel 83 van dezelfde wet worden de woorden "Voor 31 mei" vervangen door de woorden "Uiterlijk 15 juli".
Art.9. In artikel 84 van dezelfde wet worden de woorden "30 juni" vervangen door de woorden "15 september".
Art.10. In artikel 87, § 2, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"De goedgekeurde tabellen van de begroting van die instellingen worden ter informatie aan de Kamer van volksvertegenwoordigers meegedeeld als bijlage bij de verantwoording van de algemene uitgavenbegroting van het algemeen bestuur."
Art.11. In artikel 87, § 2/1, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 25 december 2016, worden de woorden "bij ontstentenis" vervangen door de woorden "voor de instellingen die niet onder een minister ressorteren,".
Art.12. In artikel 93 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "voor 31 mei" vervangen door dewoorden "uiterlijk 15 juli";
2° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "30 juni" vervangen door de woorden "15 september";
3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "1 maart" vervangen door de woorden "20 maart";
4° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "voor 31 mei" vervangen door de woorden "uiterlijk 15 juli".
Art.13. In artikel 100 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 25 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het tweede lid worden de woorden "voor 31 mei" vervangen door de woorden "uiterlijk 15 juli";
2° in het tweede lid worden de woorden " 30 juni" vervangen door de woorden "15 september".
Art.14. In artikel 111 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "voor 30 september" vervangen door de woorden "uiterlijk 31 augustus";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:
"Het Rekenhof bezorgt de Kamer het certificeringsverslag over de jaarrekening van de federale staat vóór 15 november van het jaar dat volgt op het jaar waarop ze betrekking hebben.".
Art.15. In artikel 138, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 8 mei 2014 en vervangen bij de wet van 25 december 2016, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt:
" § 1. In afwijking van artikel 5 kunnen de diensten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 2° tot 4°, op voorstel van de minister of ministers van wie de instelling afhangt en mits voorafgaandelijk akkoord van de Minister van Begroting, ervoor opteren een dubbele boekhouding te voeren overeenkomstig de minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel van het koninklijk besluit van 21 oktober 2018 tot uitvoering van de artikelen III.82 tot en met III.95 van het wetboek van Economisch recht.
De diensten die gebruikmaken van het specifieke boekhoudplan van hun activiteitensector mogen dat verder blijven gebruiken.
De diensten die kiezen voor de afwijkingen van het eerste en tweede lid vullen hun boekhoudplan aan met een overeenstemmingstabel naar het boekhoudplan van het koninklijk besluit van 10 november 2009. Deze tabel wordt toegevoegd aan de jaarrekeningen en overgemaakt aan de Minister van Begroting."
Art.16. In artikel 138, § 4, tweede lid van dezelfde worden de woorden "met uitzondering van deze die door het Instituut voor de Nationale Rekeningen niet werden geclassificeerd onder de centrale overheid, zijnde code S1311, " ingevoegd tussen de woorden "artikel 2, eerste lid, 2° tot 4° " en het woord "ook".
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 17. Deze wet treedt in werking op 1 februari 2022.