8 FEBRUARI 2022. - Besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur tot indeling van het agentschap in subentiteiten en tot vaststelling van het organogram
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De subentiteiten van het Agentschap Binnenlands Bestuur
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Taken van de subentiteiten
Art. 3-12
HOOFDSTUK 4. - De leiding binnen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de vervangingsregeling
Art. 13
HOOFDSTUK 5. - Het organogram
Art. 14
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art. 15-16
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° administrateur-generaal: de administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur;
2° directeur van de Informatie- en screeningsdienst: het personeelslid dat belast is met de leiding van de Informatie- en screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen;
3° ICT-directeur: het via Vlaanderen Connect vzw ter beschikking gesteld personeelslid dat belast is met de leiding van het DigiTeam.
HOOFDSTUK 2. - De subentiteiten van het Agentschap Binnenlands Bestuur
Art.2. Het Agentschap Binnenlands Bestuur is ingedeeld in de volgende subentiteiten:
1° de stafdienst van de administrateur-generaal, genaamd het team AG;
2° het DigiTeam;
3° de afdeling Personeel en Organisatie;
4° de afdeling Beleidscoördinatie en Kennisorganisatie;
5° de afdeling Lokale Organisatie en Werking;
6° de afdeling Lokale Samenwerking, Verzelfstandiging en Personeel;
7° de afdeling Lokale Financiën;
8° de afdeling Beleid Steden, Brussel en Vlaamse Rand;
9° de afdeling Gelijke Kansen, Integratie en Inburgering;
10° de Informatie- en screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen.
HOOFDSTUK 3. - Taken van de subentiteiten
Art.3. De stafdienst van de administrateur-generaal, vermeld in artikel 2, 1°, staat onder meer in voor:
1° de strategische planning en het doelstellingenmanagement, in het bijzonder het meerjarig en jaarlijks ondernemingsplan;
2° de organisatiebeheersing, met inbegrip van de contacten met Audit Vlaanderen;
3° de interne en externe communicatie, met inbegrip van de crisiscommunicatie;
4° het financieel management, de begroting en de boekhouding;
5° het belanghebbendenmanagement: het beheer van de relaties met de minister, de provinciegouverneurs, de Vlaamse administratie en verzelfstandigde agentschappen, de lokale en provinciale overheden, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de regio's, de belangenorganisaties, de internationale en supranationale overheden en instellingen en de academische wereld.
Art.4. Het DigiTeam, vermeld in artikel 2, 2°, staat onder meer in voor:
1° de ICT-strategie, met inbegrip van de strategische ICT-projecten;
2° het ICT-beheer en -beleid;
3° de ICT- en organisatorische aspecten van de verkiezingen.
Art.5. De afdeling Personeel en Organisatie, vermeld in artikel 2, 3°, staat onder meer in voor:
1° strategische organisatieontwikkelingstrajecten;
2° het HR-beleid, met inbegrip van het beleid inzake het welzijn op het werk;
3° het beleid met betrekking tot vorming, training en opleiding;
4° de organisatiecultuur, met inbegrip van de integriteit;
5° het informatiebeheer;
6° de logistiek en facility;
7° de klachtenbehandeling inzake de interne werking;
8° het centraal register openbaarheid van bestuur;
9° de interne organisatiebesluiten.
Art.6. De afdeling Beleidscoördinatie en Kennisorganisatie, vermeld in artikel 2, 4°, staat onder meer in voor:
1° de coördinatie van de bijdrage aan het regeerprogramma;
2° de coördinatie van de beleidsnota's en de beleids- en begrotingstoelichtingen;
3° de coördinatie van de parlementaire vragen;
4° de beleidsvoorbereiding, beleidsevaluatie en coördinatie van afdelingsoverschrijdende en transversale projecten en acties;
5° de uitbouw van het agentschap tot een kennisorganisatie door middel van de ontsluiting van bedrijfsinformatie (business intelligence), door wetenschappelijk onderbouwd onderzoek en door de ontwikkeling van kennisproducten;
6° de bewaking van de wetskwaliteit;
7° de opvolging, de analyse en de ontsluiting van de conclusies van de rechtsgedingen;
8° de opvolging van de evoluties inzake binnenlands bestuur in de andere deelstaten en naburige landen;
9° de adviesverstrekking m.b.t. taalreglementering (Taalwetwijzer);
10° de coördinatie van de opvolging van de auditdossiers van de lokale besturen;
11° de inhoudelijke ondersteuning van de medewerkers van het agentschap bij de verwerking van persoonsgegevens;
12° de ondersteuning van de medewerkers van het agentschap bij specifieke juridische vraagstukken.
