17 MAART 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot invoering van diverse maatregelen inzake tewerkstelling en sociale economie
Art. 1-4
Artikel 1. In afwijking van artikel 12, § 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende het mandaat en de compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen mag enkel de daadwerkelijke tewerkstelling van doelgroepwerknemers gedurende het derde en vierde kwartaal van 2021 in aanmerking genomen worden voor de betaling van het integrale subsidiebedrag. Deze maatregel geldt voor gemandateerde sociale ondernemingen die krachtens de artikelen 6 en 8 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken zoals van toepassing op 15 januari 2021, een of meerdere in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen vestigingseenheden hebben moeten sluiten.
De in het eerste lid voorziene afwijkingsregeling is enkel van toepassing als:
1° de gemandateerde sociale onderneming het bewijs levert van het behoud van de daadwerkelijke tewerkstelling van een of meerdere begeleiders tijdens het eerste en tweede kwartaal van 2021;
2° het bestuur bij de controle bedoeld in artikel 12, § 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende het mandaat en de compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen vaststelt dat de aanvrager tijdens het eerste en tweede kwartaal van het jaar 2021 een lager aantal doelgroepwerknemers heeft tewerkgesteld dan het aantal waarvoor hij in 2021 een compensatie ontving,ook al heeft de aanvrager niet minstens vier doelgroepwerknemers voltijds heeft kunnen tewerkstellen.
Art.2. In afwijking van artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 oktober 2017 houdende uitvoering van de ordonnantie van 21 november 2013 betreffende de erkenning van vennootschappen als activiteitencoöperatie met het oog op de toekenning van toelagen, is het bedrag van de subsidie 2021 verschuldigd, indien de activiteitencoöperatie tijdens de voorbereidende fase en tijdens de testfase 75% van het aantal kandidaat-ondernemers vastgesteld in de erkenningsbeslissing gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, heeft begeleid. De activiteitencoöperatie moet evenwel minstens twintig kandidaat-ondernemers begeleiden.
Onder deze drempel van 75% zal het bedrag van de subsidie 2021 gestort worden pro rata de behaalde doelstellingen ten opzichte van deze drempel.
Art.3. In afwijking van artikel 18 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019 betreffende de inschakelingsbetrekking zoals bedoeld in artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, is het jaarlijkse financiële steunbedrag voor 2021 identiek aan het bedrag toegekend voor het jaar 2020.
Art. 4. De minister bevoegd voor Werk wordt belast met de uitvoering van dit besluit.