6 JULI 2022. - Ordonnantie tot wijziging van de artikelen 8, 17, 37, 38, 40 en 42 van het Wetboek der successierechten
Art. 1-10
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art.2. In artikel 8 van het Wetboek der successierechten, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid worden de woorden " of die hij geroepen is kosteloos na dit overlijden te ontvangen, " opgeheven ;
2° tussen het tweede en het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende :
" Als de erflater een contract had afgesloten op grond waarvan er pas een uitkering kan gebeuren na zijn overlijden, worden de sommen, renten of waarden geacht kosteloos te worden verkregen, en geacht als legaat te zijn verkregen, naar gelang van het geval :
1° door de persoon die het levensverzekeringscontract afkoopt na het overlijden van de erflater, op het tijdstip van de afkoop ;
2° door de persoon die de sommen, renten of waarden effectief verkrijgt na het overlijden van de erflater, op het tijdstip dat er een uitkering gebeurt.
Wanneer een overledene gehuwd was onder een stelsel van gemeenschap, gelden de bepalingen van het eerste, het tweede en het derde lid ook voor de sommen, renten of waarden die kosteloos aan de langstlevende echtgenoot toekomen ingevolge een levensverzekeringscontract of een contract met vestiging van rente dat door die langstlevende echtgenoot is gesloten. " ;
3° het vroegere vijfde lid, dat het zevende lid wordt, wordt aangevuld met de volgende zin : " Dit tegenbewijs kan niet worden geleverd door aan te tonen dat het contract werd geschonken aan deze persoon. " ;
4° tussen het vroegere vijfde en zesde lid, die respectievelijk het zevende en het negende lid worden, wordt een lid ingevoegd, luidende :
" In het geval van een levensverzekeringscontract wordt de belastbare grondslag van de sommen, renten of waarden, die aan de begunstigde van het beding, kunnen toekomen, verminderd met het bedrag dat als belastbare grondslag heeft gediend voor de heffing van de schenkingsrechten indien het contract door de erflater aan die persoon werd geschonken. ".
Art.3. In de Nederlandse versie van artikel 17, eerste lid van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, wordt het woord " onroerende " opgeheven.
Art.4. In de Franse versie van artikel 17, eerste lid van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, wordt het woord " immeubles " vervangen door het woord " biens ".
Art.5. Artikel 37 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 12 van 18 april 1967, wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende :
" 7° wanneer, naar gelang van het geval, het in artikel 8, derde lid, bedoelde contract wordt afgekocht of er een uitkering gebeurt op grond van het contract. ".
Art.6. Artikel 38 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 12 van 18 april 1967 en bij de wet van 26 januari 2021, wordt aangevuld met de bepaling onder 8°, luidende :
" 8° in het in artikel 37, 7°, bedoelde geval, naar gelang het geval, door de persoon die het contract afkoopt of door degene die de uitkering op grond van het contract ontvangt ten kantore waar de eerste aangifte werd ingediend. ".
Art.7. Artikel 40 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de programmawet van 22 juni 2012, wordt aangevuld met een lid luidende :
" In geval van gebeurtenissen voorzien in artikel 37, 7°, loopt de termijn, naargelang het geval, te rekenen vanaf de dag van het afkopen of die waarop een uitkering gebeurt op grond van het contract. ".
Art.8. In artikel 42 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de ordonnantie van 30 januari 2014, wordt de bepaling onder VIIIter ingevoegd, luidende :
" VIIIter. De aangifte vermeldt of, in de gevallen bedoeld in artikel 8, er contracten bestaan bevattende een beding voor derden die blijven lopen na het overlijden van de erflater. ".
Art.9. De artikelen 2 en 5 tot en met 8 zijn van toepassing op de nalatenschappen die openvallen vanaf de inwerkingtreding van deze ordonnantie.
Art. 10. De artikelen 3 en 4 treden in werking de dag waarop deze ordonnantie in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.