Art.7. De afdeling Lokale Organisatie en Werking, vermeld in artikel 2, 5°, staat onder meer in voor:
1° de beleidsvoorbereiding en - evaluatie inzake de organisatie en werking van de lokale en provinciale besturen en de samenstelling en bevoegdheden van hun bestuursorganen, met inbegrip van de participatie van de burger en de openbaarheid van bestuur, en inzake diverse ruimtegebonden aangelegenheden zoals overheidsopdrachten, patrimonium, gesubsidieerde infrastructuur, PPS-constructies, begraafplaatsen, lijkbezorging, onteigeningen en buurtwegen;
2° de dossierbehandeling in het kader van het bestuurlijk toezicht op de lokale en provinciale besturen met betrekking tot de materies, vermeld in punt 1°, en de klachtenbehandeling inzake ruimtelijke ordening en milieu;
3° de ondersteuning van de minister en de provinciegouverneurs met betrekking tot de materies, vermeld in punt 1° en 2° ;
4° het adviseren, informeren en faciliteren van de belanghebbenden met betrekking tot de materies, vermeld in punt 1°.
Art.8. De afdeling Lokale Samenwerking, Verzelfstandiging en Personeel, vermeld in artikel 2, 6°, staat onder meer in voor:
1° de beleidsvoorbereiding en -evaluatie inzake de lokale en provinciale samenwerking en verzelfstandiging, het lokaal en provinciaal personeelsbeleid en het statuut van en de tuchtregeling voor lokale en provinciale mandatarissen;
2° de dossierbehandeling in het kader van het bestuurlijk toezicht op de lokale en provinciale besturen met betrekking tot de materies, vermeld in punt 1° ;
3° de ondersteuning van de minister en de provinciegouverneurs met betrekking tot de materies, vermeld in punt 1° ;
4° het adviseren, informeren en faciliteren van de belanghebbenden met betrekking tot de materies, vermeld in punt 1° ;
5° de ondersteuning van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken, opgericht bij artikel 21 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire personeel van het lokaal bestuur en tot vaststelling van de werking, de samenstelling en de vergoeding van de leden van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken;
6° de ondersteuning van het Comité C1 voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap.
Art.9. De afdeling Lokale Financiën, vermeld in artikel 2, 7°, staat onder meer in voor:
1° de beleidsvoorbereiding en -evaluatie inzake de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen en inzake de financiële stromen, in het bijzonder de algemene financiering, de infrastructuursubsidies en de lokale en provinciale fiscaliteit. De afdeling fungeert op dit vlak als een kenniscentrum;
2° de dossierbehandeling in het kader van het bestuurlijk toezicht op de beleidsrapporten van de lokale en provinciale besturen en op de lokale en provinciale financiën in het algemeen en op de lokale en provinciale fiscaliteit;
3° de digitale rapportering in het kader van de beleids- en beheerscyclus en het opmaken van controlerapporten in het kader van het bestuurlijk toezicht;
4° de permanente monitoring van de financiële toestand van de lokale en provinciale besturen;
5° de rapportering in het kader van het Europees Stelsel van Nationale en Regionale Rekeningen en andere Europese rapporteringsverplichtingen over de lokale en provinciale financiën;
6° de ondersteuning van de minister en de provinciegouverneurs met betrekking tot de materies, vermeld in punt 1° tot en met 5° ;
7° het adviseren, informeren en faciliteren van de belanghebbenden met betrekking tot de materies, vermeld in punt 1° tot en met 5° ;
8° het beheer van de gewestelijk ontvangers;
9° de subsidiecontrole inzake stedenbeleid, gelijke kansen en integratie en inburgering;
10° het beheer van de financiële stromen naar de lokale en provinciale besturen, in het bijzonder van de algemene financiering en van de infrastructuursubsidies.
