22 JULI 2021. - Ordonnantie betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-08-2021 en tekstbijwerking tot 11-01-2024)
Art. 1-11
Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art.2. Voor de toepassing van deze ordonnantie dient te worden verstaan onder:
1° risicobeperking : een volksgezondheidsstrategie die ertoe strekt de schade ten gevolge van het gebruik van psychoactieve producten te voorkomen of te beperken, de risico's voor de gezondheid te verminderen en de verslaving en sociale re-integratie van de druggebruiker aan te pakken. Ze sluit aan bij het streven om de gezondheid te bevorderen en begeleiding te verstrekken en stelt het individu centraal in haar acties;
2° consumptiezaal met laag risico : een ambulante dienst die druggebruikers een beschermde omgeving biedt waar ze drugs kunnen gebruiken in optimale sociosanitaire omstandigheden en onder toezicht van een multidisciplinair team, teneinde de risico's voor hun gezondheid, hun omgeving en het milieu te beperken en hun sociale re-integratie te bevorderen;
3° Iriscare : de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag zoals bedoeld bij artikel 2 van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag.
Art.3.§ 1. De dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, oefent de volgende activiteiten uit:
1° voorlichting, bewustmaking en opvoeding van druggebruikers, van de bevolking in het algemeen en van de sociosanitaire, psychosociale, onderwijs- en socioculturele actoren op het vlak van de aan druggebruik verbonden risico's en van de middelen om ze te verminderen;
2° doorverwijzing van de druggebruikers naar de welzijnsdiensten en de diensten voor algemene of gespecialiseerde zorg, om een gezondheidstraject uit te stippelen dat aangepast is aan hun specifieke situatie, teneinde de verslaving aan te pakken, hun geestelijke en lichamelijke gezondheid te verbeteren en hun sociale re-integratie te bevorderen;
3° opsporing en promotie van opsporing, in al haar vormen, van infectieziekten (onder meer HIV en hepatitis) ;
4° promotie en distributie, ook op de openbare weg, van gezondheidsmateriaal en -producten voor risicobeperking ;
5° bevordering en supervisie van de gedragingen, handelingen en procedures ter preventie van de risico's op een (al dan niet dodelijke) overdosis, van infecties en andere complicaties die verbonden zijn aan druggebruik, ook in een consumptiezaal met laag risico. De supervisie bestaat erin de gebruikers te waarschuwen voor de risicopraktijken, hen te begeleiden en hun advies te verstrekken over de manieren om psychoactieve substanties of als drugs geclassificeerde substanties te gebruiken, teneinde de risico's op overdracht van infecties en andere gezondheidscomplicaties te voorkomen of te verminderen. De supervisie omvat geen actieve deelname aan de consumptiehandelingen;
6° het beheer van een consumptiezaal met laag risico;
7° deelname aan de analyse, monitoring en voorlichting ten behoeve van de overheden en de gebruikers over de samenstelling, de gewoonten inzake transformatie en consumptie en het gevaarlijke karakter van de geconsumeerde substanties.
[1 8° het inrichten van een noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur voor de gebruikers van de dienst die actief is op het vlak van risicobeperking.
§ 2. De dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, integreert bij de ontwikkeling van zijn activiteiten de volgende interventieprincipes : het niet banaliseren van druggebruik, het ontmoeten van de gebruikers in hun leefomgeving, de medewerking van de gebruikers, het voortdurend ontwikkelen van een reflectie en evaluatie.
§ 3. De dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, zorgt voor een "laagdrempelige" toegang, namelijk dat hij voor iedereen onvoorwaardelijk, anoniem en gratis toegankelijk is.
§ 4. De in paragraaf 1, [1 eerste lid, 5°, 6° en 8°]1, opgesomde activiteiten mogen alleen worden uitgevoerd door diensten die actief zijn op het vlak van risicobeperking en erkend zijn volgens de in de artikelen 5 tot 7 bedoelde procedure.
[1 ]1
----------
(1)<ORD 2023-12-22/19, art. 25, 002; Inwerkingtreding : 11-01-2024>
Art.4. De handelingen die in het kader van deze ordonnantie worden gesteld door een erkende dienst die actief is op het vlak van risicobeperking of voor rekening van deze dienst in het kader van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 3, § 1, 5° en 6°, vormen geen strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die gebruikt kunnen worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Art.5.§ 1. Om door het Verenigd College erkend te worden, moet de dienst die actief is op het vlak van risicobeperking opgericht zijn op initiatief van:
1° een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad;
2° een vereniging bedoeld bij artikel 118 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
3° een vereniging bestaande uit een of meer openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en andere overheden van dat gebied;
4° een gemeente van het tweetalig gebied Brussel- Hoofdstad;
5° een intercommunale die uitsluitend bestaat uit gemeenten van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad;
6° een ziekenfonds of een landsbond van ziekenfondsen;
7° een rechtspersoon zoals bedoeld in de artikelen 1:2 en 1:3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.