Art.10. De afdeling Beleid Steden, Brussel en Vlaamse Rand, vermeld in artikel 2, 8°, staat onder meer in voor:
1° het stedenbeleid;
2° de coördinatie van het inclusieve beleid met betrekking tot Brussel-Hoofdstad in alle gemeenschapsaangelegenheden en van het beleid met betrekking tot de Vlaamse Rand rond Brussel met inbegrip van de integratie van anderstaligen door onder andere geïntegreerde initiatieven. De afdeling fungeert als beleidsvoorbereidende entiteit voor de privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen vzw de Rand en vzw Muntpunt.
Art.11. De afdeling Gelijke Kansen, Integratie en Inburgering, vermeld in artikel 2, 9°, fungeert als beleidsvoorbereidende entiteit voor het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Integratie en Inburgering en voor het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Toegankelijk Vlaanderen, en staat onder meer in voor:
1° de voorbereiding en evaluatie van het beleid inzake integratie en inburgering en inzake gelijke kansen;
2° de beleidsuitvoering van het verticale gelijkekansenbeleid wat betreft de thema's gender, seksuele diversiteit, handicap en de bestrijding van discriminatie;
3° de vaststelling van inbreuken en het opleggen van geldboetes met betrekking tot het inburgeringsbeleid;
4° de verdeling van werking- en projectsubsidies.
Art.12. De Informatie- en screeningsdienst lokale geloofsgemeenschappen, vermeld in artikel 2, 10°, heeft als opdracht het verzamelen van alle mogelijke informatie om na te gaan of de lokale eredienstbesturen die erkend zijn of zich bevinden in de voorbereidende fase tot erkenning, de decretale erkenningscriteria en administratieve verplichtingen blijvend respecteren, en staat onder meer in voor:
1° het verstrekken van advies aan de bevoegde minister bij erkenningsprocedures van lokale geloofsgemeenschappen en bij sanctioneringsprocedures van erkende eredienstbesturen;
2° de controle op het respecteren door de lokale eredienstbesturen van vermelde erkenningscriteria en administratieve verplichtingen;
3° de voorbereiding en -evaluatie van het beleid inzake religieus extremisme;
4° de informatie-uitwisseling met alle belanghebbenden.
HOOFDSTUK 4. - De leiding binnen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de vervangingsregeling
Art.13. § 1. Met behoud van de toepassing van artikel 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Binnenlands Bestuur", is de administrateur-generaal belast met de leiding over de subentiteit, vermeld in artikel 2, 1°.
De subentiteit, vermeld in artikel 2, 2°, wordt door de ICT-directeur onder het hiërarchisch gezag van de administrateur-generaal geleid.
De subentiteiten, vermeld in artikel 2, 3° tot en met 9°, worden ieder afzonderlijk door een titularis van een N-1 functie onder het hiërarchisch gezag van de administrateur-generaal geleid.
De subentiteit, vermeld in artikel 2, 10°, wordt door de directeur van de Informatie- en screeningsdienst onder het hiërarchisch gezag van de administrateur-generaal geleid.
§ 2. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de administrateur-generaal wijst deze een vervanger aan uit de titularissen van de N-1 functie, vermeld in paragraaf 1, derde lid.
In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de ICT-directeur, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, wijst de ICT-directeur een vervanger aan.
In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van een titularis van een N-1 functie als vermeld in paragraaf 1, derde lid, wijst de desbetreffende titularis een vervanger aan.
In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering van de directeur van de Informatie- en screeningsdienst, vermeld in paragraaf 1, vierde lid, wijst deze een vervanger aan.
HOOFDSTUK 5. - Het organogram
Art.14. Het organogram van het Agentschap Binnenlands Bestuur is vastgesteld in bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd.
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
Art.15. Het besluit van de administrateur-generaal van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 4 april 2019 houdende indeling van het agentschap in subentiteiten en tot vaststelling van het organogram wordt opgeheven.
Art.16. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 29 december 2021.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-03-2022, p. 21563)