§ 2. Om door het Verenigd College erkend te worden, moet de dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, [1 de in artikel 3, § 1, eerste lid, opgesomde opdrachten uitvoeren, met uitzondering van de opdracht vermeld in de bepaling onder 8А, die facultatief kan worden uitgevoerd]1 uitvoeren en voldoen aan de voorwaarden bedoeld bij artikel 3, §§ 2 en 3, alsook aan de volgende erkenningsvoorwaarden:
1° beschikken over lokalen die aangepast zijn aan de logica van het transdisciplinair zorgtraject en de onvoorwaardelijke opvang,[1 evenals, in voorkomend geval, van de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur,]1 met garanties op het vlak van veiligheid van de lokalen en de omgeving ;
2° doeltreffende samenwerking met één of meer ziekenhuizen organiseren. Het Verenigd College bepaalt de inhoud van de samenwerking met de ziekenhuizen;
3° [1 een overeenkomst voor psychosociale revalidatie van drugverslaafden afgesloten hebben met Iriscare, of samenwerken met een dienst voor de opvang van drugverslaafden die een dergelijke overeenkomst heeft gesloten met Iriscare en, in voorkomend geval, samenwerken met andere ambulante diensten en meer bepaald met diensten die actief zijn in de aanpak van drugverslavingen;]1;
4° beschikken over een huishoudelijk reglement. Het Verenigd College stelt de minimuminhoud van het huishoudelijk reglement vast[1 en kan, in voorkomend geval, specifieke bepalingen voorzien betreffende de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8°]1;
5° beschikken over een overeenkomst die vooraf ondertekend moet worden door elke gebruiker van de consumptiezaal met laag risico. Het Verenigd College bepaalt de inhoud van de overeenkomst;
6° regelmatige ontmoetingen met de buurt organiseren en beschikken over een rechtstreekse telefoonlijn waarop de omwonenden de verantwoordelijken voor de consumptiezaal met laag risico kunnen verwittigen in geval van problemen. Het Verenigd College stelt de nadere regels vast voor de organisatie van de regelmatige ontmoetingen en de telefoonlijn;
7° beschikken over een samenwerkingsovereenkomst die een structurele band tot stand brengt met de betrokken politiezone en de preventiedienst van de betrokken gemeente, met ondertekening van protocollen en de organisatie van stuur- en begeleidingscomités;
8° beschikken over een financieel plan dat de financiële levensvatbaarheid van het project garandeert.
Het Verenigd College kan de in het eerste lid opgesomde voorwaarden nader omschrijven of aanvullende voorwaarden vaststellen.
[1 Wat de noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8°, betreft, legt het Verenigd College specifieke erkenningsvoorwaarden vast betreffende:
1° de opvang en de hulp aan de gebruikers van de noodopvang;
2° de kwaliteit van de noodopvang en van de hieraan verbonden dienstverlening;
3° de omkadering verzorgd door de medewerkers bedoeld in paragraaf 3;
4° de specifieke architecturale en veiligheidsnormen die in acht moeten worden genomen;
5° de eventuele financiële bijdrage van de gebruikers van de noodopvang.
Het Verenigd College kan de nadere regels van de in het derde lid opgesomde voorwaarden vastleggen, deze nader omschrijven of aanvullende voorwaarden vaststellen.]1
§ 3. Het Verenigd College bepaalt de minimale personeelsformatie en de diploma's en kwalificaties die geëist worden van de medewerkers van de erkende dienst die actief is op het vlak van risicobeperking.
----------
(1)<ORD 2023-12-22/19, art. 26, 002; Inwerkingtreding : 11-01-2024>
Art.6.De aanvraag tot erkenning wordt ingediend door de organiserende overheid van de dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, volgens de regels die het Verenigd College heeft vastgesteld.
[1 Het Verenigd College kan eveneens de nadere regels vastleggen voor de specifieke aanvraag tot erkenning van een noodopvang met verblijfsfunctie van korte duur, bedoeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 8°.]1
De erkenning kan worden ingetrokken of geschorst ingeval de bepalingen van deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan niet worden nageleefd, volgens de door het Verenigd College vastgestelde nadere regels.
----------
(1)<ORD 2023-12-22/19, art. 27, 002; Inwerkingtreding : 11-01-2024>
Art.7. Een dienst die actief is op het gebied van risicobeperking en een eerste aanvraag tot erkenning heeft ingediend, krijgt een voorlopige erkenning voor een verlengbare periode van één jaar. Na evaluatie wordt de definitieve erkenning verleend voor onbepaalde tijd.
Het Verenigd College stelt de regels en voorwaarden vast voor het verlenen van de voorlopige erkenning, voor de verlenging ervan en voor de definitieve erkenning.
Art.8. Binnen de perken van de begrotingskredieten kan het Verenigd College subsidies verlenen aan de erkende diensten die actief zijn op het vlak van risicobeperking. Het Verenigd College bepaalt, in voorkomend geval, de bedragen en berekeningsregels voor de subsidies.
Art.9. § 1. Het Verenigd College wijst de ambtenaren aan die belast worden met de controle op de diensten die actief zijn op het vlak van risicobeperking en krachtens deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan erkend zijn.
§ 2. Op verzoek van de door het Verenigd College aangewezen ambtenaren verleent de dienst die actief is op het vlak van risicobeperking, toegang tot de lokalen en legt hij alle nodige stavingsstukken voor in het kader van de erkenning en de financiering waarin deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan voorzien.
Art.10.[1 In afwijking van artikel 4, Ї 3, derde lid, van de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, en van artikel 8 van deze ordonnantie, bereidt Iriscare de erkenning voor van de diensten die actief zijn op het vlak van de beperking van de aan druggebruik verbonden risico's, die krachtens deze ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten ervan erkend zijn, volgt hij deze erkenning op, kan hij deze diensten binnen de perken van de begrotingskredieten subsidies verlenen en voert hij de opdrachten van inspectie en controle van deze diensten uit.
Het Verenigd College kan de nadere regels voor de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde opdrachten bepalen, met inbegrip van de bedragen en berekeningsregels voor de subsidies.]1
----------
(1)<ORD 2023-12-22/19, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 11-01-2024>
Art. 11. De ordonnantie treedt in werking de dag waarop ze wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.